>T ca omstreken. Het PLEEGKIND, ZATERDAG 25 JULI 1891. TWAALFDE JAARGANG No. 30. Uitgever; W. VAX DEX MUiVCKHOF-Sassen. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. Godsdienstonderwijs in een neutrale school. Over den inmaak en den in- maakkuil. Siantl der Maan. N.M. 6® Maandag L.K. 14® Dinsdag V.M. 21 Diusdag E.K. 28 Dinsdag. S<atid «Ier Zon. 1, 11,21, Juli op 3.50; 3,59; 4.10; v/ra.; onder 8.1G; 8,10; 8.1; n/ra. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Vbnra-Y 50 c. franco per post 65 c. voor liet buitenland 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der A.dvertentiën: ran 15 regels 30 c. elke regel meer 6 c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 2maal berekend. Advertentiën of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan bet Bureau »Peel en Maas" te Venray. Er is nog onderscheid tusschen neutraal en neutraal. De neutraliteit zooals die ten onzent wordt opge vat, bestaat in het doodzwijgen van die zaken, waarvoor door de ver schillende godsdienstige gezindten ver schillend gedacht wordt, en die toe vallig de gewichtigste dingen zijn, waarmee de menschelijlte geest, zich kan bezig houden. Ongetwijfeld is het eenvoudig ongerijmd, de jeugd te onderrichten in alle mogelijke welen- schappen en haar juist onkundig te laten van datgene wat zij voor al les behoort te weten en wat den grondslag moet. uitmaken van alle onderwijs, vooral wanneer dat on derwijs daarbij nog d» pretentie iieeit salie maatschappelijke en christelijke deugden te kweeken. Maar n?g dwazer is de neutrali teit, die godsdienstonderwijs wil ge ven, zonder daarbij, naar het heet, begrippen van andersdenkenden te kwetsen; godsdienstonderwijs, dat zoowel door katholieke als Protes- transche en Jodenkinderen kan wor den genoten. Die, curieuze soort neu traliteit wordt in Duitschland aan getroffen. Wij vinden er een staal tje van medegedeeld in het «Mag für Pédagogik, waaruit we zien kunnen hoe dat neutrale onderwijs is ingericht. De lezer zal benieuwd zijn hoe de godsdienstonderwijzer het aanlegt, om zulke teedere ques- Feuilleton. 13. -Gij gelooft, dat ik raaskal, dat ik dwaal." riep de uitgeteerde zieke, nocli trach tende hare laatste levenskrachten te verza melen; «gij gelooft, dat eene arme vrouw als ik geene vijanden heeft? Oordeel 1 ik had eene dochter, die bij iemand besteed werd. Die verpleegster heeft mij mijn kind ontstolen, en bet aan rijke lieden gegeven, uier eenig kind gestorven was. Om mij beeft zij zich niet be kommerd ik was arm, eene eenvoudige dagloonster. Toen klaagde ik mijn onrecht aan bij de rechtbank; ik \erloor mijn proces. Mijn kind, mijne arme dochter, werd aan de rijke dame, die haar optisch!e, toegewezen, en ik Men heeft mijn recht met voeten getieden! Gij wilt, dat ik hun vergeve? Sinds ,dien tijd ben ik eene armo waanzinnige ge worden, nu hier, dan daar wonendeik kon •nergens een vast verblijf hebben ik heb alles verloren, tot zelfs mijn naam. Men noemt •mij de Vlaamsche. Eertiids jvas ik eene eer lijke werkster, eene goede Cl»i is*in. Cornelia Walters" naam was onbevlekt Agnes bad deze woorden, welke nu en dan door «en lang zuchten werden afgebroken, •met «ene stijgende en tevens onuitsprekelijke ontroering aangehoord; maar toen de onge lukkige li aar naam had genoemd, viel zij op hare knieën, en hare armen om deu hals van ties als de hoogste belangen van den mensch raken voor zijn leerlin- lingen te bespreken, zonder daarbij de voorgeschreven «Parilat" der school, dat is de toegankelijkheid voor alle gezindten, te schenden. Uit het vol gende zal men zien, dat hij dit zeer gemakkelijk weet te makenhet ge noemde tijdschrift geeft namelijk een verslag van een les in den gods dienst, die door een van zijne mede werkers