Scherpe Wapenen,
Een Slimmerd,
ZATERDAG 5 OCTOBER 1805.
ZESTIENDE JAARGANG.
No. 4A-
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Yexray 50 c.
franco per post 65 c.
85 c.
voor het buitenland
afzonderlijke nummer:
6 c.
Uitgever:
L. A. SA ÖfejjiST.
Deze Courant verschijnt lederen Zaterdag.
Prijs der Ad verten tien:
van l*-r5 regel» -30 e-.
elke regel meer 6 c.
groote letters en rignetten naar plaatsruimte.
Advertcutièn, 3maal geplaatst, worden 2inaai berekend.
dvsrtentien of Ingezonden
Stukken gelieve men "s Vrij-
■dags vóór 2 uur 's middags
ta bezorgen aan het Bureau van
«Peel en Maas'' te Venray.
Do tong, heeft een wijze gezegd,
is eon klein lid, maar doet groote
dingen.
Zij is een scherp wapen, zoowel tot
don aanval a!s ter verdediging.
Door hot te hanteeren in een edelen
kamp voor wat waar is en goed,
vei heft men zich tot hot peil der en
gelen; door hel slecht te gebruiken
verlaagt men zich licht tot oen geest
verwant des duivels.
Middelecuwscho asceten, de onhei
len kennende door een booze tong
teweeggebracht, trachtten hun ziel te
redden door dit lid tot werkeloosheid
te doemen, en volgelingen van beider
kunne volgen ook In onze dagen nog
dit treffend voorbeeld.
De vermaning van den ouden wijs
geer: Leer hooien, zien cu zwijgen,
iieeft ongeveer dezelfde beduidenis.
Toch muit men zoggen, dat de
spraak een groot beschavingsmiddel
mag genoemd worden, maar dan moet
er ojk woiden bijgevoegd, dat alles
wat den bestaande)* beschavingstoc-
stand, in welk tijdperk ook, ontsiert,
te wijten is aan een vörkeord gebruik
er van.
Kwetsende woorden komen maar
al te vaak voor.
Feuilleton.
-Hebt gij gember noodigvroeg zijn
makker; «bier is een goad sink, indien je dit
noodig hebt."
-Zoo dadelyk zult gy zien." hernam zijn
makker; «hoe levendig en vlug liet beest zal
worden, by de prikkeling van den gekauwdun
gemberwortel."
De wortel word zacht on lijn gekauwd, ver
volgens wat fijne Spaansclio peper er op ge
strooid, en...
Ja, lezer, nu bevind ik mij in de grootste
vorlogenlteid, dewijl ik niet duif zeggen wal
hij deed inet zyn gemberwortel.
De verstandige lezor, dio tevens paarden
kenner is, benoofl geeno uitlegging van de
zaak te hebben, die weet wol w.a Ie roskam -
mar deed mot den gekauwde!) gemberwortel,
met Spuanssho peper bestrooid; do onkundige
lezer, die geen denkbeeld heeft van den paar
denhandel, vrage het den lief hebbers nitr
eens, waarom... halt! daar zou ik het haast
zoggen.
Nu, hot gebeurde juist zooals de bluuwkiel
hot had voot speld. JSoodni de genthei wortel
gebruikt was. stak hel puaid zijn algesueJeO
staart in do lucht en spitste do oorenzijn
oogen begonnen te fonkelen en het hinnikte
nis een strijdros bij den reuk van het buski uil
•n het donderen der kanonnen.
Schoon dier, vol bloed on leveu 1 zeidc de
blauw-kiel, terwijl liet door zijn makker werd
opgezadeld; wacht ik geef hum nog eon bier
glas brandewijn, voegde hij or bij, dat zal hot
oudje zijn bloed wat warm maken.
Er zijn mr.nschen, die ze bezigen
alleen otn het genoegen to hebben
iemand op een voor spreker niet ge
vaarlijke wijze verdriet aan te doen.
Dat zijn de lasteraars, do kwaad-
sprekets, do leugenaars, gevaarlijke
slangen in de menschelijke samenle
ving.
Zij spreiden hun gift of spuwen hun
gal, gedreven door een boosaardig
instinct, waarvan een rechtschapen
menseh z: bijna geen idee kan vor
men. Het kost toch moeite zich een
voorstelling te maken van eon ander
menselt zonder er overigons ecnig
voordeel uit te trekken.
