1ST ea omstreken.
ELIGIUS de Organist.
ZATERDAG 19 .TUL! 1890.
ELFDE JAARGANG.
No 29.
Uitgever:
W. VAX DEX MUXCkllOF-Sasscn.
Doze Courant verschijnt iederen Zaterdag.
Stanley's huwelijk.
SG&.bb«3 der $9ansi.
V.M. 2® Woensdag. L.K. 9U Woensdag. N..M. 10° Woensdag. E, K. 25® Woensdag
5, 10, 10. 22, 28 Juii op 3.48; 3,52;
Stam!
f.59; 4,15;
der Zon.
3.43; v/m.;
onder 8.19, 8.17,8.12, 8,5 7.5G; n/aa.
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Venray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
Prijs der Advertentièn:
van 15 regels 30 c.
elke regel meer 6 c.
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertcütiën, Smaal geplaatst, worden 2maal berekend.
dvertentiën of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
■vóór 2 uur 's-middags te be
zorgen aan het Bureau »Feel en
Maas" te Venray.
a
li1
Wij leven in eene eeuw, die onder
meer,, bijzonder uitmunt in het werk
dat gemaakt wordt van hot onderwijs;
van alle zijden toch heeft men het
oog gericht op de school. Wie kent
niet de veelvoudige eischen, welke
men aan de school stelt, de gioote
verwachtingen, die men van haren
werkkring koestert. Doch alleen als
inrichting van onderwijs kan de school
niet aan al de haar gestelde eischen
voldoen en de uitkomsten van haren
arbeid zullen ver achter de groote
verwachtingen blijven, als zij niet
door den invloed der opvoeding wordt
gesteund.
Niet van het onderwijs alleen, maar
van de opvoeding eveneens hangt het
welzijn der menscheii af, beide móe
ten met vereende krachten werken
wil men brave en nuttige leden voor
de maatschappij vormen. Op deze
wijze steunt de school dan ook de
plannen van goede oudcis, die hunne
kinderen als goede, verstandige, zede
lijk reine en gelukkige menschen wil
len zien opgroeien.
't Is eene moeilijke taak, dat doel
te bereiken, maar zij kan volbracht
worden, wanneer de kinderen reeds
in hunne prillen jeugd in dc vreeze
Gods en in het beoefenen der deugd
van gehoorzaamheid worden opgevoed.
Aan de vervulling van die taak ont
breekt veel in onzen tijd. Niet door
het africhten tot uiterlijke manieren,
niet door het voorpraten, maar door
Feuilleton.
28.
Gustaaf laat zich werktuigelijk gedurende
«enige minuten door hem leiden, zelfs niet
wetende, wie hem vast heeft.
Intusschen is het der politie gehikt, den op
loop wat uiteen te doen gaan. Tot groot-en
jspijt van Eligius wordt Gustaaf door eenige
zijner zoogenaamde vrienden ingehaald en
staande gehouden; dit aantal groeit, spoedig
pan en weldra is het Eligius met meer, die
Gustaaf leidt; zijne pogingen om hem met zich
mede te doen gaan, zijn vruchteloos; heiden
worden onwederstaanbaar inedegr.sleept do,or
den drom, welke nog voortdurend grooter
w.ordt. Gustaaf, wien die versterking den ver
loren rpoed terugschenkt, herkent, tot bezin
ning komende, de stem van Eligius, die, om
hem te treffen, al zijne welsprekendheid aan
wendt; verbitterd in plaats van geroerd door
zijne kernachtige vertoogen, ziet hij hem met
een verachtenden blik aan en zijn arm met
ruwheid uit dien van Eligius losrukkende,
joogde hij hem o.p dreigenden en woedenden
toon toe
Kotpt gij bi,j geval ook hjor om mij te
beschimpen en te belcedigen, vervloekte
schijnheilige! onbeschaamde indringer! mis
lukte seminarist T
'ierwijf Ehgjys hem iiJ en hartelijke
het voorbeeld der opvoeders, door
ware, ongehuichelde vroomheid kan
zulks geschieden. Het voorbeeld tocb
werkt krachtiger dan alle onderricht,
dan elke aanprijzing of vermaning.
