Wie zijn de schuldigen? Het PLEEGKIND, ZATERDAG No. 20. Uiiever: W. VAX DE.IMUXCKIIOF-Sasscn. Deze Courant vers (lijnt iedcren Zaterdag. Feuilleton. Voorwaarde tot het verkrijgen van goede boter. Stand der ülaan. L.K. 1* Woensdag N.M. 7e Dinsdag E.K. 15 Dinsdag Donderdag Stand der Zon* 1, 11.21, April op 5.39; 5,17; -1.57; v/ra.; 'onder 0.30; G.4T; 7.2; n'ra. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Yenray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Advertentiën: Tan 15 regols 80 clko regel meer 6 c. grootc letters en TÏgnetten naar plaatsruimte. Advertentiën. 3maal geplaatst, worden 2maal boreltcnJ. Advertentiën of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan bet Bureau »Peel en Maas" te Venray. Rome, de Eeuwige Stad, met haar kunstschatten en honderdduizend inwo ners, is in honderd gevallen van wan dalen. Want welken naam ook de mogelijkheid eener misdaad uitgeslo ten welken naam verdient de daad, welke te midden eener bewoonde streek, vlak aan den volgebouwden straatweg, op een kwartier afstand van een kunstgebouw als St. Paulus buiten de Muren, en nauwelijks een half uur van het eeuwige, kunstrijke Rome, ondanks do meest nadrukkelijke pro testen van den Gemeenteraad en de omliggende bevolking, een kruitmaga zijn laat bouwen, waarin een hoeveel heid ontplofbare stoffen van die ma gazijnen wordt opgehoopt. En toch, -cz.i .-oekètooze aaau is geschied, ge schied dank zij de tirannie van het militarisme, dat speelt met de goederen en het leven der burgers. Toen, juist tien jaar geleden, het plan van het waagstuk openhaar word, haastten zich de burgemeester en de raadsle den een luid en langdurig protest te laten hooren, waarvan de geschriften nog in het archief bewaard worden, en dat door de katholieke pers krach tig werd gesteund. Niet minder was de tegenstand van het nabijgelegen college der «Vigna Pia" van de ge- heele bevolking van Monte Verde. Zelfs de tusschenkomst van koning Humbert werd ingeroepen, die be loofde zijn gezag te zullen laten gel- 3. Ik wilde mijn kind aan zulk eene ellende niet langer blootstellen, en daarombraeht ik hethier." Zij zweeg en de bestuurder, de band op boek leggende, las in stilte eenige regelen na, die zeker betrekking hadden op het bedoelde onderwerp. Ten minste na eene korte wijl, hernam hij «Goede vrouw, ziehier de zaak, waar over gij mij nu onderhoudt. In den nacht van 14 op 15 Augustus 18 werd een klein kind, van het vrouwelijk geslacht, voor de deur opgenomen; het was armoedig gekleed, ■en droeg een versleten scapulier om den hals. Den volgenden dag werd het onder den naam van Maria Cornelia Alan gedoopt, en aan de aorg van eene vrouw, Margaretha Weilers, wonende te II toevertrouwd, dio het meisje zorgvuldig verpleegde. Tien maanden evenwel na genoemden datum is het gestorven, .zooals geconstateerd is voor do geestelijke en burgerlijke overheid der gemeente." -Dood!" antwoordde de arme vrouw, verbleekende, «dood, en ik kwanj haar hare moeder teruggeven Is mijn werken om haar een gelukkig leven te verschaffen, dan vruch teloos geweest? Dood!" De bestuurder werd bewogen bij liet zien van het lijden dier arme vrouw; hij trachtte den om aan de bezwaren te gemoel te komen. En wat heeft het gebaat! Zoowel de wenschen van het volk als de bemoeiingen van den koning werden verijdeld door de schuldige haUtarigheid der militaristen. De Eeuwige Stad, die eenmaal door de Hunnen werd gespaard, werd de prooi van een handvol niets ontziende leger hoofden, welke geen hoogere bescha ving toonen te kennen dan die der kazerne, geen hooger ideaal dan kruit kanonnen en ruw geweld. Het mag een geluk heeten dat er op dien Donderdag niet meer ellende voor Rome werd gebracht, Men