mklM Ywt fSIfe Rn kwaad onzer dagen. De Doos van den Markies. Z#RDAG 27 APRIL 1895. ZESTIENDE .1A A EG A NO. No. IT. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray franco per post voor het buitenland afzonderlijke nummers 50 c. 65 c. 85 c. 0 c. f* ~:y Uitgever: L. Al. SASSEN. Prijs der Advertentiën: van l5 regels 30 c. clko regel moor 6 o. groote letters cn vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, Smaal geplaatst, worden Smaal berekend. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. ciaal-democrat ie zeer logisch te werk gaal, wanneer zij het een onrecht noemt, 't welk zij wil doen verdwij nen, dat namelijk het geld en goed het eigendom slechts is van enkelen, terwijl de groote massa aan gebrek of aan een karig bestaan is overge leverd. Zoo draagt de vereering van den afgod onzer eeuw er loc bij om voet te geven aan de heillooze beginselen dor sociaal-democratie; zoo worden door de heerschappij van het goud en het toelaten of piegen van onrecht om dat goud in. bezit to krijgen, do beiligsto banden verscheurd, de grootste misdaden gepleegd en gaan Staat en Maatschappij eche droeve toekomst te gemoet. Do aanbiddeis van het goud, het ongeloof en de moderne beschaving trachten den wa- i, den eenigon God te doeu ver dwijnen cn in Diens plaats te stellen den afgod in wiens oppermacht zij gelooven, dien zij voreeien en aan bidden cn v,»:i y, iv_ij3 hoe:;schr<ppsj. zij alles verwachten. Daarom rust op iederen Christen de taak om in onze dagen nu liet plegen van onrecht zijne triomfen viert, nu godverzaking, ontkenning begripsverwarring aan do orde van den dag zijn. meer dan ooit ijverig te arbeiden aan de versprei ding van de beginselen van den wa ren godsdienst, U» zorgen dat de juiste begrippen omtrent des wenschen be stemming worden behouden en voort geplant, te strijden tegen do valsche begrippen, dio sommigen in hun ge weldpleging en het misbruiken van macht ten toon spreiden, te strijden tegen het ongeloof en de godloóohe- ning opdat aan do heerschappij van den afgod onzer eeuw spoedig een einde kome en aan don varen God die eer worde gegeven, w'ölkc^Hom en Ham alleen toekomt. Ovc? hel ouMoud van grasland. Onverschillig of wij nieJ bouw- of met grasland te doen h.-bbon, de grond" moet tot voortbrengen in staal gesteld, dat is hij moet bemost wor den. Gras groei niet van diets, maar behoeft evenzeer stikstof, ph sphorzuur cn kali als de landbouwgev assen. In oen oogst gras komen voo' 16 po d slikstot, 15 pond phosjihiizuur, IS* pond kali, 30 pond kalk e - 12 pond magnesia. Dio oogst maakt dus ftu'en grond aan die stoffen armer en zal a1' in - is -t land zijn produiUie-vOKtiiogeii tnijven behouden, dan moet het in mest terug ontvangen "Wat het door den gras- oogst verloor. Dat terugontvangen laat wel eens te wenschen over,, om- dal de landerijen vaak to..uitgestrekt en de niesfproduclie bijna altijd te ge ring is. De im:'.'sla boeren zijn dan ook al b!ij als zo om 't andere j ar hun land eens kennis kunnen laten maken met stalmest. Zo zijn dan ook voor een deel bepaald op kunstmest hoengewezon. Jammer maar dat nog zoovelen van dien mest af'keorig zijn. Voor do toemakerij van land wordt vec-lvuhlig gebruik gemaakt van sloot- aarde vermengd met koemest. I)at is ontegenzeggelijk een goed preparaat, mits de aarde een geruime» tijd aan de lucht blootgesteld en door de vorst t murw gevroren is. Hos fijner men aarde en mest verkruimelt, hoe beter dc uitwerking zijn zal. Niet zelden ziet men hier cn daar den mest, van de mestvaalt aangevoerd geruimen tijd aan hoopjes op het land staan, mot de bedoeling natuurlijk om ze te strooien als tijd en gelegenheid dat eens meebrengen. Hierbij maakt men zich echter aan oen fout schuldig, dio werkelijk ver ineden moet worden. Door het lang liegen van den most toch trekken veel sappen in den grond, dio daar ter plaatse een zeer verhoogden