Waren ouders en opvoeders bet in dit
opzicht eens, dan zou de zegen van
eene ernstige en liefderijke tucht over
al worden gevonden.
t Is van het hoogste belang dat
huisgezin en school de zaak dei op
voeding gemeenschappelijk beoefenen.
Zullen er uit onze scholen welgeaarde,
zedelijke, brave kinderen komen, die
tot eer van hunne ouders, van de
gemeente en van den staat opgroeien,
dan kan zulks alleen door weder-
zijdsche hulp der huiselijke opvoeding
en van bet onderwijs op de school
verwezelijkt worden.
Huisgezin en school moeten in vol
maakte overeenkomst zijn om het
werk dor opvoeding in een zin en
geest te doen, zal bet goede vruchten
dragen. Werken beide in verschil
lende richting op het zicli ontwikke
lend verstand des kinds, verbiedt de
eene inrichting hetgeen de andere
toestaat," oi' èisc'Iït deze wat gene nut
teloos acht, clan weet het kind niet,
of de school of het huisgezin gelijk
heeft, of het drn onderwijzer of de
ouders zal gehoorzamen; zijn gedrag-
wordt dan onzeker en de gevolgen
van zulk een verschillenden invloed
zijn, dat er storing komt in de zede
lijke ontwikkeling. Noch het huisge
zin, noch de' school bereikt dan bet
voorgestelde doel.
Werken buisgezin en school elkan
der tegen, vernietigt de eene inrich
ting wat de andere heeft opgebouwd,
dan benadeelen zij hun invloed we
derzijds. Onder zulke omstandigheden
moet de zedelijke kracht der kinde
ren verlammen. Slechts dan wanneer
huisgezin en school in eene en dezelfde
bewoordingen antwoordt, zijn zij voor het
koffiehuis gekomen, waar de klub, tot welke
Gusiaaf behoort, hare gewone bijeenkomsten
houdt; allen willen bijna gelijktijdig binnen
gaan, zoo dat hier weder een ontzettend ge
drang ontslaat. Eindelijk zijn allen binnen on
worden de deuren weder gesloten.
I)e groote zaal is opgepropt met mannen,
waarvan eenigen zingen, anderen vloeken en
nog anderen tieren en brullen en in wier mid
den Eligius zijns ondanks wordt terug gehou
den. Hoe vreemd en walgend zulk een
schouwspel ook voor hem moge wezen, is do
jongeling evenwel niet beangst; zijne wangen
zijn vuurrood, eon ongewoon vuur schitiert
in zijne oogen. Bij hei schijnsel der talrijke
lampen, welke de zaal helder vei lichten, ziet
hij al die schaam tel,ooze, vaa! bleek e aange
zichten van die uitgeleefde jongelieden in hun
ne geheele afzichtelijkheid en een onbeschrij
felijke afschuw maakt zich van zijn hart
meester. Gustaaf, thans geheel buiten hei
bereik van zijne tegenstanders. tracht onder
denschijn van eene uitgelatene vraolijklieid de
woede te verbergen, welke bij de gedachte
aan zijne sc-handelijko nederlaag, duidelijk op
zijne doodsbleeke gelaatstrekken zichtbaar
is en dezelve krampachtig doet za men trek ltep
liet is op zijn braven neef, dat de ellendeling
de door zij po aderen bruwschendo gramschap
zal koelen; hij levert hem laaghartelijk over
aan zijne makkers en weldra staat Eligius,
die vi uchtdoos gepoogd heeft uit de zaafweg
to komen, ten doel aan zijne bijtende spot
ternijen. Zcdekwetseude scheld woorden en
aardigheden, welke Gustaaf met een stuip-
trekkenden Jacfi toejuicht, regenen als een
richting aan de ontwikkeling der
kinderen werken, wanneer beide juist
hetzelfde gebieden en verbieden, de
zelfde deugden met dezelfde middelen
beoefenen, dezelfde fouten bestrijden,
dan zal de geestelijke en zedelijke
kracht der kleinen verheven en ge
sterkt worden en hunne ontwikkeling-
verkrijgt het gevraagde resultaat.
