Wtakblad vsQf
iQ'IST ea omstreken.
De volmaakte wereld.
De laatste Stuiver
ZATERDAG 29 JUNI 1895.
ZESTIEN DE J A AUG A NG.
No. 2(5.
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Yenray
franco per post
voor liet buitenland
afzonderlijke nummers
50 e.
65 e.
S5 c.
Prij- der Advertentiën:
Uitgever:
L. A. SASSEN.
Deze Courant verschijnt edeven Zaterdag
▼an 1a rebels
cllio regel meer
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Adreriontien, Smaal geplaatst, worden 2
30 c.
6 c.
ii berekend.
Advertentien of Ingezonden
Stukken gelieve men 1s Vrij
dags vóór 2 uur 's middags
te bezorgen aan het Bureau van
»Feel en Maas" te Venray.
Slot.
Of cr nog eigendomsrecht zal be-
B'aan, is ceti vraag die wij moeielijk
te beantwoorden oebten, doch
stellig zullen de burgers eu burgeres-
sin in de Volmaakte wereld elkanders
bezittingen onaangeroerd laten. We
zullen dan 's nachts de deuren onzer
woningen alleen dicht doen voor de
koude, niet sluiten voor do dieven.
Natuurlijk is de politic dan afgeschaft,
want misdrijven zijn dan ondenkbaar.
Wellen en rechtbanken, ja, die
bobben we ook niet meer noodig:
hoogstens zullen eenigo eenvoudige
regelingen worden vastgesteld, geschikt
OUl i:»:. end er i i g,. verl;»i-ir_T
(z te maken en te voorkomen dal men
onwillekeurig een ander eenigeu last
veroorzaakt, maar wie die regelingen
eenmaal kent, zal c-i* óók niet aan
denken ze niet te eerbiedigen, zoodal
er evenmin van overtreding als van
straf sprake kan zijn. En muchl eens
hier of daar, wegens verschil van
opvatting een geschil ontslaan, aan
stonds zullen eenigo mannen of vrou
wen, op wier doorzicht men vertrouwt
ca op wier ervaring, men een beroep
doet, bereid zijn de oplossing voor te
stellen, bij welke partijen zich gaarne
Feuilleton.
OF
God vergeldt hot duizendmaal.
1.
In den herfst van hei, j »ap 1810 dwaalde
een j 'iigeling in dc omstreken dei stad 1'
rond.
Ilij was, zoo het scheen, ongeveer Iwintij
jaren oud. en zag er afgemat, en elii uilig un.
Geen wonder, nog maar eenigo dagen gelede»
had hij liet gaalhuis, dio christelijke schuilhoek
des lydons, verlaten nt» er drie maanden aan
ziekte geleden Ie hebben.
Op verscheidene plaatsen Imd hij naar werk
gezochtdoch geen gevonden/
Reeds begon de avond Ie vallen, en Anselm
Rodenberg, zoo heette de jongeling, had te
vergeefs naar een nachtverblijf uitgezien wijl
hij geeneu enkelen stuiver méér bezat, ilij
gaf nochtans den moed »int verloren ei: trad
met vei haasten slap naai het Voor hom bg
geilde dorp.
Ken kleine, doch znivero woning, hij den
ingang des dorps gelegen, scheen hem vrien
delijk toe te lachen, cu hij dacht
«Mogelijk woont hier n<»g eeno goede
zielin kleino huizen vindt men die zoowel
als in groote..."
Hij naderde tot de deur en klap'e anti.
-Kom binnen." riep eeno vi ui wensten.
Anseliu opende; ecne oude, urine, doch rem
gcklcedc vrouw za» bij hel eenige veusier van
hot huisje in een boek te lezejl. Vriendelijk
blikte zij den jongeling aan, doch haai gelaat
ucdcBÏèggeti.
De behoefte, om door speciale ver
maningen en opwekkingen tot oen
betere vervulling onzer plichten ge
bracht te worden, zal niet bestaan,
hoe is dat ook mogelijk, waar ieder
in dit opzicht aan de hoogste eischen
beantwoord. Aan eigenlijke godsdienst
leeraars blijft geen arbeidsveld over
gelaten; wel zullen we bijeeukomsten
houden cm ons gemeenschappelijk te
verheugen in de zegeningen van den
nieuwen toestand, maar dewijl g«ten
verschil van geloofsvormen, al blijft
het bestaan, een beletsel zal zijn om
personen van onderscheiden belijdenis
in ééa kring te vereenigen, is als
voorganger ieder bevoegd, wien de
gave van het woord geschonken is.
