Karakter,
De laatste Stuiver
ZATERDAG 20 JULI IS95.
ZESTIENDE JAARGANG.
No. 29. -
T00Ï
Abonnementsprijs per kwartaal.
Prijs der Advertentiën:
Deze Courant verschijnt ieilcren Zaterdag.
voor Vknrat 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitonland 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
Uitgever:
L, A.. SASSENT.
van 15 regels 30 c.
elke regel meer G c.
grooto letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 2maal berekend.
Advert6ntien of Ingezonden
Stukken gelieve men "s Vrij
dags vóór 2 uur 's middags
te bezorgen aan het Bureau van
«Peel en Maas1' te Venray.
Wat is karakter? Welke eigen
schappet) bezit het. Waarin drukt het
zich uit?
Daar zijn, gelijk men weel, lieden,
van wien man zegt, dat zij geen ka
rakter bezitten, dat zij karakterloos
zijn. Daar zijn anderen, van wie men
geluigt, dat zij een karakter hebben.
Daar zijn er echter ook maar bun
getal is helaas, niet zoo heel groot
die een fier, eeu edel karakter loonen.
Wat bedoeld men met dit karakteris
tieke woord «karakter" wat is ka
rakter? -
Door karakter verslaat men den
gemoedsaard van den mensch, minder
of deze laatste droefgeestig of blij
moedig is gestemd, maar ol hij in
alle 'omstandigheden des levens zich
richt naar en laat leiden door al wat
edel en goed is. En daar wat edel
is en goed in hoogste volkomenheid
slechts in den godsdienst te vinden is,
spreekt het ook van zelf, dat ware
karakters bij oprechte geloovigen op
de eerste plaats moeten gevonden
worden.
De mensch die geen vast karakter
heeft, is een speelbal zijner hartstoch
ten, het is noodzakelijk, dat de mensch
die iets wil presteeren in dc wereld
I-feuilleton.
OP
God vergeldt het duizendmaal.
4.
Daar zag hij ongezien van haar, haren han
del en wumlel, hare vlijt iit den dienst, en de
reinheid en eenvoudigheid der kleeding in
welke zij dagelijks verscheen.
Van dag tol dag blikte hij liever cn liever
voor hel venster gedurende don jus:tijd die
eens vO'«r altyd bij meester Keuter van twaalf
U t half twse me was ingebracht.
lladde liet brave meisje geweien wie daar
boven woonde, voorzeker had /.ij dikwytiter
omhoog gezien; maar /.ij wist het niet, en het
vensterken :nei blauwe en groene ru.len boe
zemde haar weinig belang in.
Dat /.ij liet gesprek der in.iuiien over An;ehn
had afgeluisterd, hield zij voor geeue zonde,
tn iur voor een geluk, want haar hart huppel
de toen van vreugde, en niets was baal' on
aangenamer dan dat zy aan Auselm met kon
mededcelen al wat zijn woordgterige meester
over heui gezegd Dad
Dat kon ui 'i geheel maar met gebeuren, en
zy moest de vreugde alleen dragen. Die last
was toch te zwaar, en daar de bakkeriu eene
brave, goede vrouw was, waar zy reeds zeven
jaren bij gewoond had, zoo moest zij liet haar
toeh zeggen; het pak drukte te zwaar. Deze
nam het zoo onverschillig aun alsof zij sprak
over het goed weder. Dat ergerde het uieisje
toch een weinig: zij trok in suite hire boven
lip omhoog en ging aan haar werk wijl zij
zucht mompelde
een degelijk karakter bezit.
Wat het beenderenstelsel voor ons
pbysiek lichaam is, is het karakter
voor de ziel. Ontneemt bet lichaam
zijne beenderen, het kan zich niet
slaande houdenontneemt de ziel het
karakter, zij wordt als een schip van
zijn roer beroofd; zij wordt een speel
bal der golven van den hartstocht,
als een door den wind heen en weer
bewogen riet.
Men spreekt van menschen, die
geen karakter hebben en van anderen
die oen laag karakter toonen
Wat wordt daarmede bedoeld
De dronkaard wordt karakterloos
genoemd, omdat hij in stede van de
verdiende penningen aan te wenden
lot onderhoud van zijn huisgezin deze
op brooddronken wijze verbrast en de
zijnen honger on gebrek laat lijden,
ook hij wordt karakterloos genoemd
die zich als een kwezelaar voordoet,
op hem gunstige tijden zijn gezicht
in een fijne plooi weet te zetten en
spot met hetgeen hen heilig moest
zijn.
