W. van den Munckhof-Sassen. Abonné's, DE DOCHTER ZATERDAG 4 DECEMBER 189T. ACHTTIENDE JAARGANG. No. 49. PSIFI V P Abonnementsprijs per kwartaal. voor Vbwrat 50 c. franco por post 06 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 88 c. afzonderlijke nummers 8 c. Uitgever: ezc Courant verschijnt iedcren Zaterdag. Prijs der Advertentiën: van 14 regels 20 o. olko regel moor 5 c. grooto letters on vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, Smaal geplaatst, w >rdon 2maai berekend. leest dit s. v. pl. Uitsluitend voor do abonnós van «PEEL EN MAAS zijn voor slechts 30 cents verkrijgbaar gesteld de naar do laatste photograficcn vervaardigde van H. NI. koningin Wiihelmina en H. M. de Koningin-Regentes. Deee platen zijn keurig afgewerkt en hebben eens afmeting van 78 bij G3 cM. Aan ons Bureau afgehaald of binnen de gemeente geleverd, is de prijs van de beide portretten slechts 30 cents; franco per post 15 cents extra. Ook bieden vrij onzen abonné's wederom als premie aan, de bekende Landkaart van Nederland met plan van de Droogmaking der Zuidcrr.cn, cn tot den laatst™ tijd bijgewerkt, voor don spotprijs van slechts 30 cents, franco per post 35 cents. üoze prachtige in kleuren gedrukte Landkaart heeft eene grootte van 85 bij 71 cM. Let wel! Deze aanbieding is slechts geldig zoo lang de voorraad strekt en uiter lijk tot 1 Januari. Men wachtte dus niet te lang met do bestelling. De Administratie. Feuilleton. VAK DBV VEROORD KELDE. DOOK W. J. SMIET. 22 De bankier vervolgde: Mijn zoon, gij spreekt van sterven, gij, die eene schitterende toekomst voor a bobt. die eerst het leven r.ijt inn*!reden en nog io lentebloesem niet hebt ingezameld, die het oplevert. K»rel zuchtte diep en wilde «preken doch de bankier vervolgde: Neen, mijn jnngen. al» pij uwe zwakte overwonnen hebt en weder de vreolyke opge ruimde jongeling zult zijn, dan zullen er nog gelukkige en blijde d»genvnor u aanbreken en gij '/.uil mij danken omdat ik steeds uw mood heb staande gehouden. De jongeling glimlachte woemoedig en sprak: Vader! do schoono droomen derjengd zijn voor mij verdwenen; aan den rand des giafs wordt men ernstig gestemd cn ziet men hetgeen dc wereld aanbiedt van eene geheel andere zijde. Vailer, vergeef mij, indien ik u tegen mijn Advertentien of Ingezonden Stukken gelieve men Vrij- aa fiöSdag vóór 2 uur 's middags te bezorgen aan het Bureau van «Peel en Maas" to Venray. Wat moet mijn jongen worden Ja, wat moet hij worden? Een gewiehligo vra3g, die vaalt reeds in de wieg do bestemming en het lot van een kind, in een familieraad van zwakke ouders an malle groot ouders. ooms en tantes beslist. Eigenlijk behoorde die vraag eerst eouige jaren later, bij de ontwikkeling \«n hot karakter, gedaan te worden, en aldus te luiden: wat wil, wat kan do joBgen worden? Bij velen komt deze vraag dan ook later op het tapijt; men praat er over, men herhaalt ze van tijd lot lijd, maar er wordt niets beslist. Anderen doen haar eerst dan, wan neer het reeds to laat is, en er van den jongen niets degelijks meer kan groeien. Ongelukkig knaapje, dat door ouder lijke dwaasheid en hoogmoed reeds zoo vroeg voor een zekeren stand, voor een vast beroep bestemd wordt, hetzij men het voor letteren en studie, voor een burgerlijk beroep, of tot een anderen stand voorbeschikko. Zelden wordt zulk een kind wat het zijn moest, en meestal wordt het niets of een carricatuur. «Die jongen,* wordt wel eens door oom of tante gezegd, »tlio jongen wordt nog advocBat «Waarom toch?» wil bedroefd heb, maar ik wilde zoo gaarne eens oponhartig met u spreken en u een ver zoek doen. Beste Kar&l. zoo hut my eeninzins mo- gelyk is, dan zal ik aan verzoek met vreagde voldoen. Ik dank u, vader ik weet hoe goed gij immer veor mij geweest zyt. Maar alrok die welwillendheid ook uit tot een wezen, dat ik zoo innig lief beb. Vader, goof aan Helena na mijn dood het vermogen, dat mij rechtstreeks toekomt; gy zult daardoor eene grooto onreclitvaardigneid horstellen en mijne laatste levensdagen vor- aangeiwnen. De baakier verbleekte, loou hij zijn zoon aldus hoorde spreken. Wat. zou hij do miedaad zijns vaders ken nen! Zou hij weten op welke wijze zijn vader zoo rijk geworden was Z»u hy weten, dat Helena de dochter was van Tordïno Een doodelyke angst overviel bem doch neen. hel was onmogelijk Om zich hiervan te vergewissen, vroeg by, ofschoon met