Schiedam is gesloten, do be
geerte naar bedwelmende dranken is
verdwenen. Of we dan met een enkel
glas onvorvalschien wijn ons zullen
verf: isschen, kan aan ieders smaak
worden overgelatenwaar geen nei
ging iet dronkenschap meer is. behoeft
zelfs dc aanraking' van den feestbokaal
te schuwen. Er is, bij een hoog go-
voel van zedelijke 'verantwoordelijk
beid, ook meer vrijheid om eigen
listen tc volgen, wanneer zij nog de
Jbzoudheid, noch hel maatschappelijk
welzijn bedreigen; wie vegetariër wil
zijn, hij ga zijn gang wie zich
van tabak wil onthouden, late hel
rooken na, zonder dat hij zich
daarmee verbeeld, wijzer en beier te
zijn dan een ander, die een glas wijn,
een stuk vleesch of een sigaar wil
genieten.
kreeg ecne weemoedige uitdrukking als zij
den urmen, van koude bevendun Anseliu
De jonge bedelaar .«prak Oen gehad uttde
weduwe eenen blik naar baar venster wer
pende tegen welk de gure wind .onophoudelijk
blies, daciitaan den ongelukkige dio hoiigeiend
door z.uik weder hoon moest. Dan opende
zij dc lade der l -fel, ntiiD daaruit eenen-stuiver
dien zij bom met eenou vriendelijnen lach toc-
rciUte, /eggende
-Ziedaar, mijn z.oon, liet is al wal ik
heb. God zal u on mij helpen nis wij Hem
altijd voor ongeil houden en in het harte dra
gen. Verbruik dien stuiver niet nutteloos, mijn
zoon, dan z.>l er de zegen Gods op rusten
Diep getroffen nam Ariselm liet geldstuk
aan eu spruit
„God vergelde het, u duizendmaalen
liet. hart vol dankbare gevoelens vcriiot hij de
woning der weduwe.
Met den ssutvcr in do hand ging do arme
jongeling naar oenen bakkerswinkel die twee,
ilne huizen voider stond. De bakker, een
zwaarlijvig, doch ook goedmoedig man, z.at in
zijn z.eii-i te rusten tocu Anselin binnen trad.
„Meester, sprak de jongeling, ik bon
een ai-me anib.icbtsgasl; ürio maanden bob ik
in het gasthuis gelegen';- do hunger kwelt mij
gewelJig; de weduwe die dit kien huisje daui
bewoon», heeft mij.haren laatstcn suitvor ge
geven! wees zoo b&rlnhartig ei mij een groot
stuk brood zoor tc verkuopen waill ik ben
zeer verhongerd."
De goede bakkc kreeg reeds do Iraucn in
de oogen toeu hij deze woorden hoorde, en
spi a.t
«Heeft die arme weduwe u eenen stuiver
gegeven, zoo kan ik toch niet minder doen
dan zij Kom binnen, zet u b:j hel vuur. Want
als dc maag ledig is, licofl men dubbel»-
koude."
i geen
De gelieele omhaal van armenver
zorging- en wat er moe i in verband
staat zal zijn opgeruimds wie maar
verneemt," dat er iemand hulp noodig
heeft, maakt zich terstond op om die
te brengen, verheugd dat lieui zulk
een buitenkansje te beu t valt, en
zonder te v ragen naarj stolsi.4 of
organisatie. Lijdenden zullen er altijd
zijnde natuur doet haar rechten gel
den en grijpt met dikwjjjs wreede
hand in dei metisclien lot; Maar alle
harten voelen mede en alle Lauden
drukken die der bedroefden en
van lijden door eigen schuld
spoor meer te ontdekken.
Die vol,naaide wereld zou zij
inderdaad loon- en kleurh >s zijn,
zou zij er een wezen, waarin men
z di vervoolU Z»ndeu vriendschap on
liefde, zónden de no-mle harls-
locltten, welke zij inboe tuien, niet
ruimschoots de plaats viKuljÖn. die
thans wordt ingenomen iuor allerlei
dingen, welke ons tot ont?r strekken
A i\> J,
Ie verrichten zijn, wai\t,f we moéten I
hard werken eu dikwijls onaange
naam werken ten behoeve van veler
lei dingen, waaraan we niets hebben
uf om do kwade gevolgen weg tc
nemen van allerlei vei keet (lliedon, door
onszeivo of door anderen begaan.
Maar dat is toch geen verlies, min
der verplichten, moor vrijwillige^ ar
beid ten bate dergeneu, die zelf de
kracht tol werken missen, in de eerste
plaats van onze kinderen. En dan
hebben we nog de kunst, dc ken
nismaking met de geeslcs-producton
Daarop ging hij in dXs keuken, bracht een
stuk vleescli, eon brood, een» kan bieren
stelde i:et Anseliu vour zeggende
-Eet, mijn zoon. z.oo iaug hei. u smaakt.
