WhH
SST sa omstreken.
ZATERDAG 30 NOVEMBER 1895.
ZESTIENDE JAARGANG.
No. 48.
Deze Courant verschijnt iederen
Abonnementsprijs per kwartaal.
▼oor Vkkrat 50 c.
francs per post 65 c.
voor int buitenland 85 e.
afzonderlijke nummers 6 c.
Uitgever:
L. SAi SEN.
Prijs der Advertentiën:
van 15 regels 30 e.
elke regel meer C e.
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 'Amaai berekend.
Zaterdag.
Zij, die zich thans op
IV PEEL en MAAS abon-
neeren ontvangen de tot 1 Jan.
verschijnende nummers gratis als
mede een present almanak.
VREUGDE,
Men beweert wel eens, dat wij le
ven in een tijd, die gebrek heeft aan
vroolijkbeid, 't Is best mogelijk.
Overigens, de zieltogingen der eeuwen
zijn nooit erg vroolijk; herinner u
slechts wat er voor honderd jaren ge
leden, op het oinde der vorige eeuw,
is geschied. Zal het binnenkort vroo-
lijker worden? De socialisten beweren
van ja. Maar wij voor ons mistrou
wen het. Zij spreken ons van eene
meer billijko, meer gelijke verdeeling
<ler rijkdommen, maar op het punt
van de vioolijkbeid en vreugde zwij-
gen /.ij.
Herinnert gij u den schoenlapper
uit fa hei* :.n >f .TV-
schoenmakór zong van dèrs vroegen
morgen tot den laten avond, het was
een wonder dien man te zien en te
hooren. En toch. toen zijn buurman,
de rentmeester, hem vroeg naar zijn
weekloon, antwoordde de schoenlap
per: «Elko dag brengt zijn brood
mede." En hel einde was: de arme
man verviel tot het collectivisme en
kreeg op zijn beurt deel aan de rijk
dommen dezer aarde. Maar nu klonk
er geen gezang meerde schoenlapper
scheen zijn stem verloren te hebben.
En de laatste woorden der fabel zijn:
«Geef mij mijne liederen en mijne
werkzaamheden, en neemt gij uwe
schatten maar weer terug."
Wij weten niet juist, wat do socia
listen voornemens zijn te doen om de
Feuilleton.
Een echte
Amerikaansche streek.
«Waar is bij geweest, Toordat hij bij u
rp 'i kantoor kwam?-'
-Hij wag op de fabriek van werktuig
kundige cn telegrafische insti uuienten van
Norton en Co.
De agent glimlachte.
-- -En hoe v.ijt gij van elkander gegaan?"
Mijn gastheer haalde-de schouders op. -Niet
op de vricndsuhappclijksle manier." /.eide hij;
-hij had mij door zijn achteloosheid schade
berokkend en dat trok ik van zijn salaris af.
De agent knikte weder. -Hebt gij gelegen
heid gehad om ztju karakter le lecrcu ken
nen?"
-Helaas ja. Hij was genotziek en driftig
Carpo scheen tevreden. Zijn gelaat was
merkbaar opgeklaard.
»'t Is goed." zcido hij bedaard, -ik ge
loof d it ik wat gevonden heb. Laat mor
gen." ging hij voort, terwijl hü eemge papie
ren overhandigde, dazo telegrammen op de
daarbij opgegeven uren naar Elinna on Buffalo
afzendenvolgens de antwoorden welke ik
den hulpkantoren reeds heb voorgelegd, zal
ik weldta ontdekt hebben van welken kant ik
do zaak moet aanpakken. Gebruik voor 't
overige van du aan voor uwe werkelijke tele
grammen No, 13.
vreugde en blijdschap in deze wereld
gelijkelijk te verdeeleu maar op dit
oogenblik constaieeren wij, dat op
het einde dezer eeuw de «kleine luy-
den'' niet het ongelukkigst zijn.
Er wordt muziek gemaalt in de
groote steden, maar waar wordt de
echte vroolijke muziek gemaakt? In
den schouwburg luisteren deftige en
nette lieden naar eene opera en zien
met komische beschouwing mensehen
sterven in vijf bedrijven. Niemand zal
er aan twijfelen, of deze zijn daar
gekomen om zich te amuseeren.
Maar de echte vreugde, het trillen
de menscbelijke lied wordt elders ver
nomen, op het platteland, op de wegen
op de pachthoeven, op de velden
vaar gewied wordt en geoogst, aan
den haard van den werkman, ia den
kring van het volk. De blijden dezer
aarden, het zijn de «kleine Iuyden",
de werklieden, zij die de lasten des
levens te dragen hebben.