onvaste stam: Mijn zoon, gij spreekt van eene onrecht vaardigheid te heislellen, wat bedoelt gij hiermede? Dat Holena Moormans hier in huis op eene onrechtvaardige wijze is belundold; zy de deugd zelve, is gruwelijk belasterd; men heeft haar uit de kringen geweerd, waarin zij haai4 bestaan moest vindon, cn uit dian hoofde vind ik het billijk, dat zij duarvoor eeno scha deloosstelling ontvangt, dio wel is waar haar goeden naam niet kan teruggeven, maar baar locii voor armoede zal vrijwaren. »Wel, hij spreekt eeuwig legen cn kan zoogoed praten.» Een ander zegt: "Janije is voor officier in de wieg gelegd.» »Ei, hoczoo «Wel, hij hoeft een leeuwenhart, hij klopt er bij elk kindergeschii ferm op, ec danst zoodra hij de trom hoort of soldaten ziet.» Een derde beweert: «Kees wordt vast een zeebonk.» »Hoc weet ge dat »Ziet eens. welke knuisten cn de jongen mor6t en plast altoos in het water: dat is zijn element.» Honderdon zulke dwaasheden, beu zelingen, zelfs verkeerde eigenschappen, zijn vaak de gronden, waarop con kind al vroeg oone verkeerde bostemming verkrijgt. En het ongelukkigst, bij zulk oen opgevat vooroordeel is, dal de ouders doorgaans hardnekkig daaraan vast houden, al blijkt de knaap in het vervolg voor het gekoce» vak totaal ongeschikt te zijn en tot Keel ïXs aftuürs te neigen. Trouwens hoogmoed en eerzucht zijn de gewone oorzaken, die de ouders tot zulk eene godwongene opleiding ver voeren. Wat hot gevolg moet zijn, vooral wanneor het kind tegen zijnen zin tot een stand of beroep bestemd wordt, gevoelt ieder denkend menech. O, hoevelen werden daarvan de ratnpzaligo slachtoffers, slechte of on gelukkige menschen Soms, het is waar, brengt hel toeval, of liever de Voorzienigheid, juist door eene zekere richting te geven aan het lot van den verkeerdelijk bestemde, nog weder terecht, wat ouderlijke dwaas heid of grilligheid bedorven heeft; maar Do bankier ademde vrijer. Een zonderling verzoek, zeide hij, maar ik kan hierin niet toestemmen zonder bewilli ging uwer zuster. O. Anna heeft mij verzocht tl te zeggen, dat zij ia deze zaak censtommig met mij denkt, zoodat.... Zoridat, viel de bankior in. gij met nwe zuster reeds de zaak beklonken hebt, nlvorens mijne «itspiaak geboord te hebben. Maar. komaan. Karei! Zet u die dwaze grillen uit uw hoofd; die gedachten aan dood cn eeuwig heid zijn niet goed voor uw gestel; kies liever een ander, vroolijkor onderwerp, on zeg mij eens, of gij verheugd zyt naar Italic te ver trekken. Ik zal die rei» niet aanvaarden, rader! Ik wil niet dal onverschillige en ongevoelige menschen mij de oogen zullen sluiten; ik wil ster\en in tegenwoordigheid van allen die mij dierbaar zijn. De bankier schudde het hoofd; de toon, waarop zijn zoon tot hora sprak, overtuigde hem op de duidelijk»** wijze, dat de jongeling zijn torstand gevoelde en naar waarheid ge- »profcon had. Am/.o'.ond sprak hij: Ik zal nw verzoek nog eens rijpelijk ovorwegon: begeef u thans naar uwe kamer, want gij zyt vermoeid. Heb dank, vador! stamelde Karei, dat gij mijne bode niot hebt afgewezen; moge uw besluit met mijne innigste wcnschon overeen komen. En langzaam verliet de zieke jongeling het vertrek, ua zijn vader de hand gedrukt te hebben. meestal is hij, die door den wil zijner ouders tot een bepaald ambt of beroep geprest word, een ambt of beroep niet voor hem berekend of geschikt, onher stelbaar verloren. Niet zelden drukt zich de hccrschende aanleg van een kind op de ééne of andero wijze duidelijk genoeg uit, al doet het nog geen bepaalde keuze, en hapert het enkel en alleen aan de kortzichtigheid en onopmerkzaamheid der ouders, dat die aanleg niet erkend wordt. Om uit honderden een paar voor heelden te noemen: Jan is een stil, gedwee en weinig speelziek kindhij leest gaarne en zoekt alle lectuur op, die hij maar bekomen kan; grif is hij met de pen om allerlei kleine opstellen te maken; hij krabbelt kleine versjes op het pa pier, of ontwerpt met potlood kleine teekeuingen. Dwaasheid zou het zijn Lieruit te besluiten, dat Jan voor dichter of schilder geboren ismaar zooveel mag utén er veilig uit opmaken, dat hij meer overhelt tot letteroefening of kunst cn studie, dan tot een ruw handwerk; kortom, hij kan opgeleid worden voor den geestelijken stand of het onderwijs. Wanneer men dezen wenk van da natuur opvolgt in de bestemming, die men hem geeft, zal men gewis van de tien