Uwen stuiver kunt gij bo:.ouden spaar hem
wel, hij zal u zegen b.eugoit."
-Dit «loei hij reeds meester 1" tiep An
sehn, maakte een kruis en begon Smakelijk
te eten.
Toen bij zijner» honger ten volle bad gestild
stond de jongeling or, d.uikto den hakker met
baast en -.vilde onverwijld vertrekken.
„Waar wilt gij mg heeu gaan?" sprak
deze, -het, is slecht weder en pljttls laat in den
dag. Ik z.al niet dulden dat gij hel doi p zoudt
verlaten. Daar is geld; in dun Gouden Leeuw
krijgt gij daarvoor nachtverblijf en ontbijt.
Nog eens, bewaar don stuiver der weduwe,
jongeling, bewaar hem als goud Gods zegen
i ust or op
Met tranen in do oogen nam Anselin liet
geld aan u.t do handen van den bakker,
een welgemeend „God looue u" vloeide i
zijne lippen.
In den Gouden Leeuw aangekomen, v
leido de dankbare jongeling w.ii hem weder
varen was, vroeg uen naam der wedu'\ye,
schreef dien op een stukje p i pier waur hij den
stuiver inwikkelde; dit puaje stuk hij zorg
vuldig bij zich. Eer hy slapen ging, beval hij
de weduwe en den blaren bakker in een vurig
gebed der genade Gods.
Wat zou hij verheugd geweest zijn, l.adde
i.ij geweten hoe nog dien z<j!fdeu avend het
lienj.irig doelitei tj»i van den .bakker, naar de
weduwe een kiuik melk droeg en een hi nod
waar de bakker van boven e»-n zilvc.cn munt
stuk bad ingestoken! Di Heer vcilaat de
zijnen niet, dit is en Li ij f waar en up den
stuiver der weduwe rustte z/jn zi-geii
Als Anseint des anderdaags, ganscli ver
kwikt door de nacht:ust, zijne slaapstede had
van ons voorgeslacht, met die onzer
tijd pernio ten, die in een of anderen
vorm wat te zeggen hebben, waar
lijk die vrees voor verveling is
wel hersenschimmig!
Doch laten wij er de proef van
nemen. Do volmaakte wereld is er nog
vooreerst n:ei, en zoo in het algemeen
zal zij nog wel een poos wegblijven.
Maar wij kunnen de wereld der wer
kelijkheid 2oo goed maken als onder de
bestaande omstandigheden mogelijk is.
Niet in het bereik hebben, maar in het
strevct: naar bereiking ligt onze zede
lijke kracht. Eu zelfs hel weinige, dat
wij daaraan kunnen doen, verhoogt
reeds ons geluk, maakt ons leven rij
ker en voller. Lat -n wij zoeken,
dan zullen we vindon.
H/iaïs als Paardeavoeder.
Over de waarde va:i maïs als paar-
ihiIEn nog steeds de
een Duiisclr nöoiiT bïncW-.w^-J^'L:. --;
denarts, dat zij Koliek zou veroorza
ken, terwijl dit door andoren werd
ontkend. Maar men is het er tamelijk
wel over eens, dat de paarden bij
maiïs-voedering minder dienst kunnen
doen dan bij voedering met haver en
dat zij meer en spoediger zweetcn.
De laatste meming heelt zich gehand
haafd na de talrijke proeven, die met
maïs-voedering genomen zijn in bet
Fransche en het ltaliaansche leger.
In den Amcrikaanschen burgeroorlog
verkreeg men wel betere uitkomsten,
maar wellicht zijn deze wat gunstiger
voorgesteld om nog meer afzet voor
de Amerikaanscho maïs in Europa te-
vinden.
fl In den allerlaalsten tijd zijn ook ia
Duilschland proeven met voedering van
maïs aan paarden genomen.
Men voederde aan de paarden van
een cscadron cavalerie voor de helft
der waarde van het haverrantsoen aan
maïs, bij een ander escadron gaf me i
kleinere hoeveelheid. Later gaf men
aan de paarden van het gebeide regi
ment i :i van de waarde van het jbaver-
ranlsoen a ui maïs. In de jaren'93 err
94 stierven bij dit regiment 48 en 53
paarden aan koliek, terwijl er in 1891
en 1892 slechts 34 en 21 aan deze
ziekte b«<7,weken. De kohekgevalleu
namen bij dcnzelfdcn dienst en bij maïs-
voedering alzoo toe. In 1893 toen
slechts bij twee escadrons maïs werd
gevoederd, telden deze ondei hun
paarden ieder 14 koliekgevallen, ter-
wijI er bij de andore 3 escadrons slechts
G a 9 voorkvv-af-s^d
1 «j-ff-V..»,, (fa. .augnnstige uit
staat van gevoed Leid verbeterufc, «lat
het haar glanzend werd en de iioeven-
slerker groeiden. Sterker zweetcn werd
niet waai genomen. De paarden eten
maïs liever droog dan geweekt. Ook
gist geweekte maïs Jicht bij warmt
weder, liet best is ze grof te malen,
«laar anders vele korrels onverteerd het.
lichaam verlaten, vooral bij paaiden,
die er niet van jongs af aan geweatiL
zijn.