Aan huisgezinnen, waar do kinde
ren aan de vreeze Gods, stipte ge
hoorzaam beid, orde en reinheid ge
wend zijn, waar Gods woord heilig-
wordt gehouden, waar de ouders
worden geëerd, waar orde en welvoeg
lijkheid in het gansche gedrag, in de
trouwe vervulling- der plichten wordt
in acht genomen, aan zulke huisgezin
nen beeft de school trouwe bondge-
nooten en vasten steun voor de vor
ming der jeugd en der algemeene wel
vaart. Eu God zij dank, Int getal
van zulke huisgezinnen is niet gering.
In de school onderscheiden zich de
kinderen van zulke oujlers door op-
iettenheid, vlijt, reinheid en stipte
gehoorzaamheid en dooi- een zedelijk
gedrag en zij 'wduor den
grondslag voor'intn toóAoljstfg geiiriV.
Doch helaas! bij een zeer groot
deel onzer kinderen ontbreekt de zoo
noodzakelijke huiselijke opvoeding.
Velen worden door hunne ouders niet
tot werkzaamheid, orde en reinheid
aangezet. Valschheid, leugenachtigheid
list, boosheid, eigenzinnigheid, luiheid
en dergelijke ondeugden vindt men
hij die kleinen in ergerlijke en be
droevende mate. Vader en moeder
liefde genieten die kinderen niet,
gehoorzaamheid leerden zij niet beoe
fenen. Zij worden bedreigd, en bang
gemaakt met de school. Hoeveel tijd
kost het niet zulke tor school komen
de kinderen vertrouwen in te boeze
men, hen tot gehoorzaamheid te bren
gen. Daarbij komen nog bij vele
stortvloed van alle kanten op den jongen Cas-
tclnau. Ditmaal voelt Eligius 7.ijne kniën onder
zich knikken, maar het is van afschuw en
verontwaardiging. Bij doze beleodigingen is
liet geen bloed meer, hetwelk Eligius door
zijne aderen voelt stroomen, maar salpeter,
dat op het punt is van uit te barsten. Hij
richt met, fierheid het hoofd op en de hem om
ringenden met vlammende blikken aanziende,
riop hij hen toe met eene stem, welke van
ontroering trilde:
Ik heb alles van mijn neef verdragen.
maarhij bleef plotseling steken, want. de
stem van zijn geweten voleindigde denzin
maar gij zijt christen en uw Meester bleef
grootmoedig en liefderijk tegen degenen, die
Hem mishandelden en in het aangezicht spuw
den
Eensklaps wordt de deur van het koffiehuis
woest opengesmeten en snelt iemand de zaal
in, dringt door dc menigte heen en bereikt
Eligius. Deze wordt nu bij de hand vastge
grepen, gelijk hij zoo even Gustaaf vastgegre
pen beeft; hij wordt medegevoerd, eon krach
tige arm maakt ruim baan voor hem en wel
dra bevindt hij zich in de open lucht; de frisch-
lieid van den nacht verkoelt zijn brandend
hcefce aapgezicht en dringt weldadig in zijne
longen. Zijne zintien, welke te raidden van de
dikke tabaksrook wolken en dc uitwasemingen
van de punch beneveld waren geworden, be
ginnen weder beider te worden.