De blijdschap, de vreugde is iets
echt christelijks, zij behoort aan ons.
hij in een handschrift van de 10e
eeuw de droefheid zag gerangschikt
onder het getal der hoofdzonden.
"VVelk een indrukwekkende les! Onze
moderne maatschappij zou wellicht
wel reden hebben om zich te beschul
digen van deze achtste hoofdzonde
omdat die moderne maatschappij zich
juist verheven heeft tegen den Katho
lieken godsdienst, welke gekomen is
om den vrede, de vreugde en blijd
schap aan de wereld te brengen.
Een socialist heeft gezegd, dat de
godsdienst het lied was, hetwelk de
menscbelijke smart in slaap wiegde.
Dit woord, hetwelk meermalen, zij
het dan ook gewijzigd, wordt her
haald, is slechts ten deele waar.
Want de godsdient doet méér: de
-Zult gij mij vergezellen?" wer.dde hij
zich tot mijn vriend.
Deze antwoordde toestemmend. -Deze heer.
liet hij, mij aanziende, er op volgen, -zal mee
reizen en ik denk onzen bediende, den neger
Tim, ook mee te nemen."
-Goed," zeide de agent. »Gy zult wel
voor eenige wapenen willen zorgen," voegde
hij er bij.
Mijn hart klopte sneller. Als een politie
agent aanried op de lijn van den Erie spoor
weg wapenen mede te nemen, moest men er
wel op voorbereid zijn. dat de zaak eene
ernstige wending kon nemen.
Tegen den avond stapten wy welgewapend
in een dier slaapwaggous, die als kleine too-
verpaleizen den reiziger alle denkbare geii-le-
lijkhcden aanbieden, en ontwaakten des mor
gens vroeg te Buffalo, zander van de buiten
gewone snelheid van een Amerikaanschen
nachtsneltrein in de weeke kussens van den
zachtrolleiideii wagen, zelfs het iiimsiu bespeurd
te hebben.
Onze onverschillig kijkende politieagent
s; heen zijn plan van aanval reeds geheel ge
maakt ie hebben, want nauwelijks waren wij
aangekomen of er werden weder karntjes
voor do terugreis genomen, wij gebiuiken
een ontbijt in den waggon, en nu begon de
mm eene eigenaardige bedrijvigheid te ont
wikkelen.
Aan de voornaamste stations, zooals Attika,
Portage, Harnellsville stapte hij uit, om na
weinige oogenblikken weder te voorschijn te
komen en bedaard met ons voort le i ijden.
Dowyl wij niet begrijpen konden wat voor nut
hij in die weinige seconden kon uitrichten,
godsdienst zal geli/c hij altijd ge
daan heeft droefheid van den
mensch in vreugde ve anderen.
Weleer ontstond ir eene ketterij
tegen de blijdschap, liet was het
Jansenisme. De Ke»k veroordeelde
die ketterij, zooveel dit in haar ver
mogen was. Ongelukkig genoeg, heeft
deze oude dwaling met hare bekende
stijfzinnigheid hier -;ti daar eenige
sporen achtergelaten ju den geesf van
onze eeuw.
De Jansenistische (school en hare
leer heeft in hare dividing zekere be
grippen van valsche gestrengheid over
de wereld verbreid; welke valsche
gestrengheid ons dn jiUgfl, de schoon
heid en den glimlach heeft doen ver
foeien en ons verb «iderd heeft de
jeugd, de schoonhei;; en den glim
lach op eerbare wij4: lief te hebben,
zooals God het wil, dat wij zo lief
hebben.
Het was het Jansenisme, hetwelk
Boileau zijn bekemi» distichon deed
neerschrijven: /ha}
a-Jt'Ilï*In? tics Chfb'iGiia iirvutéres ïerribles'
D'ornernents flgayés no sobt point suscepiibles.
Men moet wel geheel onbekend
zijn met het eerste woord van liet
Christendom om aidus te kunnen
spreken.
Indien er meer dttn 365 dagen in
het jaar waren, zouden er ook meer
dan 365 feesten van Heiligen en Ge
lukzaligen zijn. De ICork zingt hare
hymnen en viert hare reeks van litur
gische leesten geheel het jaar door.
De schoenlapper uit da fabel van La
Fontaine meende, dat men hem met
feesten ten gronde hielp. Maar de
moderne werkman zou misschien meer
op zijn gemak zijn, wanneer hij de
godsdienstige feesten van weleer zag
terugkeeren.
liet Christelijk geloof is de vriend
voorkwam mijn vriend den wensch, die zeker
op myn gelaat te lezen stond, en vroeg hij den
kleinen man er naar, toen wij lusschcn Elmira
en Waverly deu waggon voor ons alleen had
den.