heeft echter bij de gedachte, dat er nog een drietal zulke gevaarlijke bewaar plaatsen in de nabijheid liggen, in elke waarvan, volgens de uitdrukke lijke verklaring van generaal Pelloux in de Kamer van Afgevaardigden, een gelijkelijke hoeveelheid ontplof baar oorlogsmateriaal ligt opgestapeld. En dat onder zulk een zorgeloos be wind! De wnsl;73-—:a --- dubbeld, het toezicht verscherpt, zelfs overdreven. Doch zal het duren? De mannen, die van Rome een no. 6 «onaantastbare verovering" hebben ge maakt, en hun partij hebben zich te recht den roem van behendigheid verworven, in het praten en het voe ren der pen. Maar zij moesten hun handen thuis houden of, liever nog heengaan. Want wat zij geleverd heb ben op het stuk van verfraaiing en versterking der Eeuwige Stad, doet minder denken aan een beschaafde na tie, dan wel aan Turken. De volgende episoden uit de ramp zalige gebeurtenis mogen hier nog een plaats vinden. In de «Via Giulia" werd een vrouw door den schrik krank zinnig en schraiwde al dansend en zingend langs defctraat, dat de wereld verging. Bij de brug faribaldi sprong een man, in de meeii.g dat zijn huis in stortte, uit de kerde verdieping en werd zwaar gekuusd weggedragen. Ook vau de jcnoeinde lanbbouw- school Monte VVle sprong een der leerlingen, door vn.es overmand, uil het venster en ligt log ernstig gewond in het hospitaal. In de Jesuïten k rk viel een werk man bij het wegtuinen der glasscher ven van de gebroken ramen van een ladder en veiplettirde zijn schedel. Hetzelfde lot overkwam een anderen daglooner bij het omhalen van eenige bouwvallig geworden muren. Deze stierf kort daarna aan de gevolgen. Ook wordt nog gezegd dat oen Ne derlander, van Arnhem afkomstig, wien zij den naam van Martinus Ro- dini geven, en d.e als leekebroeder aan het gesticht jier «Vigna Pia" vv»KtAau. cto, vjf-p ueiau^njivb ver wonding aan hetA been bekwam en in het hospitaal *$an Gallicano ver pleegd wordt, waar hij echter in be terschap toeneemt. Voeg hierbij de enorme geldelijke schade aan kerken en gebouwen die honderd duizenden beloopt, dan nog hebt gij slechts eene flauwe schets. O tijden o zeden! Laatste berichten. Schade. Het Vaticaan 500.000 lire, de gemoontegebouwen 300.000, de St. Pauluskerk 200.000, de andere kerken 100.000, winkels 200.000 en particulieren woningen 1.000.000 lire, te zawen 2.300.000. haar te troosten. «Het is zoo, goede vrouw, zij was zwak en ziekelijk, en heeft de velerhande ziekten niet kunnen weerstaan, waaraan jeugdige kin deren zoozeer zijn blootgesteld, Bedenk, zij is bij God en bidt voor u." -En dus ben ik kinderloos. O mijnheer, verbeeld u, dat mijn man, ruim achttien maan den geleden, tengevolge eener vechtpartij in eene kroeg, ook is overleden, Toen was ik overladen met schulden en ellende; maar de hoop, mijne dGchter weder te zien, onder steunde mijik werkte, leefde slechts van water en brood, en verdiende ruimschoots mijn kost. Ik betaalde de schulden, kocht eenige noodzakelijke meubelen, ook een klein ledikant, een stoel en eene pop voor mijne dochter, en nu zegt gij, dat zij dood is! Slechts weinige dagen heb ik haar gezien, en nooit, noen, nooit zal ik haar wederzien." «Gij zijt eene brave vrouw," sprak nu de bestuurder op zachte» toon. «God beproeft u niet altijd. Wellicht zult ge hertrouwen, en zal God u andere kinderen schenken." "Nooit," uitte zij, met eeno beweging van afschuw, die te kennen gaf, welke treu rige herinneringen de huwelijksjaren bij haar hadden achtergelaten. "Ik wilde slechts voor mijne dochter leven en zij is dood. God heelt mij haar ontnomen aan mij, die niets anders dan haar bezat," liet zij er, eenigs- zins vertwijfelend, op volgen. "Maar ik zal hare verpleegster