De Toekomst
ZATERDAG 13 DECEMBER 1890.
ELFDE JAARGANG
No. .50.
Uitgever:
W. VAN DEN AIUA' CRU OF - Sassen
Deze Courant verschijnt iedcren Zaterdag.
vrrflipEs Zij. die zich nog
VOO!' 1 Jan. wenschen
tc abonnccrcn op ,.PËEL en MAAS"
ontvangen de nog verschijnende
nummers GHAT1S.
ia V fciw
Siaud der A3aan«
L.K. 4ö Donderdag N.M. 12e Vrijdag K. L. 18 Donderdag V.M„ 20 Vrijdag
Stïïssd der 25G>BÏ*.
5, lö, 10, 22, 28 Nov. op. 7.53; 7,59; 8.5; 8,9; 8.11; v/ni.; onder 3.-18, 3.-10, 3.1t*s 8.:;.52;n,'m,
Abonnementsprij s
VOOr VENRAY
franco per post
voor het buitenland
afzonderlijke nummers
per kwartaal.
50 c.
65 c.
85 c.
6 c.
Prijs der A.dvertentiën:
van 1n repels 30 c.
elke regel meer 6 c..
groote letters en vignetten naar pla&tsrmmtc.
Adverteutiën, liniaal geplaatst, wardo» lltna.-tl berekend.
AdvertentiSn of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
vóór 2 uur 's-mlddags te be
zorgen aan het Bureau «Peel en
Maas" te Venray.
Het is voor ieder, die den loop der
gebeurtenissen in ons dierbaar Vader
land aandachtig nagaat, geene vraag,
of er in den laatsten tijd aa:i den po-
litieken horizon ook drij yndo teeke-
nen zijn waar to nemen, die ons met
zorg voor de toekomst* vervullen. Be
ginnen wij van boven af, dan is het,
de Erfgename van den troon is een
Kind, eene Vrouw, die vooreerst zelf
niet do teugels van het bewind zal
kunnen voeren, en als Zij die een
maal zal aanvaarden, zeker in veel
moeilijke gevallen, meer kracht zal
behoeven, dan do vrouwelijke sekte
pleegt te bezitten. Het valt dus niet
te ontkennen dat wij een ongewonen
toestand te gemoet gaan. En de vraag
mag gesteld worden, welke houding
men in het binnen- en buitenland
tegenover dien nieuwen toestand zal
aannemen.
Zal de tijd aan het regentschap en
der vrouwelijke regeering in Neder
land kalm verloopen, en niet, zooals
hij in vele landen pleegt te zijn, een
tijdvak worden van beroering en eene
periode van den strijd der hartstoch
ten, die elkander den voorrang bij
den Troon en den invloed van Haar,
Feuilleton.
Een witte raaf onder zijn collega's kon men
den portier van no. 32 noemen 1 In't minst
niet ruw, altijd bedrijvig, zonder portierster
hij was namelijk weduwnaar waarlijk,
een witte raaf onder zijn ambtgenooten. Voor
been was bij schoenmaker geweest en eigen
lijk bad bij zijn tegenwoordige positie slechts
aan zijn lankmoedigheid op 'tpunt van crediet-
geven te danken. Want in den lijd dat de
professor (zijn tegenwoordige principaal) nog
maar een jong muziekleeraar was met lange
lokken, schoone plannen voor de toekomst
en een platten geldbuidel, had deze den goed-
hartigen jongen Chrispijn voor zijn lederen
kunststukken en 'slechts zeer zelden niet klin
kende munt, meestal echter met klinkende
beloften betaald. En wat liet wonderlijkst
was; er kwam een tijd, dat de professor zich
van al zijne beloften kon kwijten. De schoone
Leonie, de eenige dochter van een rijken hout
handelaar, werd verliefd op den jongen musi
cus, met de lange kunstenaarslokken en den
mageren geldbuidel. Een halfjaar later vier
den zij bruiloft. Papa. die voor de em .te maai
in zijn leven zijn dochtertje niet dadelijk, doch
eerst na een moeilijken strijd haar zin had
gegeven, gaf den jonggehuwden hot pasge
bouwde, prachtige huis aan het kanaal ten ge
schenke. De jonge echtgenoot betaalde nu al
die deze bekleedt, betwisten? Maar
vooral zal geen vreemde invloed zich
in den nieuwen toestand, waarin Ne
derland thans verkeert, doen gelden
Dit zijn gewis vragen, wier beant
woording, wat haren vollen omvang
betreft, aan de toekomst is voorbehou
den; maar die ons niet zonder zorg
laten. Zeker is het, dat al het beleid
en ervaring van bekwame stuurlieden
zullen noodig zijn, om het schip der
staat door de ongewone van het re
gentschap en der vrouwelijke regee
ring in de veilige haven te brengen,
en ons Nederlandse^ goed en bloed
van alle «vreemde smelten'' vrij te
houden.