Hoe| zijt gy het, Dasson riep hij uit,
zijn vriend verbaasd aanziende, en zijne oogen
ter nauwernood durvendo geloaven; welko
beschermgeest heeft uwe schreden herwaarts
geleid?
kinderen allerlei ergernissen* die door
oorer. en oogen ingang bij ben vin
den. Velen zijn reeds bedorven, voor
zij ter school komen, anderen be
derven ook gedurende der. schooltijd
door het slechte verkeer te huis,
zoodat het ^onderwijs op school bij
hen op een dooden bodem valt.
De ernst der zaak gebiedt het,
hier te wijzen op het zedelijk bederf,
dat in vele huisgezinnen hcerscht,
waardoor zoo menig kinderhart wordt
bedorven. Niet zelden toch gebeurt
het, dat volwassen in het bijzijn van
kinderen over dc kerk, de school, over
gezag enz. op spottenden en verachten
den toon spreken. Hoe kan er dan van
heilzame gevolgen van een nog zoo
doelmatig onderwijs op school sprake
zijn! Zulk eene jeugd, nauwelijks de
school ontwassen, legt dan getuigenis
af, door welken geest zij wordt geleid.
Ouders en opvoeders, op u rust
derhalve eene zware taak, namelijk
liet onderwijs te steunen, gij behoeft
slechts te willen. Wil dus en gij zult
kunnen.
Stanley zit in bet huwelijksbootje.
Dit is het groote nieuws van den dag.
Aanvankelijk was er sprake van, dat
men de plechtigheid zou uitstellen, daal
de groote Afrika-reizigcr lijdend is,
maar dr. Parke, Stanley's lijfarts, gaf
toestemming tot de voltrekking van het
huwelijk, en zoo werden de duizenden
en duizenden genoodigden, die elkaar
Zaterdag onder dc hooge gewelven van
dc Westminster Abdij verdrongen, niet
teleurgesteld.
Do kerk was prachtig versierd.
Tegen 2 uur kwamen tal van deftige
hofr ij tuigen en schitterende equipages
aanrijden. De koetsiers en palfreniers
Ongetwijfeld uw goede engel, waarde
vriend. Luister eens: al de verrichtingen van
Gustaaf waren mij volkomen bekend en ik
kon zeer goed begrijpen, waarom dat gij mij
daarvan niets liet blijken; dit ware een te
pijnlijke mededeel in g van uwe zijde geweest!
Zulke zaken, welke de eer ecner geheele fa
milie raken, houdt men natuurlijk zoo lang
mogelijk voor het oog der wereld verborgen
maar ik was altijd op den loer; ik dacht het
wel. dat gij van avond hier in den omtrek
zoudt zijn, om te zien, hoe het met uw neef
afliep en daarom ben ook ik gekomen; maar
ongelukkigerwijze heb ik 11 niet in het oog
gekregen vóór die woeste klub u meevoerde.
Ik deed alle mogelijke moeite om tot u door
te dringen en u uit hunne macht, to bevrijden,
alvorens zij hun koffWlmis heroi.kt.en; man-
ja wel! die ellendelingen slieten mij voort
durend terug: één togen vijltig! Drommels!
dat is ook wat voel
Eligius hoorde hem t.ernnuwernood. Zijn
hoofd was mijmerend op zijn borst gezonken.
Barmhartige, Xleraelscue Vader! nep hij
eindelijk met de oogen vol tranen uit, nooit,
neen nooit is mijn hart L* dankbaar genoeg
geveest
Ga met mij naar mijne kamer, Eligius,
zeidc Dasson, gij ruoet wat tot bedaren
zien te komon en iets gehrniken. Gij wilt,
immers wel, niet waar?
