en
Het PLEEGKIND,
Onze Volksaard,
ZATERDAG 11 JULI 1891.
TWAALFD R JAARG ANO
Uitgever:
W. VAX DEX iMUXCKUOF-Sasscn.
Deze Courant verschijnt Aderen Zaterdag.
De opvoeding der vrouw.
No. 28.
PEEL EN MAAS
N.M.
Mimici der Maan.
6° Maandag E.K. 14 Dinsdag V.M. 21 Dinsdag L.K. 28® Dinsdag
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Venray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
■Stnml ilcr Zon.
1, 11.21, Juni op 3.Ü0; 3,59; 1.10; v/ra.; onder 8.10; 8.10; 8.1; n/m.
Prijs der Ad verten tien:
Tan 1—5 regels 30 c.
elke regel meer G c.
grootc letters en rignetten naar plaatsruimte,
Advertentien, 3maa! geplaatst, worden liniaal berekend.
Advertentiën of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
vóór 2 uur 's-middags te be
zorgen aan het Bureau »PeeI en
Maas" te Venray.
.Maak u meester van de school,
ge maakt u meester van de toe
komst."
Een waarheid is'dit, begrepen door
allen, die er belang hij hebben, hun
invloed op toekomende geslachten te
blijven uitoefenen. Daarom is de
neutrale school het bolwerk van het
liberalisme, zijr. reserveloger, waar
nieuwe strijders voor hare banier wor
den gevormddaarom is de godsdiens
tige school het bolwerk der kerk,
waar eene opvoeding volgens hare
loer de toekomstige burgers vormt
tot goede christenen, tot brave katho
lieken.
Geldt dit van de school in 't alge
meen, in 't bizonder geldt dit van de
opvoeding der vrouwelijke jeugd, van
A haar die geroepen zijn, laterals huis
moeder een onberekenbaren invloed
op het welzijn van den Staat uit te
oefenen. Het welzijn van den Staat
is het totale welzijn der bizondoro
gezinnen en dit, ieder zal het toe
geven, hangt voor het grootste ge-
doelte van de huisvrouwen, van de
moeders af.
Wanneer een meisje opgevoed wordt
met het oog op do plaats, die zij
later als huismoeder in de maatschap
pij zal innemen; wcumeer haar de
kennis wordt medegedeeld, de deug
den eigen gemaakt, die haar later in
slaat zullen stellen voor haar man
eene liefhebbende eclitgenoote, voor
haar kroost eene goede moeder te
Feuilleton.
11.
-- -Maar goede vrouw, gij leeft hier zoo
ellendig, liet is hier koud en alles ontbreekt u."
m Wat raakt dit ul Neb ik u om iets ge-
1 vraagd? Nooit zal ik iemand iets vragen. En
daarom nogmaals, ga maar heen, ik verlang
alleen tc zijn."
Agnes beschouwde dit vreemde schepsel
met eene mengeling van verschillende gevoe
lens; die uiterste armoede, die geheelc verla
tenheid wekten haar motielijden op; maar de
hardheid, de terugstooting waarmede zij sprak,
wekte bij haar eenige afkoer op, om zulk een
mensch te vei troosten.
De Vlaam-che scheen haar toe een vijftiger
te zijn; diepe rimpels doorploegden haar voor
hoofd heure haren geheel grijs, hingen slor
dig uit hare muts, en uit hare oogen was een
ziekelijke toestand te lezen. Die oogen bleven
evenwel onafgewend op Agues gevestigd.
I)eze, door medelijden bewogen, trok hare
beurs uit, en legde tien franken in den schoot
der arme, 0111 daarvoor eenig voedsel tc
koopen.
«Arme vrouw, neem dit, in afwachting,
dat ik u meer zal geven; ik zal u weldra we
der komen bezoeken. Houd goeden moed,
misschien zal uw lijden spoedig verlicht wor
den."
Maar de oogen van de Vlaamsche glinster-
zijn, dan heeft daarmede de opvoe
ding der vrouw haar doel bereikt,
het meerdere is overtollig en zelfs
schadelijk. Men zal hieruit begrijpen,
dat wij niet op hebben met hen, die
bij de opvoeding der vrouw de ver
standsontwikkeling boven de vorming
van het hart stellen, en toch. het
tegenwoordige onderwijs schijnt de
zending der vrouw te vergeten; het
doet de moeder op den achtergrond
treden om de savante voorop te stellen.
