HORST ea omstreken,
ONTHUillNGEN.
ELIGIUS de Organist.
ZATERDAG It JUNE 1S9D.
EFLDE JAARGANG.
No 24.
Uitgever:
VAX DEX 'liÜkCKÜOF-Sasscn.
Doze Courant verschijnt iederen Zaterdag.
Feuilleton.
De Hertog van Orleans
V.M. 3® Dinsdag
Stasi <1
L.K. O8 Maandag
der ftfaan.
N.M. 17e Dinsdag
E, K. 25° Woensdag.
Stand tics* Zon.
5, 10, 1G, 22, 28 Juni op 3.11; 3,42; 3.41; 3,59; 3.43; vin.; onder 8.11, 8.1G, 8.19, 8,22 8.22; n/ra
Abonnementsprijs per
voor Venray
franco per post
voor het buitenland
afzonderlijke nummers
kwartaal.
50 c.
65 c.
85 c.
W.
Prijs der Advertentiën:
ran 1D regels 30 c.
elke regel meer 6 c.
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën. Smaal geplaatst, werden Smaal berekend.
Advertentiën of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
vóór 2 uur 's-middags te be
zorgen aan het Bureau «Peel en
Maas" te Venray.
(Vervolg.)
Ook jegens Duitschlaml treedt Bis
marck's trouweloosheid te voorschijn.
Hij had zich voorgenomen het van
boven tot onder in beroering te bren
gen, Oostenrijk te verlagen, Beieren
te lokken door de toezegging het met
Oostenrijkschen buit te verrijken en
Frankrijk's vriendschap op te loopen
door wegschenking van een of ander
deel van het Duitsche grondgebied.
Ziehier de eigen woorden van La-
marmora: «Daar de gezant Nigra
dikwijls den graaf Goltz (Pruisische
ambassadeur) bezocht, zoo denk ik,
dat hij van dien diplomaat de inlichtin
gen had welku liij mij door denzelf-
icii h'rieï' deed gewordenPruisens
inzichten zouden zijn de gevolgen van
den oorlog niet te beperken tot de
inlijving der hertogdommen, maar een
ZuiipDuitschland ie doen oprijzen
onder het bestier van Pruisen. Het
zou tevens Beieren tot bondgenoot
willen, en voorslagen in dien zin
werden te München gedaan. Beieren
zou, indien het tot die plannen toe
trad, zich, ingeval van een voorspoedi
ger» oorlog, verrijken met een gedeelte
van den Oostenrijkschen-buit. Op rlie
manier zou er in Zuid-Duitschland
een staat zich vestigen, machtig ge
noeg om daar een overwicht te kun
nen uitoefenen ten nadeele van Oosten
rijk.
Maar do Fransche regeering had
herhaalde malen verklaard, dat, inge-
geval een der Germaansche mogend-
Eligius gaf hierop geen antwoord.
»Ik ben zeer gebelgd over bet gedrag van
Gustaaf, ging de bankier voort; sedert drie
dagen heeft hij geen voet in mijne kamer ge
zet! dat hij op zijne hoede zijhij weet
niet hoeveel nadeel Inj zich hiermede doet!....
zijne handelwijze zou hein wel eens kunnen
berouwenmaar misschien te laat!Deze
bouillon is allerslechtst, liet hij er met ver
stoordheid op volgen, do oppaster de verguld
zilveren kom terug gevende, welke zij hem
gegeven had, zij heeft geur noch smaaltgij
weet, dat ik ze altijd krachtig wil hebben!....
laat andere maken.
Verkiest mijnheer ook een paar ortolanen
te gebruiken?
Dat kan er naar ziju. Zijn ze klaar?
Men zal ze binnen brengen, mijnheer.
Na verloop van een klein kwartier uurs
verscheen de lcamerdieraar met een servet
over den arm, een half dozijn ortolanen op
een porceleinen bord dragende.
De zieke keerde en wendde ze in alle rich
tingen.
Gij zijt allen domme ezels! riep hij uit,
den kamerdienaar en de oppaster vergramd
aanziende, geen een van die ortolanen is eet
baar, de eene is te veel, de andere niet ge
beden zich dermate ging vergrooten
dat het Europeesche evenwicht werd
geschokt, Frankrijk zich zou voorbe
houden in de eigen belangen te voor
zien. Op de vraag van den Pruisischen
gezant wat Frankrijk in zulk geval
zou begceren en hij den keizer ver
zocht eenige voorstellen te formulceren,
stelde deze geen bepaalden eisch. Hij
zeide alleen dal men wel eens kon
onderzoeken op de kaart wat het
verschil was tusschen de tegenwoor
dige grenzen van Frankrijk en die
welke liet had in 1814.