grasgroei veroorzaken zullen, maar met voel meer voordeel over eeno grootere oppervlakte verdeeld hadden kunnen worden. Bo vendien zijn de zoogenaamde goilplek- kon niet erg gewild bij het vee. Maar yf/cziorr daar an zal er-door du-broeiing dié in ïitT lucht gassen verloren gaan, die in den grond zeer den groei van het gras zou den bevorderd hebben Het verdient dus allo aanbeveling om don mest onmiddelijk to versprei den en kan men dat niet oin de een of andere reden, dan dient men hem met aarde te dekken, wat we van sommige boeron clan ook al herhaalde malen gezien hebben. Er is natuurlijk heel wat mest noo- dig om het verlies, dat do grond lijdt, te dokken, vooral ten opzichte van de stikstof. Gelukkig dus dat vruchtbaar grasland in staat is deze hoogstbelang- rijko planten voedende stof voor een groot deel zelf te vormen. Immers door de in het gras groeiende klavers wordt do vrijo stikstof der lucht door bodem bacteriën gebonden en ter beschikking van de planten gestold. De knobbeltjes aan dc wortels der klavers zijn ware magazijnen van stikstof en liet mag dus als een gCoöt voordeel geacht worden als in gras veel klaverachtige gewassen gevonden worden. En in elle land kunnen ze zijn, mits er maar kali en phospbprzuur en kalk genoeg in den grond is. Dan toch komen de klavers, als vanzelf, terwijl ze bij een te slik- stofrijke bemesting die zeer duur is steeds in minde beid blijven. Hot mag dus als niet rationeel aan gemerkt worden als men grasland een stikstof-bemesting toedient. Loo- nend is het trouwens ook niet, want een stikstof bemesting geeft wel meer gras, maar nooit lot een hooger bedrag dan dc kosten der bemesting be dragen. •.lo.Mo y:T. ''e ^voH.-.^.dnn mr». gier en in de moeste gevallen met veel succestoch is 'l nog de vraag of gier niet voordoeliger op bouwland gebruikt zou kunnen worden, want gier werkt vooral door haar gehalte aan stikstof' en kali, veel minder door het phosphor- zuur dat ze bevat, gelijk blijkt uit do opgave dat men. om respectievelijk 1 pond stikstof, phosphorzuur en kali te velde te brenger, met gier, daartoe noo- dig beeft 650 10Ó00 en 200 pond. Vooral kali en phosphorzuur moeten dus opzettelijk aangebracht worden, want door den groei van klavers wordt f I dvertentien of Ingezonden li Stukken gelieve men *s Vrij- ■ÉB^dags vóór 2 uur *s middags te szorgen aan liet Bureau van »I?)Ql en Maas" te Venray. Siol. De proletariërs, in de heillooze be ginselen van het liberalisme, in het jngeloof opgevoed, hebben slechts één 'doel, goud te winnen, teneinde zich dat genot te kunnen verschaften, 't welk het deel is der bezittenden, van hen, wier goud hun afgod is. En is eenmaal liet geloof verdwenen uit de harten der lagere klasse, wat zal deze dan nog tegenhouden, om lot roof, moord en andere afgrijselijke middelen liaro toevlucht te nemen om zich van goud meester lo maken. Wee dan hom die zich ten koste van zijn cvenmensch heeft verrijkt, I cn den rijkaard heeft geeeiu en be- wierrookt om zijn goud. Gesteld, dat geen geluk te ver wachten is buiten het aardsch genot, dat het goud het middel is om zich de woroklsche genietingen te verschaf fen, dat het voldoende is zich in het bezit te stellen van goud, hoe on rechtvaardig hel middel ook moge wezen dat men voor het verkrijgen daarvan heeft aangewend, waf moet dan het gevolg van dit alles zijn'? Dat alle liefde, allo verlangens, alle wenschen dos menschen zich zullen vcreenigon op hot goud aileen, en dat men zal moeten toegeven, dat dc so- Feuilleton. NOVELLE uil den tijd van Maria Therosia. 8. De vlammen vonr hen w.