gaan bezoeken, om ten minste te weten, waar haar graf is. Het is te IIniet waar, mijnheer?" "Ja goede vrouw. Maar waarom gaat ge aldus onuoodig u\vc smarten vergrooten -Ik zou niet gerust kunnen zijn, indien ik zulks niet deed. Gerust zijn, mijn God ik zal het nooit zijn Zij veranderde eensklaps van uitdrukking, hield op, beschouwde Iden overste op eene vreemdsoortige wijze, terwijl zij sprak: -- -Mijnheer, gij z<gt, dat mijne dochter gestorven is; maar zijt g: daar wel zeker van?" »Maar zulks is b iwezen door de getui gen; de akte van ove lijden is te H en dan, welk belang zou ik er bij hebben om aldus den dood van uk? kind te vooronder stellen, en u smartelijke? oogonblikken te ver schaffen "Wel, weet ik let vervolgde zy op gewonden. «Men spreekt zoo dikwijls van ondergeschoven kinderen. Er is eene inwen dige stem, die mij ze^t, dat mijne dochter leeft; zij is niet gesterven, neen, God heeft het niet kunnen willen!' - »Neem u in achi, vrouwtje, gij zijt op een gevaarlijken wegmen moet zich onder werpen aan het lijden. Uw voorbeeld is onze Goddelijko Verlosser." Maar de laatste wojrden verstond zij niet meer; overgeleverd aai hare hartstochten, verliet zij het liefdcgesthbt, en sloeg de» weg naar II in. IV BEKENTENIS. Margarotha Weilers was alleen in hare woning, bezig met eeiig naaiwerk te ver richten, toen eene vrraw haastig de deur openwierp en naar biinentrad. Het was do weduwe Wattors, beveide van inspanning en 1Het voeder zij ten allen tijde goed. In groote boerderijen, waar men uit sluitend van liet vee leeft, weet men zeer goed, althans het is te veronderstellen, (lat alle voer niet even goed is voor het verkrijgen van eerste qualiteit boter en met die kennis houdt men daar reke ning. In kleine bedrijven, waar het hou den van 4 a 6 koeien meer bij- dan hoofdzaak is, komt men niet zelden ten achteren in het bereiden van zuivel: men geeft den koeien wat men heeft, zonder tc bedenken, dat niet alle hout, timmer hout is. Veel rapen, rijstmeel, peul vruchten, oliekoeken, pulpe, enz. geven een onaangenamen smaak aan de boter. Best hooi, niet te jong groenvoer, palm- pitkock, lijnkoek, enz. werken gunstig op de qualiteit der boter. 2. Het regelmatig verstrokken van zout aan de koeien, een goede stallucht, do zuivering der huid. liet vee geert vaak zijn trek lot tc kennen door het likken aan muren. Om het in dezen te vredeu te stellen, moet men in den stal zoutliksteenen aan brengen op een wijze, die het den dieren mogelijk maakt er naar verkiezing ge bruik vau te maken. Zout werkt gur.s- tig op geheel het dierlijk organisme en verhoogt de funtie der dierlijke levens verrichtingen. Wat ademhaalt, moet dat kunnen doen in een reine, levenwekkende en levenversterkende lacht. Een slechte atmosplieer maakt het bloed ziekelijk en werkt ondermijnend op het gestel. Licht en lucht beide zijn leven. De meerdere of mindere welstand van hot vee hangt ook ten nauwste samen met de meerder of minder volmaakte vermoeidheid, bleek, en de oogen fonkelend vaa een inwendig vuur, dat haar scheen te verteeren. Men zou zeggen, dat do koorts in hare ingewanden woedde. Zonder den tijd te Uiten aan do vrouw des huizes*, om een weinig van den schrik te be komen1,. begon zij «Zijt gij het, die een kind uit het ge sticht vaa Biussel opgevoed hebt, Maria Cor nelia genaamd «Ja, dat ben ik," antwoordde Marga retha, een hoogroode kleur krijgende. -En dat kind,, wat is er van geworden?" Deze vraag, zoo onverwacht, gevoegd bij een doordringenden blik, viel loodzwaar op het geweten van: de pleegmoeder. Bevende voor liet oog van daze moeder, die haar rech ter scheen te zijn, werd zij verward in haar denken, en stotterde-,, roet eene bijna onver staanbare stem "Dat kind Maar ik heb het niet meer. Het is dood «Dood! gij liegt," vervolgde de weduwe met drift, en zich vooroverbuigende naar de plaats, waar Margaretha zat, en bare hand in de hare nemende, ging zij voort-Ja, er is iels in liet binnenste mijner ziel. wat mij zegt, dat gij liegt. Mijne dochter is niet dood." "Maar hoe! Men heeft u het te Brussel toch ook mooten zeggen." "Men heeft mij daar ook gezegd, dat mijn Xind dood was; maar wie is er, die mij er van overtuigd? Gud is te rechtvaardig en te goed, ik heb tc veel gewerkt, te veel ge leden, om mijne dochter niet weer te mogen zien. Neen, mijne dochter is niet dood huidwerking. Deze moet men opwek kon en onderhouden door een vlijtig poetsen, borstelen en wrijven. Wat nie tig schijnt is het daarom nog niet. 3. De melk dor tien eerste dagen na het kalveren niet voorde boterbereiding gebruiken, Deze melk bevat oen groote hoeveel heid eiwit en heeft oen zeer onaangena me smaak, reden waarom ze niet voor zuivelbereiding mag gebruikt worden. Ze hoort der koe toe, en anders kalve ren en varkens versmaden haar ook niet. 4. Verwydorcn van melk uit den stal zoo spoedig mogelijk, ook van het land. Dat de lucht in den stal in samen stelling niet gelijk aan do dampkrings lucht kan zijn, behoeft geen betoog: ze is altijd min of rnoqr verontreinigd. Ka dan de molk er zoo lang in laten staan tot de laalste koe gemolken is? 't Ware liet paard achter in plaats van voor den wagen spannen. Of is melk geen teer artikel cn gevoelig voor onreinheid in <U- hoogste mate? Neemt zo niet do g" ringste kiemen voor bederf onmiddelli jk op waar zij ze vindt? Warmte is ook een vijandin van haar. Men late daarom de melk buiten niet langer aan de werking der zon blootstaan dan strikt noodig is, maar brenge een gevulder! emmer zoo schielijk mogelijk naar huis, naar den koelbak. 5. Af koelen der melk tot op 10° O. Hoe langer de melk zoet blijft, hooi beter do room zijn zal, en ze blijft lan ger zoet naarmate ze kouder is. Kr steekt verdienste in om de melk, direct nra hut melken, af te koelen, op de verftischte temperatuur te brengen. Wafdrtcn in dezen is niet tc verdedigen. Wie het goede wil moet alle zeilen bijzetten. (Slot vólgt.) Zij deed deze bijna waanzinnige woorden van eene levendige droefheid vergezeld gaan. eene droefheid die ook. de ziel: va» -Vf&rgardtAfe moest aandoen; zij immers, was óók moeder geweest! Daarbij,, de geschiedenis der kin deren bezwaarde bovenmate hare ziel,, eiv. gaarne zou zij op de eene of andere wijzo niet alleen dat moederlijden, maar ook hare eigene gemoedsangsten willen verlichten, al ware- het dan ook. ten koste van eenig geldelijk voordeel. Maar wie zou haar nu. gelooven Zij verbrak de stilte. Waarom zijt ge hiergekoraen Waarom, wilt ge roij doen spreken?" «Gij hebt dan iets aan mij te zeggen? Ik zie het in u.we oogenik gevoel het in wendig; Mijne dochter leeft; is het niet zoo? Is dat waar. o. geef haar mij torug. geef Iiaar mij weder! Ik zal u alles vergever,. Ik zal u beminnen, want gij hebt haar verpleegd, gij hebt haar verzorgd. Gij bobt haar lief. daar van ben ik overtuigd. Maar zeg mij alleenlijk, of zij leeft." «Ja, zij leeft," antwoordde Margaretha, een diepen zucht slakende;, «de goede God wil niet, dat ik hot tot het einde toe ver- zwijge. U'we dochter leeft, zij is rijk on ge lukkig." -Maar zij is het niet met Hay; nfiet mij* hare moeder! Ik zal haar icrugeisclieo, en men zal haar mij niet ten tweedcraale ont nemen. Mijn kind behoort mij; ik ben reeds genoeg gestraft voor mijn kwaad, maar God zal het mij vergeven en mij mijne dochter teruggeven." «Gij zult dus uwe doehtor femgeischei) Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1891 | | pagina 1