Valscbe schaamte, menschel ijk op
zicht zijn een sta-in-den-weg voor een
fier, mannelijk en onafhankelijk ka
rakter.
De gierigaard, <lio dagelijks zijne
schatten ziet aangroeien, maar de
hand niet opent voot den arme die
van honger verkwijnt, heeft een laag
karakter, zoowel als de mensch van
wiens on rei no lippen woorden stroo
men, die den blos der schaamte moe
ten brengen op do wang van den
onschuldigen jongeling of der kuische
maagd.
-Ge denkt zeker dat Auselm geen goede
jongen is!"
Het was een Za'ordag (oen de molenaar
daar kwam. 'sjAvcnds na het eten gaf Keuier
aan Anselm zijn weekloon. Als deza hot ont
vangen geld op zijne kamer natelde, vond hij
een halven gulden te veel. liij liep in aller yl
naar beneden.
-Meester, sprak hij, gij hebt misrekend;
er is een halve gulden ineer..."
Hij legde het geld op de tafel.
-Ik misreken nouit," bromde de meester
tocli vriendelijk.
-Ju, nu loch I" zegde Auselm.
-Als ik u nu wekelijks eenen halven
gulden, en als gij blyft gelijk gij uu zijl, van
nieuwjaar af u een heelcn gulden in de week
meer wil geven, en gij daarmee niet tevreden
zijl, klaag mij dan aan bij den rechter!'riep
luid lachend de meester wiens vrouw verwon
derd opzag, wijl zy zelden ccne zoo lange, te
/amen hangende rede in huren langen geluk
kigen vrouwenstaal van hem gehoord had.
-Dan dank ik u hartelijk, en zal het
trachten te verdienen," sprak Auselm, s-reek
vergenoegd zijn geld op, zegde nog eenmaal
goeden uacbt. en snelde zijne trappen weder
op, doch ditmaal vlugger dan voorheen. Zijn
aanschijn straalde van vieugde. want hij had
uu reeds vijftig gulden gespaard
Waarom verheugde hem dit zoo innig?
Had hij lol de weduwe die hem haren
lautslon stuiver gaf toen hij byna verging van
honger en koude nici ge/.egd -God vergelde
hel u duizendmaal?"
Sedert dien dag had hij besloten aan de
arme weduwe zoodra hij zooveel gespaard had
baren laatsten stuiver duizendmaal weder te
geven. Nu was die somme volledig, on hij
hield nog omtrent, twee gulden over.
Nooii had hij vuriger en inniger in zijn
't Ontbreekt den karakteiluózen aan
moed, onafhankelijkheid en zelfver
loochening, bij bereikt zijn duel doer
kruiperij en 'loiorijWant die gebrek
heeft aau moed, huilt met den wolf
met wien hij in 't bcsch is,'schaamt
zich vaak in 't openbaar een uitwen
dig teelten Ie geven van zijn geloof
en is, o, zoo vroom als andersden
kenden of ongeloovigeu er niets van
zien.
Zonder moed geen waar karakter.
Gemakzucht vormt ook menschen
zonder karakter. Laat anderen het
woord opnemen, zeggen velen, die
zaak gaat ons niet aan. en zoo ge
schiedt het dat er gezwegen wordt,
waar spreken plicht is, waar ..belijden
gevorderd wordt.
Baatzuchligheid is ook vaak een
oorzaak van gebrek aan karakter.
eigenliefde, liet wroeten iu het slijk
naar eer en rijkdommen is t el, werk
van een karakterloos rnensc'n. Voor
den zelfzuchtige zijn alle we^en, die
naar weroldsche grootheid /voeren,
goed. Er wordt in hot stof ei'kropen
voor wat geld, wat aanzien, .''■.oor een
genadig knikje eener aaruScl.v g'ruui-
hcid. Beginselen worden verzaakt of
verloochend, als het geldt eenig aardsch
gewin te bemachtigen.
Die karakter toont en onbaatzuch
tigheid in het hart koestert, ziet steeds
bo venmenschel ijk ideaal voor óogen.
De wereld moge hem bespotten, zijn
opoffering in twijfel trekken of aan
baatzuchligheid toeschrijven, hot deert
hem niet wat er gemompeld of ge
sproken wordt.
Die voor zijn beginsel leeft cn daar-
avondgebed den Home gezegend dan lieden,
nooit zachter geslapen dan dezen nacht; nooit
wns hij vroeger en vrooi ijker dos Zondags
's morgens opgestaan dan nu.
