ZELFKANTEN* De laatste Stuiver ZATERDAG (i JULI 1895. ZESTIEN DE AA A RG ANG Deze Courant verschijnt ictleren Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Ven rat 50 c. franco per post 65 c. voor liet buitenland S5 e. afzonderlijke nummers 0 c. Prijs der Advertentiën: van 1—5 regels 30 c. clko regel meer G c. g'roote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 2maai berekend. No. 27. dvertentien cf Ingezonden |i Stukken gelieve men 's Vrij- «adags vóór 2 uur "s middags te bezorgen aan bet Bureau van 'Peel en Maas1' te Ven ray. Laat maar een öogcnbltk staan, juffrouw'k heb volstrekt geen baast, zei in do dorpsherberg, waar hij even kwam uitrusten, een eenvoudig wan delaar tol de waardin, die liern op zijn verzoek een glas bier inschonk. Eu even later, toen inmiddels het schuim was neergeslagen: Zou u 't niet liever vól doen? Ik ben geen kleermaker en houd niet van zelfkan ten. l)ie man, die een geheel gevuld glas verlangde, drukte vrijwel een algemeen gevoelen uit. Wat ons toe komt, wensclicn wij te ontvangen zon der korting. Of nu het begrip -zelf haat" zooals men weet de niet bruikbare enook niet in de Begrepen brecderc of smallere strook van een Stuk geweven slof, een hier passend beeld mag hooien, zou den we niet dur'cn bevestigen, maar in de volkstaal gebruikt men hel er toch voor. Als iemand verklaart niet van zelfkanten te houden, dan be grijpt ieder zijn bedoeling. Twijfel aan het goed recht van die begeerte, is niet mogelijk Rij den dngelijksclien ruil van koopwaren hobb'-n we mot vaststaande v aarden te doen, die in juiste cijfers zijn weer Feuilleton. OF God vergsidt hst duizendmaal. Niet 7.00 haast had het meisje don blcoketi on van koude bevonden Anselm op den mó lons-eon zien zitten, ol zij trad met oen mode lijdend ge/.ieii'je lol bom. en vroeg; -Zijl gij ziek, man i" -Noen. lief kind. aniwo.n-.ldo Anselm. m i ir afgemat, hongerig en vctsiijfd van de kou Ie." -Dat ga ik aan moeder zeggen 10n zij liep been gevolgd van den knaap. liene jonge, frissc'ie vrouw stond in <io keuken bij den baard. !io/.ig met bot middag maal le bereiden, toen bel meisje luimen kwam en riep -Moedorken, daar buiten, op dan groo- tcn steen zit een anno man, BOO block als de dood; bij beeft honger en amidegeef hem w«t vleoscb op een schotel, ik zal bet liever vandaag geen eten; ge zult bel d.en, niet waar De moeder liet den lepel dien zij in de bnr.d hield, in don ketel zinken, drukte in zalige vreugde het kind aan haar burl en kuste hei op ziju voorhoofd -Dal God in u dit medelijdend hart on geschonden beware!" fluisterde zij biddend, cn twee vi eugdetriuion rolden lungs bare wangen. "Breng dien armen man binnen, Liesje," sprak zij luid, ei: in eeu oogwenk bad liet kind de keuken vcijulou. tc geven. Lengte en gewicht en hoe danigheid zijn nauwkeurig bepaald; wie daarvan poogt af te knijpen, Staat hij het publiek niet boog aan geschreven en heeft maar te kiezen tusschen verschillende benamingen, do eene al minder vleiend dan de andere, ïn vroegere tijden achtte men het ïioodig-, dit stroven door speciale ver ordeningen legen (o gaan; vandaar bijvoorbeeld de broodwegers.' die af on toe eens onderzochten of er op het terrein van hun ambtsverrichtingen geen onbehoorlijkheden plaats vonden. We hebben die voorsclu iflcn meer reudcols afgeschaft, omdat do toepas sing nogal omslachtig was, eii ze vervangen door meer algenieene be palingen van liet Strafwetboek, aan welke al heel weinig de hand wordt gehouden. De tnnnschöji moeten nu maar uit eigen oogen zien, hel overige doet de concurrent:.:. Of niet temin, waar de