Toch zijn cr zulke lieden, en het
komt ons dan ook in 't geheel niet
ongerijmd voor; dat in vroegere
eeuwen, toen het nog modo was »aan
den lyvu" te straffen, zulke booswich
ten te pronk werden gestold, met hol
zondige lid uitgestoken en op vernuf-
lig uitgedachte wijze omklemd, ten
einde du intrekking binnen den vast-
goslolden tijd te voorkomen.
Kwaadspreken doel men van iémand
in zijne afwezigheidbeleodigende
woorden uit men tot iemand in zijn
bijzijn.
Niet zelden louter voor genoegen.
Mort weet, dal er dingen zijn in de
levensgeschiedenis van den even menseh
in zijn familie-relatiën, waaraan hij
niet gaarne herinnerd wordt; zwakke
of licht kwetsende plekken in zijn
karakter, op welke hij 't niet aange
naam vindt, dat er gezinspeeld wordt.
Iin juist daarin vinden sommigen
een reden 0111 het wel to doen en dan
liefst op eeno stekelige cn sarcastische
Hij steeg op en vloog als de winJ naar do
jaarmarkt, waar keopers, veikoopers en
nieuwsgierigen als uit éöit mond uitriepen
-Kijk, dat is een moedig dier, on niet letdyk
ook?"
»J.t, dat is ten form dier," zei ook de
rechter, die don blauw kiel zag voorbijdraveii,
«ik ben altijd een liefhebber geweest van
zwarto paarden; on dat is nu mot tocht zwart,
koolzwart.
Hij koek liet paard, dat nu slapte, nog 0011
«ogenblik na en riep
«Ilola, hésta eons stil; hoc oul is uw
paard
«In zijn vijfde jaar; zoekt mijnheer con
paard?"
«In zijn zesle,sprak de vrederecht*)',
terwijl hij zijn bril opzette cu liet paard in den
bek keek.
"Nu, ik zi» dat. mijnheer een kenner ut,"
zetdo de tuiter afstijgend, -acht dagen geleden
op den dag af, is hij vijfjaar gowees:... dus
is hij eigenlijk in zijn zesde."
-Mij slaat of bijt immers niet?" vroeg do
vrederechter.
«VV.-l, mijnheer, een lam is niet zachter
dan mijn Mior."
-Momzegt gij
-Men beeft hot hoest dien naam gegeven
omdat hij zoo pikzwart is."
- Is uw paard goed gedresseerd?"
-Als gemakkelijk, rl'ipaard heeft het zijns
gelijke met... wil mijnheer een ritje bui en de
stad dneii Moet hij mijnheer dienen voor het
l'Ü'uig?"
«Zoowel voor hot eeu als voor het an
der."
«Nu. indien mynheer verkiest wil ik
mijn Moor op het oogenblik inspannen."
«Hot beest ziet er zoo driftig uit, het
gaat tocli niet op hol?' sprak de rechter, ter
wijl het paard met do voorpooten ougeduldig
wijze, om den ev-mrneij h op den
koop toe nog een mal fi.c'iiïr to doen
slaan.
Beleedigingen met wor/.' lpn geschie
den niet zelden uit wraakzucht.
Eu toch moet men in oen christe
lijke maatschappij op tl?, vraag, of
wraak geoorloofd is, ecn ont
kennend antwoord onivar.ttop.
Maar... de praktijk!
De wat al te krasse v'Éiin, dien b.
v. de Korsikanen er met hunne ven
detta" op nahouden of Bi<-n men aan
treft bij hot Maleische- ï.ionschenras,
waar hot leven van den vijand"' het
eonig afdoend zosnofféd s, die is
bij ons gelukkig niet Hl' meest ge
bruikelijke, maar voor h< overige zit
het denkbeeld van «belaa l zotlen" er
toch vast bij ons in.
Dat heeft men weHj-iiit van d^
schooljongens geleerd, dip,'een »kwes-
tie" eerst moeten uit vóel. Un vóór zij
weer als vrienden met el ander kun
nen omgaan. d.
Ook bii ons is no-2» niet
uitgeroeid, dat liet een Mwijs vaii
gebrek aan moed is een geleden na
doel, een ondergane bnleediging »over
zijn kant te laten gaan," de rekening
moet eerst worden vereffend, eer tie
goede verstandhouding kan hersteld
worden.
iïlol volgt.
ücl inkuilen dei' Aardappelen,
Ilot maakt een groot j verschil met
betrekking tot de gaafheid van een
over de stiaatslcenon klaawdo.
-Volstrekt niet. Moor is zacht nis een
lam... ul die paarden op do markt en al dal
lawaai..."