Voorzeker, mijn vriend. Oheb dank.
duizendmaal dank, ging Eligius, voort, zich
weenende aau Dassons borst wei-pende; duid
liet mij niet ten kwade, dat ik u niet eerder
bedapkt heb, u mijn redder Als mijn oom
het maar niet te welen kopal; het zou
droegen allen groote ruikers witte rozen
en geraniums op de borst. Elk oog<m-
blik traden verschillende bekende per
sonen binnen, onder wie men o. a.
opmerkte Sir William Mackinnon, John
Kirk, sir Frederick Leghton, Alma
Tadema en verscheidene andere groot o
kunstenaars, de baronesBurdett-Goutts.
die aan de bruid een vorstelijk geschenk
in geld heeft gegeven, den horlogen do
hertogin van Abercoru, den heer en
mevrouw Gladstone, enz.
Klokslag twee verscheen de bruide*
gom. op een stok leunend en aan den
anderen kant ondersteund door den
graaf van Troch, den vertegenwoordi
ger van koning Leopold bij de plechtig
heid. Stanley was zeer bleek en staarde*
zooals bij in Afrika gewoon schijnt ge
worden te zijn, met vagen blik m do
verte. Een lijdende trek lag 0111 zijn
mond. Toen hij zijn plaats bereikt had*
zette hij zich te midden van zijn trouwo
metgezellen Parke, Nelson, Jephson*
Stail's en Bonnie neder. 0111 tijdeus do
plechtigheid niet meer op te staan.
Ruim vijf minuten later werd de bruid
binnengeleid, miss Dorothy Tonnant.
ll.i ;i yijz'ge uesfalfo was gehuld in een
rvan wit laii.i.:, ilols Utjftèn lijf, ge-'1
borduuid met paarlen, herinnerde wat
den snit en de opgepofte mouwen betreft
aan den tijd der Tudors. Haar bruid-
sluier was aan bet a bandeaux opge
maakte haar bevestigd door middel van
briljanten versierselen, terwijl rond den
hals een brillanten collier schitterde,
waaraan liet door diamanten omgeven
miniatuur-portret van koningin Victoria
hing; hot laatste is een geschenk van
de koningin zelve. De bruidsjonkers on
bruidsmeisjes, gekleed in liet schilder
achtig kostuum uit den tijd van Karei I,
volgden, terwijl achteraan- de zwarto
bediende van Stanley liep, in een rood,
met goud versierd gewaad,
Dc plechtigheid der eigenlijke hu we*
dood wezen! Het zal ongetwijfeld in de dag
bladen opgenomen worden
Uw oom verlaat bot bed niet en zal geen
dagblad in banden krijgen voor ik bet. nauw
keurig van bet begin tot bet eindt* doorgezien
heb; biervoor sta ik u borg.
Zoodra Dasson mot Eligius te huis gekomen
was, gaf bij hem eenige middelen, om zijnq
opgewondenheid te doen bed iron en zag tot
zijn onuitsprekelijke blijdschap, dat deze
spoedig do gewenschto uitwerking hadden,
naar de hevig geschokte jongeling eindelijk
zijn overkropt hart in een vloed van tranen
lucht kon geven.
liet verheugt mij, zeide Dasson, dat gij
weent; want anders ware ik in de noodzake-.
lijkheid geweest u ader te laten gy gaat in
mijn bed liegen en ik ga u verlaten. Ik heb op
mij genomen beden nacht bij een zieke to wa
ken; liet is dl middernacht geslagen, ik durf
derhalve niet. langer op mij laten wachten
Gij zijt thans veel bedaarder; vaarwol! tot
morgen!
Gij gaat bij oen zieke waken. sprak
Efigius, hem bij den arm vasthoudend Das
son? bij mijne behuwdmoeder. nio» waar?
Is zij erger? O neen! ik laat u niet alleen
gaan; ik ga met u mede!
Na al hot voorgevallene van dezen onheil
vollen avond wilde ik u nog moerdero aandoe
ningen besparen. Om u dan do waarheid r.o
zeggen, was zij toen ik haar straks verliet,
iets erger; en er greep in den toestand der
zieke eene zichtbare verandering plants en
daarom heb ik beloofd (lezen pacht hij haar ta
zuilen \ya&euT
fl'ordl vercofydi