Handelen onze bewindslieden in
dien zin, toen zij eene wet voorstel
den, die in den zin van onze vólks-
wetten en gebruiken zeker allerminst
past; toen ze de 1ste schrede zetten
op den weg van het militarisme, dat
wellicht eene militaire natie, zooals
de Duitsche zich kan laten welgeval
len, maar dat het minst strookt met
den aard onzer nijvere.en landbou
wende bevolking, die slechts naar het
zwaard grijpt ter verdediging van ei
gen haard en eigen hof?
Een ander bedenkelijk verschijnsel,
dat ons voor de toekomst doet vree
zen, is het toenemen van het socialisme
in ons land. Het onbeschaamd optre
den der socialistische raddraaiers in
openbare vergaderingen, in politieke
bijeenkomsten en niet het minst op
den openbaren weg, wijst ons op een
bedenkelijken toestand, die wellicht
door de zwakheid of toegevendheid
der betrokken regeering in het leven
werd geroepen. Waar gaat het heen
met den eerbied voor het geafcg als
de socialistische menners in politieke
bijeenkomsten of openbare vergaderin-
zijn schulden, ook die bij den schoenmaker,
en daar deze wel de geduldigste onder de ge-
duldigen geweest was en hij juist voor het
nieuwe, prachtige huis een portier noodig had,
bood hij dezen die betrekking aan.
Frederik Willem Pickdraut zei niet neen.
Dezo wending in zijn lot was hem zelfs niet
ongevallig. Met zijn handwerk wilde het toch
maar niet recht vlotten, al verstond hij zijn
vak ook in den grond. Ja, als hij slechts in
een kelder gemaakt goed had kunnen ver-
koopen! Doch wie gaf zich nu de moeite om
de vier trappen op te klimmen en hem op zijn
dakkamertje op te zoeken? Slechts arme lui,
die wat lapwerk hadden en een dubbeltje tien
keer omdraaien eer zij het uitgeven, beguns
tigden hem, behalve nog eenige klanten, die
zooals indertijd zijn tegenwoordige hoogge
achte patroon, niet alleen op zijn bekwaam
heid, doch ook op zijn crediet beslag legden.
Zou hij dan niet met beide handen den voor
slag van den professor aangenomen hebben
Van zijn bekrompen, vochtig dakkamertje
verhuisde hij naar eene niet zoo heel diepe,
luchtige en ruime kelderwoning met een net
aangelegd tuintje voor de deur. Welk een,
gezegende omkeer! Nu behoefde hij niet meer
met angst en vreeze den eersten dag van de
maand tegemoet tc zien om zijn huurpenningen
te betalen; nu was hij altijd zeker, opdien
vroeger zoo verafschuwden dag nog iets uit
betaald te krijgen. Wel had hij werk in over
vloed, maar toch genoeg vrijen tijd, vooral in
den zomer, als de «grootelui" van al de drie
vei diepingen naar buiten waren en hij alleen
met eenige mannelijke en vrouwelijke dienst
boden in het huis overbleef,
hen voor den mond komt. Schaamde
zich de afge vaarde int Schoter-
land niet? (Domola Nieuwen huis.) Maar
de man is nu eenmaal sociaal-demo
craat, en daar het in 't buitenland
de mode is geworden ;:ich als zooda
nig tc gelden, moet ook Z. Ed. dat
doen verluiden. Hij is nu eenmaal
republikein en gevoelde er behoefte
aan dit nog eens en wel bij de lijk
baar des Konings te proclameeren,
Dan onze Pruisische naburen schenen
weinig met den man op te hebben,
dit bleek duidelijk toen zij hem over
de grenzen brachten.
Maar wat zuilen nu de gevolgen
zijn van het voortdurend onrustoken
eener schaamtelooze en bandelooze
pers, waarvan een der minste organen
zich zelfs verstout den naam van «Op
roerkraaier" openlijk te voeren? Ziet,
ook dat zijn bedenkelijke verschijnse
len, dreigende wolken ;^an den poli-
tieken hemel van Nedeijand.
Wanneer men zoo let de teeke
nen des tijds, en in ms dierbaar
Vadarini..-.' n.-,,-.
die men daar onmogelijk zou hebben
geacht, dan mag men terecht met
zorg en vrees voor de toekomst ver
vuld zijn; maar het is niet minder waar,
dat er bij het Nederiandsche volk,
hoezeer ook op veelerlei gebied ver
deeld, toch vele goede eigenschappen
zijn waar te nemen; de jeugdige Ko
ningin mag zich steeds in de warme
genegenheid van het grootste gedeelte
des volks verheugen; het meerendeel
der natie is bereid, de vrijheid en
onafhankelijkheid des lands tot het
uiterste te verdedigen, en eerbied
voor het gezag en gehoorzaamheid
aan de wettige overheid zijn, God
dank, in Nederland nog geene ijdele
klanken.