laats; o is uitgesloten, zooals in leveringen bij aanbesteding, de zelfkant wel airij*l achterwege blijft, OÉ «liet SOU1S wordt gespendeerd r Sïk'iWaa' d waardoor de belangiiebbefiue wei eens gelegenheid vindt zoo ongemerkt een klein slagje te slaan, dat ziju alweer vragen waarvan we do beant woording zullen overlaten aan wie zulks toekomt. Doch hoe staat het met onzen af keer van zelfkanten, wanneer wij niet zijn do ontvangende maar de gevende partij Niet alleen in zaken van ruil of van handel, in welke hot eigen belang ons noodzaakt zoig te dragen, dat wij niemand -'te kort doen", maar Terwijl dit bij de moeder getuurde, was de blozende knaa,. in de kamer geslopen waar de molenaar zijne rekeningen aan 't overzien «Vader, riep hel kind, hebt gij geen wannen jas?" -.Ia zeker, Gorritjs, lachte do vader maar wi.avom vraagt gij dat?" -Ga hem Inden, vader, ik zal hem aan den armen man geven die daar buiten op den rncolen steen zit, en van koudo bibbert; hij beeft ook groolen hongerLm. je is voor hein o;on bij moeder gaan vragen. Zijn jas is gunseli versleten, vader, ik wil hem eeu beteren geven." «Maar wat zal ik dan aandoen als het nog kouder wc rdit" lachte do molenaar. -Koop dan ccren anderen!' liep de knaap vurig. -Goed. kind; maar geld!" -Ü, gij hebt geld; gisteren habt gij cene groote beurs vol zilveren slakken uit de stad medegebracht en zo voor moedor op t.d'el uit- ge.-c; ui; zij hielp zo tellen; or waren er veel! gij hebt ze daar in do kist gelegd, en daar hg gen zo ii'.g!" - Weel gij zoo raad," sprak de mole naar, -dan tal ik doen al wat ik kan." Hij trok den knaap aan zijn hart cn slond op. Bij bet .venster gekomen zag bij oenen arinen jonge ling, die dom- Liesje geleid, mat wankelende schreden het buis naderde, on zijn gemoed kwam vol. IIij bemerkte welhaast hoe ge grond bet ge/egde zijns kleinen zoons was, die reeds naar huilen gcloopen, met luide, in buis hoorbare stem den armen Anselin toeriep terwrjr bij naar bot venster wees: -Zie daar staat vader! 11 ij zal u oêïlén warmen jgeven; ik heb heul dit voor u gevraagd..." Anseliii streelde den knaap met de band ca er de krullende Luen blikte dan ïuel Vroo- bovenal in die talloozaangelegeneh- dun des dn gel ij Itschen levens, waarbij het hoofdzakelijk op tjuze persoonlijke gewetensvolle contró! aankomt? Hét was, mennen we, de l'ransche koning Lm.Ha-ijl; NYllI. van wien het bekende woord' afkomstig is: Nauwgezetheid is d-ï] beleefdheid der koningen. Deze vorst dacht er dus anders over, dan hol geval bleek te zijn bij den thans ia Engeland als gast optredenden tweeden zoon van den Emir van AL-ii -oisten, die heel netjes de hein opw gooiende hooge personages eeu huif.Tuur liet anti chambrereen, yóór pijn Aziatische Iloogludd goedvond ;.e Verschijnen. Van wijlca on/ a Kt-nJ ng Willem III weteii we. dal bij .s'.edd.s punctueel op zijn tijd was. w aar men ook zijn komst legem:ut zag, jen deze goede" is Ilof ook nu traditie wordt ill nero geilOÜC Met beeft I dat zoo'u vreém 'o haan niemand niinAN van Wali aan Ik?" org gevonden, lifwikle snoes- dan don pi ins van Wal:.: o:i i'Ving tan aan- h'-.