Als bij gekleed was kwam bij boneden. De
meesteres was leeds aanwezig.
-En al zoo vroeg wakker?" zegde zij,
zijn morgengroet vriendelijk beantwoordende.
-Ik ga papier koopen," sprak hij, -om
nog eenen brief te schrijien eer ik naar dc
kerk ga."
Toen hij uit de deur trad ging juist de deur
des bakkers open, cn Hendriku. blozend als
een roos, tiad buiten om water ie balen aan
den boek der siraat neven den papierwinkel
waar Anseiin been ging.
-Waar loop' gy zoo vroeg naar toe?"
zegde het meisje en lachte hem vriendelijk
aan.
Anselm verleide haar dan vroolijk de ge
schiedenis van dea stuiver der weduwe, liij
deed dit nochtans zonder de plaats «<f de we
duwe te noemen.
Het mei.-jo liet een diepen zuchtzij km
nauwelijks nare aandoening verbergen als de
jongeling zegde dat h:j de weduwe den si ui ver
duizendmaal weder zond. uil hartelijke dank
baarheid... eu zy lachte hem met tranen in de
oogeu aan.
-En den stuiver, vervolgde liy. zal ik
moest ik ooit eene bruid vinden, in goud zet
ten en er voor haar eene boistspehl. van laten
maken..
Een nog diepere zucht welde uit Hendrika's
borst op; wat zij eehicr daarbij ducht weet ik
niet; was het misschien -ik wilde wel dat ik
den stuiver mocht dragen!"
Hendrika vei schrok plotseling bij de ge
dachte dal iemand haar iung kuu.cn mol An
selm kon afgespied hebbenzij wensclile hem
-goeden morgen!" oil ijlde tiaar de pomp, ter
wijl Anselm het noodige schrijfgerief ging
voor alles veil heeft, liij is een man
van karakter, de achting, den eerbied
van allen waardig.
Deden allen onder ons, in den ka-
raktot loozen tijd, dien wij te door
worstelen hebben, hun plicht, dan
zou dc wereld er goed bij varen.
Allen moeten beseffen, dat zij eene
wereldheerschappij beboeren te vor
men van onderlinge bescherming,
geenszins van wederzijdsche vernielin
gen.
Verwarring van bevoegdheid, aan-
matiging, willekeur en geweldpleging
door karaktcrloozen in praktijk ge
bracht, voert het menschdom ten )er-
derve; op hen is dan ook van toepas
sing het spreekwoord, dat veel waar
heid bevat:
Ter wille van het smeer,
Likt de kat de kandelecr,
lid Haar der Paarden.
Do baren, welke met hunne wor
tels in de lmid vastzitten, onderscheidt
tiioii in dok'netuic-, bcr.ehuilc:fds> ar.
lastbaren. De eerste nl. de dekkende
of dekharenvindt men over het go-
heele lichaam verspreid on ze dienen
lot beschutting togen koude, regen,
enz. Door hunne benedenwaarlscho
ligging, loopt het water gemakkelijk
er langs af cn vormen zo te gelijker
tijd een licht dekkleed. Juist die
plaatsen welke hel meest blootgesteld
zijn aan weer en wind zijn het dichtst
van dozo haren voorzien, terwijl de
meest beschutte dec-len er dun mede
halen, en dan vlug naar buis keerde om zijnen
brief nog bijtijds in de bus te kunnen steken.
De woorden die l:jj schreef waren de leven
dige uitdiukking van hetgeen hij in zijne ziel
gevoelde; eenvoudig maar hartelijk gaf hij
zijne dankbaarheid te kennen. Dan pakte
hij het geld in, droeg het naar den post en
deed liet vrachtviy bestellen aan de weduwe
Albert.
Met een zalig genoegen in 't harte, keerde
hij huiswaarts, n;.iu zyn ontbijt, ging dar.
naar de kerk en geene ziel was ncdeu meer
vaibaar vcor het woord Gods dan de zijne.
V.
Wondere zaak Sedert dat HenJrika de
geschiedenis van don stuiver kende, scheen zy
Anselm veel nader Ie staan, cn iedere morgen
werd er lusscheh hen ecu vertrouwd ij.ce groei
gewisseld.
Hieruit kwam voort dat zij voor elkander
weldra eene opievli'o en reine genegenheid
hadden opgevat nuar daarbij bepaalde zich
alles, want aan een huwelijk was nag met te
denken; zij waren beide arm. llendrika was
dc eenige doch'or eouer oude en w ine vrouw
die zij inet haar dagloon getrouwelijk onder
steunde; Alselm Wis vader en moederloos, en
bij hem was het gelijk men gewoonlijk zegt;
-Als hij op eenen lmo:n steeg, had liij up de
aarde niets inecr te zoeken."