is bijgewoond in de hoog- ste klas der Paritatische school te Manheimm. Wij geven dat verslag hier woor delijk weer. VraagNoem eens een welbekend boek? Antwoord; de Bijdel. V, Wat beteekent het woord Bijbel? A. Het woord Bijbel beteekent boek, V. In hoeveel deelen wordt de Bijbel verdeeld? A. In twee deelen, het Oude en Nieuwe Testament. V. Wat staat'er in het Oude en wat staat er in het Nieuwe Testa ment? A. In het Oude Testament staat de legende en de geschiedenis der Jo den; in het Nieuwe vindt men de legende van Christus en zijne leer lingen. V. Wat verstaat men door legende? A. Legende is hetgeen verhaald wordt, maar niet waar is, geschie denis is wat waar is. V. Wie was Christus? A. Christus was de zoon var. den timmerman Jozef en zijn vrouw Maria. V. Wat was Christus? A. De onderrichter van het volk. V. Kent gij een zijner leerstel lingen? A. Bemin uw naasten als u zeiven. de Vlaamsche slaande, riep zij: "Cornelia Watters en ik, ik ben Agues De Verdenne! Mijne moeder, ik ben uwe dochter!" De daaropvolgende oogenblikken laten zich niet beschrijven. Vreugde en droefheid wis selden elkander zoo schielijk af, dat, zij als het ware dooreen waren gemengd. Geen van hei den kon een enkel woord uiten. Men gevoelde zich gelukkig in'elkanders bezit. Eindelijk stamelde de zieke: „Agnes, mijne dochter mijn God is bet mogelijk Agnes omhelsde baar nog steeds met eene onuitsprekelijke teederheid. Deze nieuwe bronnen van liefde openden hare ziel. terwijl bet medelijden, de erkente lijkheid, maar nog meer de stem des hlocds. met- de ijselijkheden van den doodstrijd ver mengd, de laatste sporen van haat uit haar hart verbanden. Nauw was dan ook de eerste ontroering be daard, of Agnes deed dadelijk een priester roepen. Hare moeder wensehto r.u in vrede van deze wereld to scheiden. God had haar zooveel krachten gelaten, om de laatste oogenblikken met Hem. maar met Hem alleen, door te brengen. Zij biechtte hare hedrevene zonden en gebreken, en ontving daarna met diopert ootmoed en levendig vertrouwen dien zelfden God, welke baar in al haar lijden toch steeds had bijgestaan, en in de laatste oogenblikken de rust des gemoed» had teruggegeven. In vrede met God en hare dochter, stierf zij nog dienzelfden dag, in de armen van haar gelieft! kind, gedurig herhalende; V. Wat is de wereld? A. Dat is de verzameling van al wat bestaat. Ze is eeuwig, dat wil zeggen.- zonder begin en zonder einde. V. Bestaan er velschillende mee ningen omtrent de wereld? A. Ja, een oude, die zegt dat de wereld door God 'is geschapen, en een nieuwe, die staande houdt dat de wereld uit zich zelve ontstaan is. V. Zijn er nog menschen, die de oude meening aankleven? A. Ja, er zijn nog menschen, die aan den Bijdel en de oude meening geloof hechten. V. Van wanneer dagteekent de nieuwe meening? A. Zij dagteekent van de zestiende eeuw van de hervorming. V. Wie was de held der hervorming? A. Dr. Maarten Luther, V. Noem eenige soorten van afgode rij op. A. De aanbidders van het vuur, de zon. maan enz. -&■•>• V. Is er in Duitschland in den nieuweren tijd geen geval van afgo derij voorgekomen? A. Ja, te Trier, waar in 1844 een rok werd tentoongesteld, die ge zegd werd, die van Jesus te zijn. Het volk is heengegaan om hem te aanbidden. (De geleerde professor maakt zich zeker bang dat er in Augustus aanstaande wederom eene dergelijke afgoderij zal plaats heb ben.) Zooals men ziet, beweegt het godsdienstonderwijs zich nog al ge makkelijk 'binnen de enge grenzen der neutraliteit en vraagt er niet naar, of hij daarbij andersdenkenden op de tecnen trapt. De oude Maar ten Luther zou zeker vreemd opkij ken, als hij dezen neutralen gods dienstleeraar aan hem hoorde toeschrij- -Mijn kind. ik zegen uIk zal u in don Hemel