De agent zag hera bedaard aan.
-Uw papa laat de telegrammen, die ik
hem gegeven heb, op bepaalde uien naar Buf
falo en Elmira afzenden. De antwoorden
daarop zijn mij reeds op mijn eerste reis door
uwo bijkantoren gegeven, .ga uan elk nieuw
station brengt een ondergeschikt ambtgenoot
mij liet aldaar overgoseind telegram, waaruit
ik zie of zij door verkeorde handen gegaan is.
Tot dusverre 13 er geen enkele veinnderd, eu
wij zijn dus 110» niet waar wij wezen moeten.
Cu [io leunde weder achterover en rookte
op zijn gemak zijn sigaar. Ik beschouwde den
kiemen, nieligen rn.ni mei een verwonderden
bliiv, verbaasd over de zorgvuldigheid waar
mede hy zijn werk had vooraoruid. Z jne be-
scliikkiugen zijne unl woorden waren alle zoo
juist, en hij Fcheeu zoo volkomen zeker van
zijne zaak le zijn. dal hij met de mins'o omusl
verried.
Vooiby Wavcrly stroomt de oostelijke arm
der Susquehanna rivier, die lu;sc!ieii Susque
hanna en 1)> p»sit den Ene spoorweg meer
malen doorsnijdt, om hem Ua.i weder 111 bree
der krommingen te verlaten. Do agent, die
andeis 111 mets mel kbaar belang stelde, scheen
zich hier met aardrijkskundige studiën te
willen bezighouden want zijne grijze oogen
begonnen de sti.cok zeer nauwkeurig op te
nomen en schitterden zoo van opgewektheid
dut ik mijn vriend gelyk moest geven, toen
hij gezegd had da; de uiau oogen had zoo
der vreugde en der blijdschap. Iloe
kan het ook anders zijn met een gods
dienst die zijne volgelingen voorbereidt
tot de eeuwige zaligheid, tot de eeuwige
vreugde, tot de eeuwige blijdschap?
Hopen, verwachten van de blijdschap,
is dat niet reeds vreugde en blijdschap
genieten?
Wij kennen het woord van Sint
Paulus: «Verheugt u, wederom zeg
ik, verheugt u." Maar niemand kent
de uilgeslreklkeid van den vrede en de
blijdschap, die op deze wereld mogelijk
zijn, indien hij de recreatie in een
klooster niet heeft bijgewoond, indien
hij de kloosterlingen, wier naam arbeid
cn boetvaardigheid beleekeut, elkander
niet heeft zien vermaken, hen, wier
hart vervuld is van bemelsche verruk-
king-
Verwachten do socialisten bij de ver
deeling van de rijkdommen ook de ver
deeling van de blijdschap, dan zullen
zij zich vergissen.
De vrede en blijdschap op deze we
reld is niet het deel van do ongeluks
profeten ónzer dagen. Do mensch el ylto
gelijkheid te willen, waarvan de socia
listen steeds droomen, staat gelijk met
het zoeken naar een land, dat niet aan
wezig is. De godsdienst alleen kan den
inonsch tevredenheid, rust en kalmte
schenken, en geeft den Christen een
blijdschap des harten, waarvan zich de
ongeloovige wereldling geen denkbeeld
kau vonnen.
Bt
door
Peter van Venrode.
Zeg er eens, geachte lezer, hebt ge
scherp als een ai oud. Zij waren overal en
schenen alles te zien.
Wij waren nog verscheidene stations voor
bijgekomen er. te Deposit was Caipe weder
uilgestspt. Ditmaal vertoefde hij wat langer
en reeds werd het teekeu tot vertrekken ge
geven, tot hij plotsel.ng op den waggon kwam
toesnellen en ons haastig wenkte uit ie stap
pen. Als duur een eleetiieken schok getieffen,
sprongen wij van onze zitplaatsen op; het vol
gendo oogenblik suorde de trein zonder ons
voort iu dc richting van New-York. De oogen
van den kleinen man fonkelden; hij had blijk
baar een ontdekking gedaan.
- Wij zyu aan ons doel," zeide hij zacht
-de depóeiio is vervalscnt; wij moeien dus tot
het volgend siation terugrijden."
Dit geschiedde reeds 111 het eerste uur. en
gcduieude den gebeden ut sprak de agent
geen woord niet ons, waar nnui opmerkzaam
de beide zijden van den weg in oogeuseUouw.