«Zijn oog slaat zoo wilddo oot an staan
zoo spits, en do staart steekt zoo ontzettend in
de hoogt*."
«Het dier is hiij zooveel makkers om
zich heen te zien."
«Wat vtaagt ge voor uw paard
De koopman trok den vrederechter terzijde
en duisterde hein 111 hel oor:
- Vier honderd en vijftig gulden."
«Die prijs is te hoog.'' zeido do vrede
rechter, met hot. hoofd schuddend.
-Te hoog 1 de ponden zyn duur, vooral
de vijf en zes-jarige."
|>e man met zyn groenen kiel, dien wij een
kwartier geleden in do heiberg huilen do stad
verlieten, kwam bij het paard, koek liet in
den bok, ging or een paar malen rondom heen,
teneinde het nauwkeurig op to nemen, en
vroeg naar den prijs.
«Vier honderd vijftig."
«Ik betaal er u op slaande» voet vier
honderd voor, onder voorwaarde dat ik het
dier ten hslf uur mag probcereu ouder den
man en voöf 't rijtuig."
»L*e voorwaarden neem ik aan. doch
van mijn prijs ga ik niet af," antwoordde da
roskanimet'.
De reel.ter Imd zin in I«ot paard.
De koopman met zijn groenen kiel had
reeds een 1110,0 bod gedaan, iets dal wel be
woes dat Moor in het oog I lopende hoedanig
heden had. Neon, dat. paard mocht, hij niet
laten ontsnappen. Hij bood tien guldon liooger
dan do man mot den groenen kiel.
-Dat is vier honderd cn tien gulden
sprak de koopman
«Keu mooie prijs," meende de vredo
vrucht, onder welke omstandigheden
ze groeit; maar oven waar is het,
dat het gaaf blijven voor een groot
deel van do behandeling afhangt. Als
de landbouwer in dezen tijd van
't jaar mat een vracht aardappelen
van 't land komt onder hevige buien,
zoodal de aardappelen doornat op den
wagen liggen en 't water bijna onder
door 't wagendek lekt en dan dio go-
wassen zoo maar zonder verderen
omslag in den pasgedolven kuil laat
loepen, dan mag, dan kan hij niet
verwachten, dat ze in 't volgende
jaar goed gaaf zijn.
Een goedo bewerking is een geheel
andere. Al die aardappelen hadt ge
hier of daar op den vloer moeten uit
spreiden en dan een dag of drie la
ten liggen. Rad! ge ze eiken dag
wat voorzichtig omgezet, zonder ze
to kwetsen, daar zou 't niet minder
om geweest zijn. Doornatte vruchten
loenen zich niet voor goede bewaring.
Gelijktijdig dat de aardappelen uit
gespreid werden, had do kuil gcdol-
reu-fliuwxs.1 w»™,,..,
en de wanden droog konden worden.
En dan eerst komt bet inkuilen, oven-
wel niet zooals velen doen, 30 lot 40
ILL. in eon kuil. Waarom niet liever
een kuil meet Leg de aardappelen
er vooral niet to hong in, want dat
geeft bij strenge koude, licht schade.
Minstens twee voel blijft ge beneden
den beganen grond. Dek dc aardap
pelen met droge plaggen. Dat is beter
dan stroo. Zet in do hoeken van de
kuil rechtopstaande! slokjes, dan hebt
go 't volgende voorjaar altijd de grens
van de kuil terug. Dek nu alles met
zand toe. Voor ge dat echte)' doet>
neemt ge eene buis of pijp van zoo on*
geveer 1 d.M. middellijn; een paal kan
ook wel dienen. Deze zet ge in 't mid*
4 den en nadat alles goed is aangevuld,
baalt ge buis of paal uit. Die opening
dient als afvoerbuis van do gassen en
dampen dio ontstaan. De bovenste
mond dekt ge met een paar tegen el
kander leunende pannen. Dan wordt
de opening niet door ronddwarrelend
blad verstopt en geen regen heeft toe
gang, Maar vriest, het er niet in'? Neet!
De .vorst treedt door deze opening van
wege de opstijging van warme dampen
niet toe.
Wat liet bedekken betreft: in 't mid
den behoeft de massa niet zoo dik te
zijn, maar vooral drago mon zorg. dat
men ruim voldoende over do kanten
van den kuil komt anders zal daar de
koude invallen. Bij strenge torst bo
tlekke men de kuilen tevens mot sneeuw
of zoo die er niet is, met eeu laag turf-»
molm.