verwachten. O, daar zal ik voor u bidden De eerwaarde geestelijke zag in deze woor den de bewijzen van hare erkentelijkheid, en wenschte Agnes geluk met hare naastenliefde, haar verzekerende, dat de zegeningen van de stervende haar geluk zouden aanbrengen. De jonge dochter kon niet spreken; trnnen belet ten haar te antwoorden. In stomme beschou wing van het lijk der dierbare afgestorvene verliep de tijd; eindelijk brak het oogenhlik van scheiden aan. Zij naderde voor de laatste maal het sterfbed, kuste met godsdienstige» eerbied de handen en het voorhoofd der voor heen zoo ongelukkige moeder, en een eeuwig vaarwel dezen stoffelijk en overblijfselen toe roepende. verliet zij het sterfhuis, en kwam i:i het huis, waar eene andere moeder zich reeds verontrustte over haar lang uitblijven. Met, moeite daar aangekomen viel zij in bezwijming. Er verliepen verscheidene dagen, eer zij in staat was hare gewone dagelijksche bezigheden te verrichten. Maar te midden van hare zielepijnen en droefheden, had zij de kracht haar geheim niet te verraden en mevrouw Tie Verdenne kwam nooit te weten, dat hare dochter eene moeder betreurde. XII. BESLUIT. ven, dat do Bijbel niet meer als een gezaghebbend boek beschouwd wordt. Aanmerking kon hij er anders moei lijk over maken, daar hij door zijn prediking van het vrij onderzoek, na tuurlijk, ieder het recht gegeven heeft, liet woord Gods voor een verzameling sprookjes en legenden te vei klaren. Wat de afgoderij met den II. Rok van Trier betreft, die beschuldiging is te ongerijmd, om er nog een oogenhlik bij stil te staan. liet geheel is een belangwekkende bij drage tot de kennis van het zooge naamde neutrale godsdienstonderwijs in Duitschland. Waarlijk, daarbij ver geleken, is het neutrale onderwijs hier te lande, dat ten minsten den godsdienst laat rusten, oneindig verkieslijker. Hef, «al er dit jaar weer wiet al te best uitzien met den hooioogst. De hooilanden zijn schaars bezet met gras en in sommige heeft men, gedreven door nood, reeds het vee moeten ja gen. Dat maakt dat voorraadschuren niet tot deu top gevuld zullen zijn en dat men uit pure verlegenheid aan staanden winter vaak met de handen in 't haar zal zitten. t Gebeurt te dikwijls dat het hooi in 't voorjaar reeds vroeg op is en men het vee in de weide drijft, niet tegenstaande er weinig op staat. Maar nood breekt wet. Ja, en toch zou hieraan wel te gemoet kunnen geko men worden, indien men namelijk zorgde voor een appeltje voor den dorst.. Zoo'n appeltje geeft de inmaak- kuil on 't mag dan ook met recht verwondering wekken, dat nog op Een jaar is weder verloopen sinds den dood dei- arme. In het, studeervertrek je van Agnes is veel veranderdzij zit, er thans niet meer vroolijk en bezig met kinderlijke spelen, maar is treurig en droevig. Zij was alleen en in diepen rouw. De laatste hand, die haar aan de aarde hechtte, was verbroken. Mevrouw Verdenne was aan verval van krachten over leden. Zij was gestorven in de armen van Agnes. haar met zegenigen overladende, haar, die zooveel vreugde in 'net leven, zooveel ver troosting in hare dagen had aangebracht. En Agnes, alleen, zonder raad, zonder steun, vroeg zich zelve af. aan wien de toekomst be hoorde, die zich voor haar opende. Zij bezat een groot fortuin, maar dat fortuin, waarop zij vermeende geeu recht te-hebben, was haar een last en oene bekommering. Verscheidene malen dacht zij aan den lieer Peneeve, don wettigen en natuurlijken erf genaam van de goedei'en van den heer Ver denne. en zij meende, dai hare vcrceuigim: met dien erfgenaam haar geluk met alleen zou verzekeren, maar ook de rust barer ziel terrggeven. Somtijds dacht zij aan eene meer verhevene bestemming, aan eene onthechting der aard se lm banden bet was of een