-ft doen verliezen:u-l uitkijken naar zijn komst, en 't was inderdaad ook heel erg. Stol u echter eons oen soortgelijk geval voor onder geheel verschillende omstandigheden. Iemand heeft u een enderhond verzocht; te vens vragende het uur te bepalen waarop gij Imm zult willen te woord staan; de regeling van den tijd was dus geheel aan u overgelaten. Op het vastgestelde tijdstip schelt de min bij ii aan, en ook gij hebt u opgemaakt uaar uw woning of uw kantoor, om lijken lach naar bot vuiiMer, en groette den molenaar die juist de deur cpeude cn hem toeriep -Kom binnen on zot u bij hot vuur, want hut. is geweldig koud gewoiden." Do kinderen namen Anselm bij de band cn brachten hem voor den haard waar by zich nedo" zette. De goede moeder bad dit alles geboord en gezien van uit de keuken /.ij kwam aanstonds met eene las vel dampende soep die zij Anselm voor diende. «Ach, goodo lieden 1" zeide deze, -mocht do lieer u den rijken schat bewaren dien gij in uwe kindcien bezit!" -Aiuon, Amou 1" riep dc moeder en vouwde liaro handen te zenen. Do molenaar wi-di'o eene tram uit zijne uogon. AüSclm boog het boolil, bad stil cn begon het warme voods. I te nultigon. Do goede vrouw boh to welgemoed baren man too, knikte met het hoofd, en dc molenaar die tilt teek o n verslond knik te ook; beide wisten wat zij dachten, namelijk; dut is geen van die bed', laars en landLopers die wjj seiner dagelijks aan onze dour zien staan!" -Vader, vm-goec. bol nul, als u belieft, sprak dc roodwangige knaap en trok aan 's molenaars mouw. -Gij zijl toch een ware last, zoo lachte de vader, bob tod. oen weinig geduld Gan-iijo; ik belóóf hot u, ik zai bet niet vergeten." Ou lei tuss. aeii was de moeder in do kouken wedergekeerd en Liesje haar gevolgd. -Moedorken, vm bet kind. denkt gij dat die anno man genoeg heef; niet ce^s t.«s soep -Neen, lief kind." -Zuil gij bom nog iols gevenbij beeft zoo schoon geboden!" -Ja, maar dan hebben wij niet genoeg voor ons 1.ui-gezin, Lic.-jo." hom van dienst to zijn. Onderweg ont moet gij een vriend, die een gesprek aanknoopt, u uknoodigd om nog een eindje om le wandelen, of ergons bin nen te gaan teneinde met hom iels tc gebruiken. Weerstaat gij dien drang met hel oog op den bij u bescheiden persoon? Misschien wel, maar niet altijd. Die man komt waarschijnlijk in zijn eigen belang; welnu dan moet hij daar iets voor over hebben eu zich eenig wichten getroosten... Wie zoo denkt, vergeet geheel en al, dat hij onrecht pleegt; dat hij iemand ziju lijd ontsteelt die hem wellicht o zoo kostbaar is. De prins van Wales had vermoedelijk niet veel te verzuimen en wel bezien heeft dc Afghaansche gast door ziju slordigheid geenerlei nadeel toegebrachtkan dat steeds ondersteld worden, als wij, in onzen bescheiden kring, ons iets dergelijks veroorloven Slot volgt. 1 Niettegenstaande alle raadgevingen wordt door velen nog tegen de een voudigste regelen van den tuinbouw gezondigd. Dat is in 't bijzonder het geval met het giet water voor bloemen, groenten heesters en boomt;». leder moet als hoofdregel aanne men de zon, do warmte doel alles te voorschijn komen. Zonder haar geen groei, geen tieren. Eerst als de zon in de lente den kouden grond ver warmt, begint liet groeien, komen d# spruitjes to voorschijn, voJgt het bloeien en wassen de vruchten. Bij warmte en vruchtbaren grond, i is vochtigheid voor wortels en louf l noodzakelijk. Waar regen ontbreekt moet gieten daarin voorzien. En al is ook de bevruchtende, icarme regen, de verfrisschende dauw beter dan alle mogelijke gietwater, toch is dit laatste in de meeste gevallen vereischt. liet zal* evenwel dan alleen doel treffen, als de warmtegraad ervan overeenkomt met de warmte van den grond. Iets warmer kan geen kwaad, kouder mag het in geen geval zijn, om do afkoeling van den verwarmden grond to voor komen. Als de planten, welke ook, met koud bron-, regen of leidingwater, legoten worden, moeten ze als 't ware schrikken en verkouden worden, waar door de groei belemmert wordt. En al kan men dat in de meeste ge vallen niet zien, de gevolgen wijzen het