De toespeling op de Rijn-provinciën
is blijkbaar. Tot den afstand daarvan
scheen Bismarck niet ongeneigd.
Want toen hij valschelijk veronder
stelde dat een dergelijk aanbod door
Oostenrijk aan Frankrijk gedaan was,
en de gezant Banal hem in overwe
ging gaf dat zulks niet mogelijk
scheen van eene Germaansche mo
gendheid, liet hij doorschemeren dat
zulk een ruil hem zeiven niet tegen
de borst zou stuiten. als dit. hem
slechts tot middel voor meerdere
uitbreidingen moest dienen.
Graaf Bismarck (zoo meldt Govone)
antwoordde, terwijl hij zijn woorden
wikte en woog: maanden geleden,
toen ik den keizer onderhield over de
tegenwoordige gebeurtenissenscheen hij
tevreden met eenige bijpassingen, die
insgelijks Pruisjn wel aanslaanmaar
nu wij aan den vooravond der uitbar
sting zijn, en het er op aankomt duide
lijke verdi agen te sluitenontwijkt hij
volstrekt elke nadere opheldering. Hij
vervolgdeBij slot van rekening is het
Pruisenin heel deze aangelegenheid
slechts te doen om hel verkrijgen van een
overwicht in een deel van Go rnanje en
dat aan zich te binden met nauwe en toe
gereikte banden.
Ik merkte op dat de zaak wel eens
zoo moeilijk kon zijn, dat zij den
noeg gebraden! er bestaat geen voorbeeld van
dienstboden, die hun meester schandelijker
bestelen dan gijlieden Waaiom geef ik u
uw loon? om mij te dienen, immers?Als
ik zoo laat eet, kan ik den geheelen nacht
geen oog toedoen! Een heerlijk vooruitzicht!
gijlieden bezit geen aasje genegenheid voor
mij, anders zoudt gij wel beter zorg voor mij
dragen! Laat onmiddejijk anderen voor mij
klaar maken en waag het nie», deze wederom
o,j liet vuur to zetten; zijn ze eenmaal opge-
discht en niet goed gebraden, dan deugen zo
niet meer.... Iiaar, geef ze aan Gesar voor
zijn avondeten.
Bij liet woord van Gesar, sprong de hond
van don hear Dupivjó.ui, die op het donzige
en kostbare vloerkleedje voor liet ledikant
lag tc slapen, den kop schuddende, overeind,
volgde kwispelstaartende den bediende naar
een hoek van het vertrek, waar hij 111 een
oogwenk de bouillon en de ortolanen verslond.
Eligius, sprak de heer Duprójean, tracht
morgen iets vroeger te komen; want ik heb
|i zeer voel to zeggen. Draag vooral zorg,
om niet moer te komen tegen den tijd, waarop
ik ga eten. Ik ben nooit gaarne gestoord ge
worden, terwijl ik aan het eten zat; was ik
reeds zoo, toen ik gezond was, dan kunt gij
hieruit licht opmaken, dat ntou mij, nu ik
ziek ben, nog veel meer ontzien moet.
Eligius liet zich geen tweemaal zijn afscheid
geven. Hij wist, dat zijn oom tamelijk kort
van stof was en met een half woord begrepen
wilde worden. Hij wenschte hem dus een
goeden nacht en spoedde zich 11 tar zijne stille,
vreedzame woning.
Up mijn woord van eer! ik dacht, dit
keizer niet toelachte, en dat het overi
gens eene dringende noodzakelijkheid
was Frankrijk op zijde te hebben in
de omstandigheden van 't oogenblik,
Graaf Bismarck hom-de dit alles aan
zonder er zich op eeuigerlei wijze
verbaasd over aan te stellen, en ant
woordde dat in een uur van plotse
ling gevaar, na een' nederlaag, het
gemakkelijk zou wezen zulke voorstel
len en zulke aanbiedingen aan Fran
krijk te doen om zijn ge wapenden
bijstand te bekomen.
Zoo zou de goede kanselier, om
Pruisen te doen gedijen, niet ge
schroomd hebben Duïjtschland te schaden
Ook zelfs om Pruisen bekreunde hij
zich niet hard; want de oorlog met
Oostenrijk, werd no-di door de burgers
noch door het, leger gewild, en hij
stoorde zich lachend aan geen van
beiden. Ook deed zich nog eene ande
re moeielijkheid voor. Niet slechts de
hooge standen maar ook de middel
klassen waren tege:'- of minstens niet
v.cor den oo-rlogj iibspeurue'-dien
afkeur in de volksbladenHaat
tegen Oostenrijk bestaat er niet. Niet
temin wilde Bismarck den oorlog.