I11 streken waar de grond uiteraard
graven. Daar legge men de aardappelen
op den grond en bedekke ze daarna
met droge plaggen. Men maakt nu een
omhulsel van zand, zóó dik, dat overal
liet blad van een schop cr geheel recht
standig ingestoken kan worden. Het
best doet meu, door de aardappelen in
te kuilen in den moestuin, wanneer die
aanwezig is, omdat die grond lang zoo
sterk niet aan bevtiezen onderhevig is,
dan gewone aarde.
Wat we hier omtrent 't inkuilen van
aardappelen zeiden, gaat ook door voor
wortels, echter met dit onderscheid,
-Mijnheer ken» al de hoedanigheden van
het beest niet." was het antwoord van den
eigenaar, «anders dong hij geen stuiver af.
-Laat heat nog eens draven," verzocht
de rechter.
«Dat map draven heeten," mompelde de
man mot zijn groenen kiel, doch hij mompelde
juist hard genoeg, om door den vrederechter
verstaan te worden.
En werkolyk. Moor draafde zoo schoon en
zoo hard, en hij scheen zoo zacht voor den
ruiter te lnopen, dat hij bij eiken liefhebber
voor een goed en deugueiijk paard moest
doorgasn.
De man mol den groenen kiel stond al weer
Dij liet paard, hij moest, zoo dacht de rechter,
veel lust hebben om Moor in riju bezit te
hebben.
Het lag niet in het karakter van den 1 ech
ter in dergelijke gevallen niet veel overleg en
hodanrdhoid te werk te gaan.
«Vier honderd en twintig guidon," sprak,
hij.
-Indien gij het verschil deelt." antwooid-
do de koopman, is liet p nu d verkocht... vior
hondeid vijl uu during gulden."
-Kom. wat maakt m j de som van vijf
tien gulden," dacht de vrederechter, «dat is
een paard vtinr mijn Uvea."
-Top!" sprak hij. den koopman in de
geopende hand slaande, «uw paard is verkocht.
Tien minuien luie" was de ko «pprijs betaald
cn leger, den avu.nl reed hij, hoog-u voldaan
over zijn uitstapje naar de markt, naar huis
terug.
Als de wind vloog do oude tilbury over den
straatweg, en met innige voldoening merkte
de rechter op, dat Moor al harder en liaider
begon te loopeu, hoe verder hy van do stad
was.
Het was pikdonker, toen do tilbury van den
rechter voor zijne woning stilhield.
-Jaap, ben je daar?riep hij,
-Ja. mijnheer 1"
«Nu heb ik een best paard, een looper...
«En heeft ue oude bles veel opgebracht?"
vroeg Jaap.
«De paarden zijn duur," sprak de rech
ter. «Maar kom. zet hem maar gauw op stal."
Jaap nam hel tuig af en bracht het dier op
stal.
Pen volgenden ochtend stond Jaap met den
elleboog op da krib leunend, het nieuwe paard
oplettend ie bekijken.
Tienmaal achtereen ging Dij er rondom heen
keek liet in den mond, staarde het vlak in de
oogen, tastte liet met de hand dan op de rib
ben, dan op de ruggegmat en ging dan weer
met don elleboog op de krib leunend, suum
kijken naar liet nieuwe paard, waarvan hij
volstrekt geen hoogte kon krijgen.
«En dat. zou zoo'n verbazende looper
kunnen zijn?" sprak Jaap. -Ja dat paard
schijnt stevige pooien te hebben maar.... Nu
in 's hemels naam," zuchtte Jaap. «indien het
dan toch zoo is en niet anders ga ik het paard
eens (er dege afpootsonwat is-dat 'oeest eig
beslijkt
Eenige minuten lang ging hij in alle rich
tingen met zijn roskam over de l.uid heen, die
hij daarna «iet een s'roowisch afwreef en ver
volgens glad boistoldfi. Daarna knmdo hy
manen en smart uit en ging toen ven emmer
water halen, om dc beslijkte poolen van Moor
schoon te wassen. Nauwelijks was Dij een
paar keeren met de natte spons er over heen
geweest, of liet water vras vuil en zwartachtig
Jaap bleef wasschen, cn weldra kwam eeu
sp.erwiüe paardenpoot te voorschijn.
-Wat is dat nu?" vroeg Jaap. een paar
pas achteruitgaande, on de» van kleur veran
derden poot met aandacht bekijkend, -was
dat nu alleen slijk, dut aan het haar kleefde?"