*an lam dc Ie vol gen richting nan; aan hunne spits galoppeerde met uitgetogen zwaard, als guld liet een aan val, de ritmeester met oen luïd;hoera zijne lieden aansporend Daar lag de plaats voor hen, waar eerst de maclileloozc wraak der vijanden en vervolgens «Ie baldadigheid van eigen landgenoolen had huisgehouden; de viuchtende dorpsbewoner?, van have en goed beroofd, blootgesteld aan do mishandelingen een r sterke troep marodeurs, dio immer als raven en andere roofvog. Is de legers volgen, konten weeklagend ent jamme rend Miclinöls dappere ruiterschaar le gemoet. Nadast deed zijne mannen afzitten en zond het grootsio deol het dorp in om bij het blusschen de behulpzame hand le bieden en zich meester te maken van de lage on woeste marodeurs; hij zelf ijlde, slechts van weinigen veigczeld, naar her .'•lot om dcs/elfs bewoners te ontzet ten en de indringers te verdrijven. Op liet verschijnen van geregelde troepen namen de marodeurs, dio in de rijke zalen van het slot omzwierven, bezig le vernielen wat to zwaar was om meegenomen te worden, of in hun oog geen waarde had. in allo haast de vlucht; do ruiters zetten hen onmiddelijk na, doch Nadast zelf spoedde zich naar du buven- vet trokken, waar hij ecne vrouwenstem angstig om hulp hoorde roepon. Mot een krachtigcn stoot verbiijzeldo hij de gesloten deur, en eeno schoonc maagd met de uitdrukking de» hevigsteu sehriks op het. gelaal. liep hern te gemoet; een jong mensch, wien de dronkenschap een terugstootend uiter lijk gaf, vervolgde haar en zocht liarojinnd to grijpen, terwijl in een Jounstoel eeno oude dame, door ziekte aan baar zetel gekluisterd, in vertwijfeling de handen wrong. Op liet gezicht van do uniform des ritmees ters zonk het jonge meisje aan zijne voeten en riep -Bescherm mij tegen dien woes'aard -Dansen zult gij mol mij en drinken riep do woesteling niet ecne door den drank belemmerde tong; do wijn is goed en wij zul len eens vroolijk zijn «Terug!" riep Nndnst. mot donderende stem. terwijl li ij den dronkaard mót een krach tigcn stoot terugduwde. -Ellendeling, ont wijdt gij zoo do uniform n door de Keizerin geschonken! Terug, als gij uw leven I cf hebt! Hot welgevormde gelaat van den jongen soldaat hij mocht omtrent twintig jaar oud zijn werd door woedo en drift tot oen af zichtelijke!) grijns vertrokken; hij trok zijuon sabel en ging als een razende den ritmeester te lijf. -Gij hebt mij niefss te bevelen!" bulder de hij; -ik voer oorlog voor eigen rekening 1" De dame liet een luiden gil, want haar red der bevond zich oogensol.ijnlijk in groot levensgevaar hij moest zijne gansehe kracht aanwenden, om den arm zijns tegenstanders terug to houden, wiens stork le door do drift verdubbeld schoon. Nadast wilde vermijden zijn eigen wapen to trekken; een onverklaarbaar gevoel boezemde hum diep medelijden in met den jongeling, wiens gelaatstrekken, hoewel eenigs/ma ver wilderd toch den stempel der eerloosheid niet droegen zij kwamen hem voor als cone her innering aan zijne geliefde llraa en die gelij kenis stemde zijn gemoed tot zachtheid en vetlatnde als het ware zijne hand. En met bevende stem voegde hij den jongeling de woorden toe: «Ongelukkige, verdwaalde jongeling, kom tot uzelven terug, smook om genade, misschien kan mijne bemiddeling de welver diende straf nog van u afweren." Docii de d<>or den draak bodwelmde luister de niet naar die vermaning mot vernicuwdo woede drong hij op den ritmeester aan, die zijn leven ernstig bedreigd zag. Zolfverdeding deed dezen eindelijk tot het uiterste besluiten; hij trok zijn degen en wonddo de verwoede slagen ides dronkaards af, met het doel hem het wapen uit do hnnd te slingeren; docli eene noodlottige en niet vooruit to beekenen beweging dos jongelings bracht hem dicht voor do spits van zijr.s te genstanders degen, en er in zijne blinde drift geen acht op slaande, simile hij zieti in het blanke staal, d.