Hij geraakte zelfs in drift, toen hij
gewaar werd dat alle Pruisische di
plomaten den viede poogden te be
waren.
Doch de grootste trouweloosheid is
die welke hij ten aanzien van Italië
in praktijk bracht. Hierover in het
volgend nornmer. (Slot.)
Nadat er reeds meermalen geruch
ten hadden gel'oopen als zou de her
tog van Orleans op vrije voeten zijn
gesteld, heeft thans werkelijk zijn
gevangenis verlaten.
De directeur der gevangenis had
gij verdwaald of verdronken waart, zoido
Brantóma, hem de dour openende. Welk eene
lange afwezigheidVóór drie ure gaat gij
lieden namiddag uit en komt met klokslag vain
negenen te huis! De heef Dasson is mins
tens vijfmaal hier geweest, om u iets mede te
deelen, waarbij zeer veel haast was; maar ja
wel, mijnheer iaat niets van zich zien of hoo-
ren. Bijaldien gij editor "voornemens mocht
zijn morgen ochtend lang te blijven slapen,
zal u uit, bitter tegengevallen, want hij heeft
gezegd, dat hij bij het eerste geldep van den
Angelus hier zou zijn.
Het spijt mij, dat hij zoo dikwijls te
vergeols geweest is, antwoordde Eligius als
liet niet zoo laat was....
Als het, niet zoo laat was, zoudt gij zeker
nog eens naar hem toe gaan Neen. neen,
ik laat u niet meer ontsnappen, hernam de
kjokluider, zijne zware sleuteis opnemende
en de biunendeur van den toren openende, gij
komt te veel rijtuigen tegen, als gij uitgaat.
In den laatste» tijd vooral, ik weet het niet,
gaat het niet al te best!Uwe lamp is aan
gestoken, mijnheer Casteinau; het is tijd, dat
gij 11 ter ruste begeeft en ik ook. Goeden
avond
Goeden avond, Brantóme, rust wel
En -zonder veel acht geslagen te hebben op
de verwijtingen van den ouden man, nam
Eligius zijne lamp op en klom naar zijn ka
mertje. Het was met een zeker gevoel van
vreugde, dat de jongeling, na al hetgeen hem
dien dag bejegend was, zijn stil vertrekje
weder betrad. Hij sloeg een vriendelijken blik
op deszelfs beider witte muren, begroette in
den g-.-est zijn ebbenhouten kruisbeeld en zijn
roecis sedert veertien dagen allerlei
aanwijzingen ontvangen omtrent maat
regelen, die hij te nemen had, ten
einde op het vertrek van zijn gevan
gene voorbereid te zijn, zoodra de
gratie van president Carnot zou afko
men. Dit 1111 geschiedde Dinsdag 11.
Dien avond vertrok uit Parijs de heer
Morin, commissaris van politie in ge
zelschap van een opzichter over het
vervoer van gevangenen met den snel
trein voor Bazel. Deze trein, die ge
woonlijk het station Clairveaux voor-
bijstoomt, hield er ditmaal bj uitzon
dering op, ten einde den commissaris
gelegenheid te geven, den gevangen
prins op te nemen en hem naar de
grenzen te vervoeren.
Tegen half vier in den nacht kwam
de trein te Dolle op de Zwitsersclie
grens aan. Hier beteekende de com
missaris zijn gevangene dat hij buiten
het land gezet was en stelde hem op
vrije voeten.
De prins stoomde nu door naar
Basvl, waar hij dien dag itr een hotel'
het middagmaal gebruikte en vervol
gens naar het centraalstation wandelde
in gezelschap van zijn vriend den her
tog van Luynes, die de reis naar de
grenzen schijnt meegemaakt te hebben.
Beiden waren aanhoudend in levendig
gesprek gewikkeld; en de hertog wilde
geen enkel dagbladschrijver noch ook
iemand van de Fransche kolonie te
Bazel ontvangen. Eenige nieuwsgie
rigen woonden in het station hun
vertrek bij, toen zij weer in den trein
stapten voor Brussel; want de prins
zou zich naar Engeland begeven, waar
op het oogenblik zijn vader zich be- 1 in
vindt. Uit Bazel zond hij een telegram
aan den koning van België om dezen
te verwittigen dat hij hem gaarne in
zijn
en
hoofdstad zou ontmoeten.