hemelselie stem haar tot de eenzaamheid riep, om Hom te die nen en dc werehlsche schatten aan een ander over te laten. Die neiging werd hoe langer hoe sterker, zij vond er het meest, behagen in, Jezus en Zijne H. Tabernakelen te bezoe ken en de 11. Genademiddelen te ontvangen, was haar vurigst en bijna eenigst. verlangen zij kon daar troost, en bijstand vinden. Geen wonder, dat zij ziel» verinten gevoelde op de wereld, al was het dan ook in een prachtig huis, door talrijke bedienden omringd, en in de onafhankelijk van liaa, bestaan, waartoe 611 de wet ón haar ouderdom haar 't volste recht gaven. zoo weinig boerderijen zoo'n kuil of put wordt aangetroffen. 't Is eigenlijk onbegrijpelijk. Laat het waar zijn, dat men er zich niet veel van voorstelt, maar kan dan desniettegenstaande toch niet een proef worden genomen met het inma ken van groene waar? Door onderzoeken immers wordt men wijs en is niet de ondervinding de beste leermeesteres? Misschien zal men vragen, of dan het gras voor hooigowin den kuil in moet en het vimervoor bij uitmun tendheid, van de lijst der voedermid delen zal moeten geschrapt worden Dat ware niet wijs en mag ook nooit de hedoeJing van het inmaken zijn. Hooi moet er gewonnen worden, om dat het onmisbaar is, vooral voor joQ; vee. Het is een gezond, krach tig1, maagvorsterkencl voeder, mits het natuurlijk gegroeid is op krachtig land, uit beste grassen bestaat en droog is geoogst. Slecht hooi is slecht voeder. Voorts verbiedt do risi co, die men hij inkuilen beloopt, het gras niet als hooi te wmncn. Wat moet dan wel ingemaakt worden Al het voeder, waarvan men niet zeker is, dat het in groenen, onbe dorven staat kan worden opgebruikt. Het gaat niet aan om voeder op het land te laten bodenen en vergaan. Het doet in 't, dierlijk lichaam meer ruit dan op den akker. Wat op h< land niet goed zou worden, blijft zorg vuldig in de aarde bewaard, wel goe< en levert dus een zuivere wmst op. Kn at het vee niet gaat no den in maak, dan was dat Lu.nmin.ste ep reden om niet in to kuilen, maar h tegendeel is waar, zelfs mei graag gebruikt het 't gcémsileerde, ja h laat er vaak het hooi voor staan. "Wie zal mij bijstaan," zeide zij, de bedroefde erfgename, zonder bescherm en raadgevers? Wie zal inij deu jumten v loeren kennen, die mij aangewezen is? O God. indien Gij rnij t.ot U" roept, d<»c mij dit kennen, eu op Uwe roepstem zal ik alles verlaten. Veertien da;:en waren weder vervlogen, toen zij, al* antwoord op haar gedurig sinee- ken. een briel'ontving, rnet liet. p^s' merk Na men, van meviouw heiiceve. Zij opende hem met zichtbare ontroering. Na de gebruikelijke plichtplegingen en b< wijzen van vriendschap en sympathie, las zij "Gij ireurt nog altijd over het vei lies uwer ouveigetelijko moeder, waarde Agnes, en gij weet ook hoe mijne tranen met de uwen steeds samenvloeien. Ik verlies in haar eeno getinuwe vriendin, eene toegonegen bloedver wante en op mijn teeltijd maakt men geene nieuwe verbintenissen, maar bepaalt er zich bij zijne vroegere vrienden te beminnen, óf te beweenen. O, het leven is te droeviger, naarmate men ouder wordt,. Men verliest zijne nabestaanden, zyne vrienden; men gevoelt langzamerhand zijne eigene zwakheid, en he oft duizenden bemoeiingen over hetgeen men op aarde bezit. -Mijn zoon geeft mij penoeg hokommernis- sen; en daar gij naar uwe jaren genoeg gw zond oordeel hebt om alles te begrijpen, kan ik u het geheim mijner smarten mededeelen. Albert is sedert drie maanden mei eene joiuc- dochter geëngageerd, mejuffrouw Josephine B die, hoewel van eene zeer deugdzame en fatsoenlijke farn l.e, zonder eenig fortuin is. ■Mijn zoon za! slechts een middelmatig inko men genieten, van daar. is deze verbintenis

Peel en Maas | 1891 | | pagina 1