IJ ij mnïs-voedcring drunkc men 3/1
vóór of minstens 2 uur 11a het voederen.
voluten, schonk ile bun* van «Jeu Gouden
Leeuw hem ecne goede tns IccJfe voos-,
plaatste brood, boter eu kaas duaibij, en
sprak
„Zot u bij: liet moge u wel bekomen."
De jongeling ze* te zich neer cc 08tu een
lekker onlhijt. Als bij, ganscli vetztidigtl
zijnde, naar zijno roker.mg vroeg, lachte de
baas
„Zou ik, riep bij, geheel myn leven lang
mij niet Moeten beschamen voor de weduwe
Albert die u baron 1 misten stuiver g.»l'Ga ia
vrede, junguliug, onz.o rekening is reeds go-
elfend."
-liet is golijk de bakkes bet zegde,'"
sprak Anseliu, „er just oen zegen cp den
s. ui-ver 1''
„Dowaar ham zorgvuldig," vervolgde do
Een dankend „God z.al 'l u touneil", was
wat Aiiselm kun uitbrengen ter-wij! bij den
lierbei gier \u, ig de hand drukte eu heen
11.
'Voor niets Ier werclJ h.uldj Anseltn zijnen
stuiver gegeven; button list dorp gekomen
drukte bij liein aan iiet liart, eu wat bij 011
derlussclieit met «Ie oogen te» hemel geneven
mu; melde, was welh.-bi niels anders dn: eeno
bede voor de'weduwe en de beide weldadige
personen die hij ontmoet bal. -<jod vei-
gclde hel Iiuii dui/end-jiuatdie wenseh
stroomde z.okdei ophoudi-n over zijne lippen.
Het Was loeli eeno wondeiv zaak overal
waar hij kwam werd iiij lu-fderijk ouilmald
liij moest niet eons «je g:\vone L-edelbcde d ie»;
milde giften kwaaien beili van alie kauleu 10e
Honger kende hij niet mooi-; slooats de koude
die dooi zyuc betitu veis.eten kleeds ig drong,
«Jeed liern nog lyden, uu.d iar hij nog zwak en
uitgeput was djo; zijn hmgduiige ziekte, ver
volgde l:ij zeer traag zijnen weg.
Volgaarne had hij nog voor den middag do
st.-.d "e. bereiktdoch daar was hij nog dxie
groote mijlen at. Drk) mijlen afstand is voor
een half genezen jongeling geene kleinigheid
ook voelde A ris elm welhaast dat hij te veel.
van zijn krachten verhoopt had, 011 oumogelijk
denz.elfden «lag de stad nog kon faererkoi».
Een voetpad dat zich, rechts van den groo-
ten weg, naar eenen watermolen wendde,
scheen hem toe te roepen„Langs hier,
vriend I"
Hij bleef staan en daclit. Zou daar barm-,
hn.tigheid wonen? Daar is de molenaar to.
lijk voor, fluisterde de hooze geest hem in hec
cor, gn voorbij Onbedacht slak Ai'selnv
de l.iMid in «ij» vestzakje ea voelde.daar den»
Stui/or dei* weduwe.
„Dual- rust eon, zegen ops sprak hij. ori
die zogiui zal mij volgen als God» steeds, voor
(>óg"H boud on in het harte draag; dit zegde-
de bakker en is l-.cl zoo niet geweest tot uier-
toe''"
Een znü-e glimlacli kwam op zijno lippen,
spelen, ?ls mot nieuwen nmed bezield sloeg bij,
vlug en snel liet vr.etpad in. eu berotkii^ wel
haast do hofpoort. Hier was hij gedwongen or
een ouden ttu•leus'een te gaan neerzitten lie.-
haastig gaan had hein gauscli afgemat, eu hij
gevoelde zich zoo «eer verzwakt dal iüj meende
tc sterven.
Op hetz-.lfde oogcublik kwamen twee kin
deren uit den tuin dio lachend «Ie sneeuwvlok
ken ui d: h.inden opvingen weike uil de wol
ken begonnen ie vai'eu. liet een was een lief
m -i-ie met blonde b'kk.m. omtreni uen j^rcii
oud; liet ander een knaapje van dezelfde
grootte met zwait kiulhaai eu blozende vvau»
Hoi dt vervolgd.