Waarmede ecnig bedrijf aanvangen? Waar
van ecu huishouden ingericht? Zoo droomden
beide. Doch zij iroositon zich met de gedachte
dat zij nog pmg waicil, en in.inkten daarbij
hot voornemen olkeu stuiver met zorg te
sparen.
-De mensch, wikt. God beschikt." Zoo
luidt eene oude spreuk. Kort na nieuwjaar,
als Keuier Ansehns loon :net oen gu:d<n in do
week veihoogd had, werd de meester gevaar-
bedekt zijn. Ouderdom, ras, geslacht
en jaargetijden hebben invloed op
lengte, dichtheid glans, enz. Hoe
meer de dieren aan weer en wind
bloot staan, des te langer groeien
deze haren.
De beschuttende haren zijn veel
langer dan de dekharen en naargelang
de plaats waar ze aangetroffen worden,
hebben ze verschillende namen, bijv.
manen, staartharen, maantop, behang,
oorharen, neusharen, oogwimpers, enz.
Manen en staart zijn deels versieringen
van het paard, anderdeels nutlige
werktuigen ter verdrijving van lastige
insekten. De koolharen of het z.g. be
hang beschut de teedere Luid van het
koothol tegen uitwendige invloeden.
Vandaar, dat men paarden, welko veel
in nattigheid moeten werken of staan,
deze natuurlijke beschutting niet mag
benemen door het z.g. opscheren. De
oorharen vindt men bin: o;i de oorschelp
zc staan kruiselings cn verhinderen hec
binnendringen van stof, vuil, enz. Het
zelfde doen de oogwimpers. Zoo nam
men wol eens waar, dat paarden, welke
de oogwimpers verloren hadden, bij
regenachtig weer de «ogen dicht hiel
den en niet van de plaats te krijgen,
waren.
De last- of gecoelharen zijn lange;,
stijve, dikke baron (borstels). Men
vindt ze rondom mond, neusgaten en
oogen. Zij staan aan hun wortel met.
gevoelzenuwen in verband, zoodat,,
wanneer ze in aanraking komen met
iets, deze haren een gevoelindruk te
weegbrengen op het lichaam. In don
ker bijv. is dit een waarschuwing voor
de dieren en worden zij zoodoende tot
lijk ziek drie weken, later wend hij ten grave
gedragen, en met hem Anselms hoopvolle,
vooi 'uitzichten.
Wijl de weduwe Keulor bij hore dochter,
die gehuwd was. hare laatste ju-en in rust
wilde gaan doorbrengen, zou de zadelmakelij
gesloten, on het huis verkoeld worden. Daar
door kwam Anselm zonder weik. Wat un
gedaan?
Het was op. oen schoonen Zaterdag vaa
Januari als 's avonds dc wagen van den Dal
molen aan dc deur van den bakker kwam ge-,
reden om meel af :e laden. Anselm zag het
rijtuig cn dachthaast moei gij hier weg, eu
gij zijt nog niet eens op den rooien geweest
Hij ping spoedig naar de weduwe Keujer
eu vroeg of /ij hem toeliet met den molenaars.-,
wagen mede te rijden, en 's anderendaags
weder te komen?
De vrouw had daar niets tegen; een half
uur later zat Anselm opden wagen cn reed de
stad uit.
Zyn bezoek maakte groote vreqgdo op den
molen, want de nndenaar had veel voor hem
over en wie met den molenaar wel stpnd, was
bij zijne vrouw altijd welkom.
Slechts de kiudeien kenden h«=m niet meer,
wijl hij zeer veranderd was sedert zij hem oy
den molensteen gevonden hadden,
ilvora, Ans-lm, sprak de molenaar, zat
li bij mij. Ik heb sedert Keulers dood. veel ge
dacht en herdacht wat wij met u gaan doen."
-lloezoo?' vroeg Anselm verbaasd.
-Gij moet reeds weten dat ik Keuleis
huis gekocht heb!" zegde de molenaar, wijl
liij dacht dat de weduwe Keuier hem uit ge
zegd irnd.
-Wat?" riep Anselm met verwondering
uit.
-Zoo, gij weet het niet? Wntmngde
reden zijn om welko do otido vp uw u dat ver-
borgen beeft. Nu, dit verandert uivts aau de