Toen wij le Su-quehunna aankwamen, neigde
de dag trn a>ond.
-Laat ons hier rusten." zeide Carpo, op
den onversohilligsten toon van de weroli,
-morgen Lebben wij een zworen rit."
Den volgenden ochtend was het nog zeer
vi oog toen hij ons wekte. l)e zon was nog
met opgekomen; liet was half donker.
-Wij moeien ons haasten," zeide hij
kortaf, en reeds binnen een half uur zaten wij
111 don zadel cn draarden de paarden moedig 111
de frissche ochtendlucht.
Wij hadden ougeveer twee uren voortge-
leden, de kleine man als een jongen op het
hooge ros, altijd vooraan, zwijgend, de vor-
scl.eudo oogen nu rechts dau links wandemle
wel eens in uw leven, na afloop eener
jaarmarkt, eene dorpsherberg bezocht!
Zeer zeker zullen de meeslen d. r
lezers deze vraag bevestigeud kunnen
beantwoorden.
Maar, vraag ik u verder, hebt ge
wel eens notitie genomen van alle
«interessante gesprekken" die na afloup
van zoo'n jaarmarkt gehouden worden
in die lokalen, waar de kwakkende
meerderheid van criticussen, ontevre
dene, zich veronrechl gevoelde, mis
deelde, miskende, scharrelende, han
delende, venterachtige, koop- en v-, -
koopachtige geuieën en orakels, als,
na het genot van het noodige jenever-
en biersap, de tong is losgeraakt?
Verbeeldt u dan, waarde lozer,
een meer langwerpig dan wel vier
kant vertrek met een ongelijken plan
ken vloer, een goelachtig-blauw gewit
eu geribde plafond, circa M. 2.30
hoog, vier muren, met drie of hoogs
tens vier ramen, groene hordjos en
vaal vorschoten rolgordijnen, waarin
eenige van vert ontbloot© taf'ois, een
steiietje ouderwclache 'grijze stoelen
met biezen zittingen, een in den hoek
gebarste spiegel met eon wormstekige
houten lijst omzoomd, (notenhouten
imitatie,) een effen buffet, kastanje
bruin, naar gelang de middelen van
den hospes zulks toelaten van ge
kleurd noten, (in waarheid canada's),
waarin uitgestald verschillende soorten
en vormen van snaps- en bierglazen,
zwarte, witte of geelachtige Üesschou
gevuld met jenever, bitter, rood,
cognac, fiiie-champagne, een verdnm-
pelde liter eu biertuit, eou kistje
sigaren (tneik «old-smokoi's"), een go-
havende suikerpot met eenige tinnen
lepeltjes.
Verder een behoorlijk gesloten es-
scheu cabinet met treklaadjes, waarin
onttrokken aan 's uienschen oog de ait-
- toen hij eensklaps stilhield totdat wij hem
hadden ingehaald.
-Hier moeten wij afstijgen," «eide hy
eenvoudig 011 reeds was hij van zijn paard ge
sprongen en wierp den zwarten knecht Tna
den teugel toe.
Als verstomd zagen wij elkander aan. Hier
tusschen veld en bosch, ver van alle roensclie-
lijke woningen wat beteekende dat? Caipe
bespeurde onze verbazing en glimlachte.
-Gaat maar meé, doch wat ik u bidden
mag, zonder gedruisch. En gij," wendde
hij zich tot den neger, -volg met de paarden
langzaam 011s spoor, en waar ik. een tak af
breek, moet gij de dioren vastbinden en op
ons wachten. Spoedig mijiie'.ieeren
Hoofdschuddend volgden wij den man. en
na een kwartier lang over steeneu en door
struiken voorigozwoegd te hebben stonden we
aan den oe.er van de Susquehanna. Links
was de spoorweg, die tusschen Susquehanna
en Deposit meermalen de streek doorsnijd
welke de rivieren Susquehanna en de Delaw
van eikande:1 sci.eiut. By oene van die do
snijdingen, kruiste de van liet noorden
mende rivier den spoorweg, liep met een bocht
van eenige bundelden passen om eene kleine
rotsketen heen. do-u- de doorsnijding van den
spoorweg v,m het andere gebergie ['geschei
den. eu stroomde een eind verder weder langs
den spoorweg, zoodat het aan de eene zijde
door dezen en aan de andere duor het wan-r
ingesloten gedeelte een edand geleek. Op deze
ro'sketeu, Plymel genaamd, liep de agent
aan.
Wordt vertol cd.