Deze waarheid doet ons vertrouwen,
Slechts één ding' was pi:, dat hein in den
beginne niet zoo recht aanstond of liever aan
hing; de blauwe rok met de vergulde knoopen
en de daarbij behoorende niuts ruet tresband,
waarmee hij aan de deur paradeeren moest,
als er bij don huisheer een feestje was. Dan
vond hij zich zelf er als een echte knecht uit
zien en zijn sehoenmakerstrots verzette zich
daartegen met alle macht en kracht. Doch de
mensch is nu eenmaal zóó, dat hij ten slotte
aan alles went, ook aan een langen blauwen
rok met bijhehooreude tresmuts. Zoo ging liet
ook met Pickdraat. Het is waar, dat de op
offering hem wel eenigszins gemakkelijk werd
gemaakt door de omstandigheid, dat de post
«bijverdiensten" op zijn huiselijk budget op
zulke avondjes aanmerkelijke uitbreiding ver
kreeg. Zooals we reeds zeiden, hij was we
duwnaar. Zijn vrouw had hij vroeg verloren.
Meermalen raadde men hem aan te hertrou
wen, vooral het vrouwelijke dienstpersoneel
vond het zonde en jammer dat hij in zijn eenig-
heid wegteerde! Wat was nu een portier zon
der vrouw! En dan een man als hij, in de
kracht des levens!
Hij hield zich echter doof en blind voor al
die bedekte toespelingen, steeds zweefden hem
de zachte, blauwe oogen van zijn Marie voor
den geest en wanneer hij al eens gevaar liep,
ze te vergeten, dan had hij zijn jongen maar
aan te zien otn ze weer vóór zich te hebben.
Zijn zoon, zijn Willy! Zijn trots en zijn
toekomst, de eenige voor wien bij de dubbel
tjes opstapelde. Ja, Willy zou iets bijzonders
worden; een gestudeerd man, of zoo iets. Als
hij slechts eerst op school was; later zou hij
hem dan naar liet gymnasium zenden en dan
dat, mogen ook al de tijden moeilijk,
de strijd zwaar zijn, Nederland er niet
onder zal bezwijken. Hij, Die Neder
lands volk in bange oogenblikken
steeds zoo zichtbaar nabij was, zal
het ook in do komende uren des ge-
vaars Zijne alvermogende hulp niet
weigeren. God behoede en bescherme
Nederland,
Vercenigde vergadering ilea*
SiaéeBn-G©neraal.
van SI aasidag H I!>eeeaii3ïea* S8150.
AJÜogg-iaig; van bIüei eed door SS. $2.
de lioaiiagim-Efcegeiide»»
-XX-
Do heer Van Naamen van Eemnes,
die den voorzitterstoel bekleedt, opent,
nadat de leden zich In de vergaderzaal
van de Tweede Kamer vereenigd heb
ben, om halfeen de vergadering en laat
door den griffier van de Eerste Kamer
een Koninklijk besluit voorlezen van
3 December 1890, no, 2G, betreffende
de vereenigde vergadering, waarin de
Koningin-weduwe de bij art. 43 en 34
der Grondwet omschreven eeden als Ro-
des van Hare Majesteit WiIEemimrTvu.
Nederlanden zal afleggen.
De voorzitter benoemd de leden der
commissie, die II. M. de Koningin-re
gentes in het gebouw zal ontvangen en
uitgeleiden.
De ministers, hoofilen van ministri-
eele departementen en de kanselier der
orden, vercenigen zich met de leden van
den Raad der State om ecu uur in de
vergaderzaal.
Kort daarna verschijnt H. M. dc.Ko-
niiigin-regentès. De vorstin was in die
pen rouw; over het rouwgewaad viel de
lange zwarte sluier van den hoed neder,
terwijl zij het formulier van den eed op
wit papier in de rechterhand droeg.
Nadat zij plaats had genomen op den
zetel ter zijde van den troon, zeide de
zou de wereld verbaasd staan over zóö'n jan
gen En dien zou hij een tweede moeder ge_
ven, die hem misschien met schele oogen zou
aanzien1?
Neen, liever werkte hij voor twee.
Werkelijk was liet een aardige, fiïnk ge
bouwde knaap met een bruinen krutlekop en
donkerblauwe oogen, die zoo verstandig en
peinzend de wereld inkeken. Hij had juist
niet veel van jongens van zijn stand, die den
halveu dag op straat rondslenteren en de
lucht met hun vroolijk geschreeuw vervullen.