Gaarne geven wij toe, dat de vrouw
door degelijk onderwijs tot zekere mate
dient ontwikkeld te worden. Doch
men ovordrijve niet. Alle overbodige
wetenschap zal slechts hiertoe leiden,
dat do vrouw zich in haren kring mis
plaatst gevoelt, dat zij de plichten van
haren staat niet begrijp of niet vervul
len kan.
liet bestaan der vrouw kan, volgens
de plannen der Goddelijke Voorzienig
heid, in drie woorden worden samen
gevat; maagd, huisvrouw, moeder. Zij
wijzen tevens den arbeidskring aan,
waartoe zij zich, in 't algemeen geno
men, bepalen moet en waar buiten zij
zonder noodzakelijkheid niet mag tre
den. 't Is waar*er zijn uitzonderingen,
die echter don regel bevestigen. Er zijn
geleerde, beroemde viouwen. Doch voor
haar, die God met buitengewone talen
ten begiftigd heeft, staat ook in den re
gel de weg open, die te doen kennen
voor de groots meerderheid geldt zulks
evenwel niet.
In de wereldorde, door God gesteld
en in de lotsbestemming die IIij der
vrouw heeft toegedacht, ligt duidelijk
dat bij haar de vorming des harten het
hoofddoel is, waarop hare opvoeding
moet gericht zijn; dat de ontwikkeling
des verstands eerst op de tweede plaats
in aanmerking komt.
den als van een helsch vuur; zij wierp de
geldstukken op den grond, met de woorden
-Ik heb niets noodig."
Deze laatste woorden verstond Agnes niet
meer. Zij had reeds den terugtocht aangeno
men, en ging met Mina naar de ouderlijke
woning.
Hier vertelde zij terstond het voorval, dat
zij zooeven had ondervonden, alles zoo ge
trouw mogelijk verhalende.
«Mijn kind," zcide mevrouw Verdenne,
-de Voorzienigheid biedt u daar een goed
werk aan, dat ge geenszins moogt versmaden.
De ziel van deze arme Vlaamsche is zonder
twijfel in dezelfde gesteldheid als haar lichaam,
en gij moet nu trachten geneesmiddelen voor
het lichaam éu voor de ziel beiden te vinden.
Alles, wat ge noodig hebt, kunt ge daarvoor
krijgen."
Een vriendelijke glimlach was het ant
woord van Agnes.
Maar de wankelende gezondheid van me
vrouw Verdenne belette haar des anderen
daags en de volgende dagen liet huis tc ver
laten, en eene geheele week verliep, zonder
dat zij hare armen, en bijzonder de Vlaamsche
kon bezoeken. Wel bracht Mina vanwege
haar hier en daar eenige hulp, maar deze
durfde zien niet in de nabijheid der zonderlinge
Vlaamsche begeven.
XI.
MOEDER EN DOCHTER.
Mevrouw Verdenne's ongosteldheid verbe
torde ccnigszins, en Agnes kon haar liefde
werk weder vervolgen. Zij richtte zich het
Don man, als koning de; schepping
zijn meerdere kracht e:i meerdere gees
tesgaven geschonken dan der vrouw.
Hij is dan ook aangewezen om den Ie-
venstrijd te strijden, om te zwoegen
voor zijn onderhoud en dat van zijn ge
zin. Den man mogen lauweren en eere
metaal te beurt vallen voor de overwin
ning in een moeielijken strijd, der
vrouw past alleen het aureool van het
moederschap, een lichtkrans, die haar
door alle eeuwen heen heeft doen ver
eeren en beminnen. Doch de krans, om
de slapen der vrouw gevlochten, is er
geen van lauweren in hachelijkeu strijd
behaald, doch een van nederige viool
tjes, voor de oogen der wereld verbor
gen, en slechts in ongeil kring hun
geur verspreidende.
Waar de vrouw geheel opgaat in
haren werkkring, waar al haar werken
en streven, al hare gedachten op dat
éóne punt gericht zijn; liet welzijn van
haar gezin, daar zal de moeder een on
berekenbaren invloed ten go ado uitoe
fenen, niet alleen op haar er,Vtgenool,
maai ook en vooral op ha aS leren.
Is de moeder godsdienstig, kinderen
zullen het ook zijn.
Het beeld eener brave moedor blijft
onuitwisbaar in het hart der kinderen
geprent. Hare zonen zullen haar zege
nen en ook na haren dood zullen zij al
tijd nog met eerbiedige vereering aan
haar denken hare dochters zullen haar
tot voorbeeld nemen.