toch uit. En hoe gemakkelijk is het, vooral voor hen die kleine tuinen hebben, voor tUff* limevriend dio ce:i balkon, een behoorlijk warm water te geven. Elk water, pomp-, regen- of leiding water, kan gemakkelijk tot gieten worden geschikt gemaakt, als men het maar in open vaten een of meer dagen in do open lucht, in de zon laat staan.. Het neemt dan ongeveer de temperatuur der lucht aan, en dat is geen te ver werpen voordeel. Moet men voor bloemen op 't balkon, of in dn kamer zorgen, dan is 't al vol doende een vollen gieter eeu heelen o: -Ik heb genoeg met een stukje broed, moeder, geef bum mijn deel. .Maar tij is zoo zuiver, niet. waar? Laat hem bi.) ons aan tafel zitten; liet mocht lioin anders pijn doen!"' -Dan hebben wij geea plaats genoeg, Liesje." -O. ik zal wel een stukje brood bij den haard eten, moeder, ik zul in vaders zetel ztiton." -Nu, dan is het goeu, Liesje, ga en dok dc tafel!" liet meisje ijlde mot borden, vorken cn ander tafelgerief weg, en de moeder vouwde dc handen, blikte ten hemel en bad stil: -Dark, Jleor, voor mijne kinderen, behoud ze zco Middelerwijl bad dc molenaar een gesprek aangeknoopt met Anselm en dc<e hem verteld hoe hij ziek geworden, liefdevol verpleegd w erd in hot. gasUmis. Dn maanden was hij 7,iek geweest, en in tusschen had zijn moes ter een audvicn knecht genomen; nu vreesde hij niet gemakkelijk wei k te vinden, hetgeen hem uiterst voel konmor baarde. -Welk ambacht kunt gij?" vroeg de molenaar. -Ik ben izadelmaker," antwoordde An selm, -Dan zal ik misschien raad weten, sprak de goede man ik zal n cn unnbevelingsbridjo geven voor mijnen zadelmaker in do Stad wien onlangs oen knecht gestoi ven is." -Hoe dankbaar zou ik u zijn I" spi uk Ansi-lm. - Wees toch zoo goed, bad hij. ik zou haastig wil ion voortgaan, want do reis wordt mij meer en moor moeilijk." -Kr is een middel oin u onvermoeid in de stad le brengen, jongeling. Dezen namiddag l ijdt mijn knecht er Mai" 'oo; gij kunt op don wagen ziften, zoo komt gij er gezond aan." Daarop ging de molen aar lot zyuo sein ij f tafel eu schreef er een briefje. Bij dien warmen haard was het zoo goed dat Anselm welhaast in slaap viel. Trooste- lijke en vreugdevolle droomen kwamen aan genaam zijne rust sloren, als eindelijk, eene kleine hand hem zacht aanraakte, ea Liesje hem in hel oor fluisterde Gij moet uu niet slapen, wij gaan eten. Anselm ontwaakte en dankte het lieve lcind. Nu was ook de molenaar met zijn aanbe- veHugsbiicfje gereed, cn reikte het Anselm over, zeggende -Mijn knecht Jacob moot bij don zadel maker zijn; volg hom daar, dan kunt gij niet; missen." Knechten en meiden waren intusschcn bi re nen g komen om het middagmaal te nemen. De huisvrouw die reeds de smakelijk geu'^nde spijzen opgedragen had. schoofde t*.den die verre van elkander stonden wat aicluer.eu plaatste er nog oen Lij wijl zij vioolijk. lachend tot haren man zegde -Denk eens, ons Liesjé vroeg pm den jongen gezel mot ons aan de tafel te nemen zij w is heden mot een stukje brood tevreden, cn wilde om plaats 'e maken bij den. haard in uwen zei el blijven zitten. Maar, Liesje. ging zij voort, het kind liefkozende, zie, wij hebben allen plaats, cn uu zult gij vau daag neven mij zitloii Nu sprak do molenaar enn kort gebed;, en allf-n zeiten zich aan lafel. Na hel eten zegde de huisvrouw bet dankgebed, en allen stonden op, bleven ec'niei op hunne plaats lotdal de me-'sG-r mm ieder zijn werk vuoy den namiddag had opgelegd. Sedert langen tyd hnd Anselm zieli zoo ge zond van harte en lichaam niet bevonden als nu... H'orrft icrv:!gd.

Peel en Maas | 1895 | | pagina 1