-t zijne berst doorboorde. Ouder een akelig gerochel stortte hij ineen; een stroom bloods verfde het prachtige vloer kleed; de oude dame zonk in onmacht, terwijl do jonge bij bet afschuwelijke toonecl een kreet van ontzetting liet hoorni. «Een gevangene, hoer ritmeester! hoera, een gevangene! De schurk zal minstens aan de galg slingeren en voor de andoren, dio ont snapt zijn, boeten!" Mot deze woorden stormden vier manschap pen dc kamer in, die een kerel in soldnten- klecding medoslecpten, welke onophoudelijk om genade had, doch te gelijk naar allo zijden bespiedende blikken wierp, om eene gelegen heid ter ontvluchting op te sporen. «Genade! genade!" ri«p hij met luider stem, voor den ritmeester op de knieën val lend ik ben onschuldig en too slachtoffer der verleiding. «In de legerplaats zal men uwe schuld onderzoeken on u hot looit voor uwe snburke- streken niet onthouden, riep Nadast veront waardigd. Uw kameraad hoeft dat loon reeds ontvangen Do jongo dame, welke tot don toe bij hare moeder gebleven was, keerdo terug en boog zich over den gevallen jongeling. Do ongelukkige! sprak zij, is er dan geene hulp meet voor hein?" I)o ritmeester legde hem do hand op het hart en sprak na eenige oogenblikkcn op ernstigen toon: -Alles stiihij staat voor Gods rechter stoel. Moge-God hem genadig ay n Geloof mij, jonkvrouw, de jongo man boezemt mij diép medelijden in. doch het is beter voor bom door de hiuul eens soldnats te sterven, dan door den strik van den beul. Ik verzoek u echter uwo moeder naar eeno andere kanier te geleiden, waar liet gezicht vau de gruwelen des k rij u'S haar gespaard blijft; ui iict vervolg hebt gij niets meet» te vj eezen. «Hoe zal u mijne dankbaarheid betuigen? riep het jonge meisje, terwijl hare moedor zcviieiul hare handen ophiel'; o, weos verze kerd, nooit zal LuilmilU von Kalkenburg lmren redder vergoten. Mag ik den mam we len van den -ede-Ion man, dio mij uil het grootste gevaar bevrijdde cn de arme bewo ners van ons d»rp beschermde «Michael Nadast, jonkvrouw omogt gij dien naam spoedig vergeten, op lat hij u niet meer aan de gruwelen des ooi logs herinnere!" «Vergeten? uiinmer^nimmerl" ri»-p I,ud- milk, l'-'vetidig, evenmin als zijn goedaardig, edel gelaat. En vreemd, ging zij in godaolucn voort, zelfs uw gelaat is mij met. onbekend liet is mij, alsol ik u reeds eenmaal, en op een der ernstigste dagen mijns levens ontmoet had. Doch, ging zij voort, terwijl eene rilling over hare leden liep. want haar oog had juist het lijk des voi d, genen ontmoet, gij hebt gelijk, het is hier geetto verblijfplaats voor vrouwen. Nogmaals dank aan u en uwe lap- peren. wien deze hours ter belooning strekke. U echter, ritmeester Nadast, herinnere dit eenvoudige medaillon aan eene heerlijke en glansrijke daad uws levens. Terwijl Ludmilla hare moedor uit do kamer bracht, wendde Nadast zich op nieuw tot don gevangene, wiens blikken intusschen rusteloos rondgegaan waren. Zijn gelaat, even te voren neg zacht, nam nu de uitdrukking aan eener onverbiddelijke gestrengheid. -Iloo is dc naam van dezen doodeï" vroeg hij scherp. «Ik weel het niet, heor ritmeester, wij noemden hem slechts don dollen Joseph. Eon toeval bracht ons le samen, wij luidden allen genoeg vnri de strenge tuoht en wildon op eigen hand oorlog voeren. Hij diende in het regiment Kevenhullor, kroeg twist met zijnen officier en ging Iteen zonder verlof. Het w.;3 een vrooftjke jongen cn goedaardig als eon kind, maar ris hem een dtuppei wijn naar do hersenen steeg Nadast gaf hem een wenk, dat het genoeg was. «Do dolle Joseph!" murmelde hij zacht, -ik wcusehle, dat mijne handen don stoot niet toegebracht hadden, en toch, God weet hot, hot was tegen mijn wil. Een lichte kitch achter hem deed hem om- -Hebben wij hier r.og iels <o verlichten, heer rit meester vroeg do ouda ouden fficier, terwijl hij op echt militaire wijze de hand aan zijn hoofddeksel! bracht. -Niels," antwoordde Nadast rijnp droe vige gepeinzen verbannend en zieh wel bewust dat hij geen recht had, zijnen ir; nschfppcn nog langer de zoo noodige rust ie ci>th« udt-n; laat den af echt blazer, en cat deze heiel onder goede bewaking...." |l et (it verïoltyd.

Peel en Maas | 1895 | | pagina 1