Dit is de groote, de verheve roeping
der vrouw. Iedere poging om er toe te
geraken, dat zij aan die roeping kunnen
beantwoorden, is- een weldaad voor de
maatschappij. En alleen eene opvoeding
voornamelijk in den schoot van het ge
zin, gebaseerd op den godsdienst, die
voor een ieder, maar vooral voor de
Moeder onmisbaar is; eene opvoeding
eerst naar de wijk, waar de Vlaamsche woon
de, die, eene inwendige stem zeide liet haar,
zekerlijk hare hulp noodig had. Dezelfde
vrouw, die haar de eerste maal de woning
gewezen had, kwam haar ook nu weder tegen,
en begon, zeker denkende, dat de juffrouw, zoo
noemde zij Agnes, verlangend naar eenig
nieuws was, tot haar te zeggen
-Helaas, juffrouw, die goede ziel daar/
(en zij wees op het huisje, waar wij Agnes de
vorige maal gevolgd zijn) -is leeds zoo goed
als dood. Ja, de goeden gaan en de kwaden
blijven; en dat arme schepsel is ook zoo ziek,
men geeft geen oortje meer voor haar leven;
en toch, doodgaan, neen, dat schijnt niet te
lukken. Als dat nog lang duurt, zullen de
huren haar naar een gasthuis moeten laten
brengen, want zoo
Maar Agnes brandde van verlangen haar te
zien, en was reeds de trap genaderd.
«Gij gaat dus weder naar boven? Nu,
inderdaad, dat noem ik echte liefde. De goede
God zal u zeker hierna belooneu."
Agnes ging nu naar het zolderkamertje.
Op de bovenste trede gekomen, verhief zi j
nog éénmaal haar hart tot de Troosteres der
Bedrukten: «Toon, dat gij onze Moeder
zijt, help mij om het hart dezer ongelukkige
vrouw tot uwen Zoon terug te brengen, en
hare ziel voor den Hemel te winnen!"
I)e deur, als de afsluiting deur mocht liectcn,
was gesloten; geen geluid werd vernomen.
Agues klopte, klopte nog eens, maar niemand
antwoordde haar; eindelijk nam zij dc kling,
lichtte die op, en stond in het armzalig ver
trek. Een ellendig schouwspel vertoonde zich
nu aim hate blikken. De Vlaamsche lag op
die slechts in zooverre de wetenschap
pelijke ontwikkeling beoogt, als zij de
vorming des harten niet kan schaden,
geeft ons den ecnigen, maar zekeren
waarborg, dat do toekomstige moedor
aan die roeping zal kunnen beantwoor
den. En daarmede zal de hechtste
grondslag voor het welzijn der geheele
maatschappij gelegd zijn, want waar
heid blijft, wat eens een groot schrijver
gezegd heeft: "Wanneer do vrouw zich
verlaagt, is het geheele huisgezin en
daarmede de Staat zijn ondergang nabij.
Hoe zullen wij weten, welk eigen
lijk het .karakter is van ons volk,
waardoor wij ons onderscheiden van
alle volkeren rondom ons?
Als wij rond zien in de verschil
lende kringen van ons volk, dan zou
men soms gaan twijfelen, of er nog
van een eigenaardige nationaliteit van
Nederland sprake kan zijn. Zoo velen
(en niet het minst dikwijls de jonge
lingschap) doen al hun best zoo., wei
nig mogelijk hóllandsch 'te zijn. Hoe
meer «Engelsch" de hoeren zich klee-
den, hoe fijner, hoe meer »Fransch'
de heeren leven hoe beschaafder! Dus
stelt men eigen volksaard achter, en
ge zoudt menigeen geen grooteren
dienst kunnen doen, dan door hem
voor een Franschman of Engelschman
aan tc zien. Onder degenen, die op
straat het hoogste woord voeren, en
het meest zich in het openbare loven
vertooncn, behoeft ge waarlijk niet
te zoeken naar voorbeelden, om op
hen als echte Nederlanders" te
wijzen.
Wil men weten, welke do grond
trekken van ons volkskarakter zijn.
dan moeten wij terug naar het hel
den grond uitgestrekt, het hoofd op eenige
vodden steuneudc. die haar tot kussen dien
den; do oogen gesloten, scheen /.ij in eene
ijlende koorts te liggen. Terzijde stond een
kopje, halfvol met water gevuld, dat dc eenige
drunk was, die haar dorst moest lesschen en
en hare koorts doen bodaren.
Agues naderde haar zoo stil mogelijk
vrees en angst hadden plaats gemaakt voor
een levendig medelijden. Zij riep met luider
stein, om haar te doen spVcken, maar zonder
antwoord te ontvangen.
Zij nam hare hand. en voelde den pols. De
vrouw lag in eene verschi ikkelijko koorts.
Waarschijnlijk was zij wel in gevaar vrn te
sterven.