gevallen wel negenmaal slagen. Piet daarentegen is vroolijk, woelig, ruw van aard, grof van spieren; hij houdt van spelen, die veel beweging en inspanning van kracht vereisehen; hij is een belhamel onder zijne speel makkers, en durft met den sterksten jongen een kansje wagen. Hieruit nu het bewijs te trekken, dat Pi eter een zeerob of soldaat moet Toen de bankier zich weder alleen bevond, barstte bij in tranen uit. Mijn zoon, mijn kind riep hy, ik zie u weg«terven en kan bet vonnis over u uitge sproken, niet beletten. Eiken dag zie ik u nader lot don dood komen en telkens voel ik don angel der wroe ging dieper in myn kart. en myn geweten roept mij dan toe, dat ik een slecbt vader ben. Ik kan dien toestand niet langer verdragen; nog beden vraag ik Melona plechtig voor mijn zoon ton huwelijk, en moge de wereld mij bespotten, ik zal ten minste mijn kind behou den en hem ten tweeden malo het leven go- schonken hebben. 11 y groep haastig pen en papier on schreef ecnige regels. N.i den brief verzegeld te hebben schelde bij Jacob. Toen deze verscheen vroeg li ij: J.icob. weet gij waar Heleia Meermans thans vertoefi? Ja wel, mijnheer: In w«!ke omstandigheden verkeert zij tegenwoordig? Helaas, zij is arm en zonder betrekking, mijnheer. I)o bankier liet een zwaren zucht en gaf vervolgens het schrijven aan Jacob met de woorden: Ziehier, gelief dezen brief aan Helena te bezorgen. Teen Jacob het vertrek verlaten, had, zeido de bankier: De teerling is thans geworpen, het heeft my veel gekost om tot dien stap te besluiten, worden, zou minstens zeer voorbarig zijn; maar dozo algemeene wenk ligt toch duidelijk in, dat men Piet niet voor een stil peinzend leven bestemmen moet, maar bom gelegenheid geven, om zijn levendigen geest en zijne phy- sieke krachten iu een woeliger vak to doen werken. Indien de keus van een jongen zich van zelve en sprekend doel kennen, is het zeker beter; doch moet men voor hem kiezen, dan zal de mensch- kundige waarneming van zijn hoofd- aanleg altoos een goede wegwijzer zijn. En treft men enkele kinderen aan, wier onverschilligheid omtrent alles wat hen omringt te groot is, om to kunnen veronderstellen, waarvoor zij geschikt zouden zijn, dan doet men het best, deze zoolang maar cenigzins mogelijk is, in die onverschilligheid te laten, en eene toevallige gelegenheid af le wachter., die hen soms eensklaps doet gevoelen, waartoe do natuur hen bestemd heeft. Zoo hebben wij een jongen gekend, tlto, uit deftige er welgestelde ouders, in eene groote koopstad geboren, tot zijn dertiende jaar toe in niets zin of lust had, dat voor hem eene levens bestemming moest worden. Toen hij echter eens met zijn vader oen dag in eene boerenwoning door bracht, voelde hij op eens zulk eene neiging voor den boerenstand, dat hij ztju vader bad hem de boerderij te laten leeren. Wat deze hiertegen ook opperde en hoe gaarne hij zijn zoon van die zin had teruggebracht, niets mocht baten; reeds een week daarna was de jongen bij den boer besteed, liep achter de ploeg, reed met den mestwagen en werd oen kundig en welvarend land bouwer. maar om bij mijne vele misdaden nog liet verwijt te voegen, dat ik mijn kiad vermoord heb, dat wil ik ten ruimte niet op mijne ziel hebben. XI. Na eeno Lange besluiteloosheid, was Helena er eindelijk toe overgegaan, om Willem den dood zyner moeder le berichten. Hierbij voegde zy het verhaal van hare eigen geschiedenis, zooals zij die uit den brief van bare overleden pleegmoeder vernomen had. Het viel haar hard aan Willem te moeten melden, dat zij do dochter van een veroor deelde was, doch smookte hem dit geheim steeds te willen bewaren, cn om voor haar steeds dezelfde broederlijko toegenegenheid to bly ven behouden. Verder legde zij hem baren tegenwoordige» toestand bloot. Daar zij besloten had om den wissel van 1200 gulden, dio Willem voor zijne moeder aan tiaar gezonden had, niet aan te nemen, verzucht zij hero spoedig te antwoorden, wat zij daarmee doen tuoest. Zij besloot haren brief met de mededeeling, dat Anna Yeimuggeu nog steeds aan hem dacht en reeds twee huwel.ijksaauvragen, die- zeer scliittereod waren, vau de hand had ge»- vezon. Dorothea was niet erg tevreden, dat Helena, hot geld geweigerd had. Holbein had haar besluit dienaangaande met onverschilligheid aangehoord en er uiet verder- over gesproken. Wordt vervolgd..

Peel en Maas | 1897 | | pagina 1