Hij kon zich 't best alleen vermaken. Eu
weetgierig dut hij was! Dikwijls bracht hij
zijn vader in verlegenheid met allerlei vragen,
die de goede man niet had kunnen beantwoor
den, al had er zijn leven van afgehangen,
's Winters zat hij meestal op de vensterbank
en sloeg met schitterende oogen het straat
leven gade in het schoone jaargetijde echter
was zijn lievelingsplaats op de trap, die niet
ver van het huis naar het kanaal voerde. Dun
had hij nauwelijks oogen genoeg om te kijken!
Daar gleden de groote, plompe schepen, met
steeneu, turf of ooit beladen, uit Ruthenow,
Lioura, Rüdersdorf en Wei der op en af en
het rusteloos drijven en arbeiden der schippers
bood hem altijd stof tot beschouwing en be-'
wondering.
Slechts één was er, dio hem uit dezo over
peinzingen kon opwekken, en dut was de
kleine Lola van den professor, een snoeperig
schepseltje met goudblonde lokken. Als hij
haar maar in de verte zag, dun was hij snol
als dc gedachte hij haar.
Het grootstefeest was liet voor hem, wan
neer du bonne hem op de wandeling naar de
voorzitter het volgende
Mecroino
Met diepon weemoed heet ik Uwo.
Majesteit opnieuw welkom. Nauwelijks,
toch was Uwe Majesteit uit deze verga
dering teruggekeerd aan het ziekbed
van Uwen Gemaal, of de treurmare,
weerklonk: Zijne Majesteit Koning
Willem III is de eeuwige rust ingvgaan.
Ik zal thans niet herbalen wat onze
zoo betreurde Koning voor Nederland
geweest is, wat ons Nederland in lu rn
verloren heeft. Liever wil ik wijzen op
den kostbaren schat, dien Zijne Majes
teit aan Nederland heeft nagelaten in
onze beminde Koningin Wilhelmina mot
Uwe Majesteit als leidsvrouw.
Het Nederiandsche volk ziet in zijne
jeugdige Koningin het beeld eerier
schoone toekomst, omdat bet overtuigd
is dat Hare vorming en opvoeding bij
Uwe Majesteit als Regentes en Voogdes
volkomen veilig en in beste handen zijn.
De Volksvertegenwoordiging deelt
ten volle die overtuiging, welke zij
reeds vroeger in wettelijke vorm heeft
II - I c> 1,v,
ik" de Vrijffeid'Owö MajK-ieic eerbiedig
te verzoeken den in de Grondwet voor
geschreven eed als Koningin-Regentes,
gedurende de minde/jarigheid van Ko
ningin Wilhelmina in mijne handen te
willen a li eggen."
Hare Majesteit de Koningin-Regen
tes "rijst op van baar zetel en legt eerst
volgens art. 43 der Grondwet, den eed
af bij het aanvaarden van het regent
schap.
«Ik zweer trouw aan de Koningin;
ik zweer dat ik in de waarneming van
het koninklijk gezag, zoolang do Ko
ningin minderjarig is, de grondwet
steeds zal onderhouder en handhaven.
Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid
en het grondgebied des Rijks met al
mijn vermogen zal verdedigen en hewa-
diergaarde meenam. Maai' dat moest dun in
't geheim gebeuren, want Lola's mama was
op die groote vertrouwelijkheid met dun por
tiersjongen allerminst gesteld. Wel een con
trast met den professor, die heel graag eons
keuvelde met den aardigen, verstand igon
knanp.
Zoo verliepen er eenige jaren. Daar kwam
de groote dag, waarop Ercdcrik Willem Pick
draat zij» jongen voor 't eerst naar school
bracht. Deze droeg bij dio gelegenheid op den
rug een gróóteii boeken ransel,, die wol voor
zien maar niet gevuld was met een a b c-boei:.
een lei, wat griffels en een groen verlakt
broodtrommeltje. Het was m >edijk te zeggen,
wie van beiden trotseher was. vader of zoun.
Willy maakte zich zeer spoedig de eerste
beginselen van lezen, schrijven en rekenen enz.
eigen. Nu was het de school, die ook tehuis
zijn geheele belangstelling in beslag nam.
Maar ook thans nog behoefde dc kleine Lola
slechts haar reu-je tegen dc vensten-ui', te
komen platdrukken en hunt toe te wenken, of
hij liet alles in den steek en stormde de irnp.
op, haar tegemoet, AL zij dan weer weg was,
verdiepte .hij zich met verdubbelden ijver m
zijn werk.
Weder was liet lente geworden. De blad< r-
knoppen der olmen en platanen langs het
kanaal hadden zich rmfpLoid; in d»'tuinen
begon de vlier te bloeien; de rood" sproei
wagens reden weer door d»- snoten. >-i. ;«.is.
heden lachte de zon zoo vroolijk. en welfde <1.-.
hemel zich in vlekkolooze reinheid ov-r uo
huizenzee.
Het had elf uur geslagen.
Wordt vev>:"tod.