Er moest du- schielijk gehandeld worden.
Gelukkig had zij zich, door een veeljarigen
omgang niet zieken en hulpbehoevenden, oeno
zekere gemakkelijkheid eigen gemaakt, om
in soortgelijke zaken te handelen.
Het huisje, waarin de zieke, bij w ie zij voor
eenige dagen was geweest, gestorven was,
word op haar bevel spoedig tot eene geschikte
plaats voor de arme verlatene ingericht, en
nadat de noodige zaken in orde waren, na
verloop van een halfuur de Vlaamsche in het
bedoelde huisje overgebracht, en op eon bed,
dat Agnes toebehoorde, maar reeds te voren
nan de overledene bewoonster dienst bewezen
had, neder gelegd. Een helder vuur brandde
dra aan den haard, en gaf een aangename
warmte, teiwijl het allernoodzakelijkste huis
raad baar verder verschaft, werd De ellendige
kleediiigslukken maakten ook plaats voor
schoon en goed linnen.
liilussuheu was met dit al een ruim uur
dentijdperk onzer vadcrlandscbe ge
schiedenis. Dat tijdperk, dat Neder
land zijne groote mannen gaf, dat
helden baarde, dichters voortbracht,
kunstwerken schiep, die Noérïamls
roem hebben gedragen naar heinde
en ver! Wat is ons geslacht een
geslacht van kinderen bij die reuzen
vergeleken. Da worsteling met Span
je, om dc vrijheid dos gewetens voor
elk burger, aangegaan, heeft het
eigenaardige Nederlandsche volks
karakter doen geboren worden.
Met het optreden als zelfstandige
natie in de rij der volkeren, ging
dc het volkskarakter scheppende
adem door de rijen des volks en deed
het besef geboren worden: wij hebben
ook een eigen roeping onder do
natiën van Europa, en die vervullen
wij het best door ons zelf te zijn;
toen ontwikkelde zich de type des
vólks. Dat was vroeger zoo uiet ge
weest.
En wat teekent niet nu die mau-
non, die vertegenwoordigers des
volks
Vooreerst heldenmoed bij diep be
wustzijn van afhankelijkheid. Het
zwaard in do vuist en de schcode
weggeworpen in den bijna wan-
hopigen strijd tegen het machtigste
rijk van van Europa, waar het ging
om de dierbaarste rechten; maar
tot spreuk des levens; "Onze hulpe
zij in den naam des Ileercn;' oot
moedig op de knieën, eer de strijd
begon, maar dan ook gestreden tot
laatste toe
Een andere trok is; tuk op vrij
heid en toch geheel zich onderwer
pen aan Gods woord. Vrij, dat
wilden zij zijn.
Prof. De Lavcleije schreef een
maal; «Het Nederlandsche volk vroeg
verloopen, loon do geneesheer binnentrad,
om naar den toestand der zieke onderzoek to
doen.
Heeds op liet eerste gezicht kon men aan
de gelaatstrekken des geneesheer* bemerken,
dat er weinig hoop meer op herstel was.
-Do levensbronnen zijn geheel vor-
droogd," sprak hij; «de vrouw lijtitaan eene
m aagten lig, en wij komen te laat om haar
leven te redden. Ziehier evenwel een recent,
laat dit naar dc apotheek brengen, hot zal
althans eenige verlfchtirfg aanbrengen."
Wel had Agnes gemerkt, dat de ziekte he
vig en gevaarlijk was, maar een onvermijde
lijk doodsbericht had zij zich nog niot voor
gesteld. Uit liefde voor het arme schepsel,
besloot zij, bij haar te blijven, en haar te ver
zorgen, want zij hoopte nog altijd, dat zij bij
haar ontwaken in eene zachtere gemoedstem
ming zoude zyn, teneinde alsdan haar over de
zoo beslissende laatste oogeublikken van het
leven te spreken.
Mina keerde dus alleen naar huis terug, en
Agnes Mcef. Zij was aan het hoofdeinde van
het bed gezeten, de uOgen steeds gevestigd op
de zieke, wier ademhaling, ongelijk en pijn
lijk, de stilte der kamer verbrak. Zij be
schouwde met een trourigen blik dat aange
zicht, waarop al de ellenden vnti het mensche-
lijk leven, al de zielcpijuen zulke diepe
sporen had-Jon achtergelaten, en een vreemd
gevoel kwam bij haar op; zij immers had ook
al de gevolgen der armoede kunnen onder
vinden, cn dan hare moeder
Maar spoedig maakten deze gevoelen plaats
vo if andere.
Wordt vervolgd.