Vergezeld van den hertog van Luynes
kolonel Perceval kwam de jonge
gewijde» palmtak, zijn boven dc piano han
gende afbeelding van de Koningin der Enge
len, zijne schoone H. Cecilia en zijn patroon
den H. Eligius en volstrekt nog geen lust ge
voelende, 0:11 zich ter ruste te begeven, begon
hij een concert te bestuderen, hetwelk Ga-
miilius Bernard hem geleend had.
Nadat hij een paar uren gestudeerd had,
sloot hij do piano, nam een boek van den
schoorsteen cu begaf zich, met zijne lamp naar
het koor. Daar kwam hij iedere» avond zijn
dag besluiten, daar kwam hij iederen avond,
alvorens zijn lichaam ter ruste leggen, zijne
ziel in Gods bescherming aanbeveien.
Xi\.
Den volgenden ochtend wandelde Dasson,
reeds lang \o.'>r de Angelus klepte, mot zicin-
baar ongeduld voor de kerk op en neder.
Waarde vriend! riep hij ui'. Eligius
kamer binnen stormende, zcxalra hij toegang
kon bekomen, victorie! viotoiie!
Wel! waf is er gaande!
Ik heb eene les voor u gevonden emio
les aan drie Engelse-hen, drie jonge alieriiclste
edellieden. O! wat ben ik blijde! en die goed
zullen betalen, dat verzeker ik uGij weet
wel, als die Engelsclion zich eenmaal iels in
het hoofd gezet hebben! o! inderdaad, ik ben
buiten mij zeiven van blijdschap!
Ik ben u ten hoogste verplicht Dasson;
gij hebt u zooveel moeite moeten geven
Och wat, dat heeft niets te beduiden"!
E11 liet mooiste van de zaak is, dat zij geen
woord Fransch spreken of verstaan
I)cs te ei gr! want dan zal liet zeer
prins Ilonderaagtnorgcn mot don trein
van 7 uur 18 minuten to Brussel aan,
waar hij namens don koning begroet
word door den faolmaarsrbalk graaf
d'Oultremont.
Daarop reed hij mot zijn gevolg naar
hot koninklijk paleis, waar hij mot
don koning, do koningin 011 prinses
Clementine liet ontbijt gebruikte. Om
negen uur begaf hij zich naar het
paleis van den graaf van Vlaande
ren, waar de hertog van Rochefou
cauld hem verwachtte. Ook voor liet
middagmaal genoot hij de gastvrij
heid van den graaf van Vlaanderen
en den volgenden morgen vertrok hij
naar Londen.
l>e jonge prins, die absoluut den
ransel wilde dragen, acht met zijn
gevangenis van vier maanden intus-
scben zijn dienstplicht nog niet ver
vuld. Bit blijkt uit het volgende
schrijven, dat li ij aan de miliciens
van zijn lichting heeft gericht:
«Waarde kameraden,
In liad "gevraagd iiiijn diii;jaren
als soldaat uit te dienen.
Tot eenig antwoord heeft men mij
tot tvvoo jaar gevangenis veroordeeld.
Daarover beklaagde ik mij niet.
oor den atlonp van mijn straf
tijd, heeft men mij naar do grenzen
teruggebracht.
Die gratie geeft mij aan de smart
dor ballingschap terug; ik veran
der alleen van gevangenschap.
Mijn besluit blijft ongeschokt;
niets zal mij doen afzien van do
vurige koop, het vaderland te dienen.
Be plaats die ik in de gelede
tieren.
droomde,
ik zal ze
Aan u,
rijk!
midden, onder
houdt die" voor
komen innemen,
voor God en voor Frank-
de
mij
vlag
>pen.
Philips, hertog van Orleans."
De beer Dtimay, socialistisch afge-
moeieüjk vullen elkander te Ingrijpen
Ocli kom! gekheid! dat zal zich wel
schikken en. buitendien, n.-en zegt immers,
dat de muziek cone wereidtaa! is, welke alle
volkeren verstaan
I)at kan wel waar zijn; doch ik ben nu
tocli in de onmogelijkheid onl hun do grond
beginselen te mdorwijzen!..-.. En hoo hebt
gij ze opgedaan i
Z:j bewonen drie allernetste en zoo mak
kelijk mogelijk ingerichte vertrekken van een
l.ótcl in de rue Saint/Jacques. Gij behoeft niot
hang te wezen, dat uw oom er iets van to
weten zal komen Die arme jonge lords zijn
iittfir Frankrijk gekomen, om wat verstrooing
ie zooken; zij lijden aan liet spleoii en wel in
zeer hooge mate, en sedert hunne aankomst
te Parijs gaat het van kwaad tot erger, zij
kunnen zelfs niet eens hunne kamer verlaten.
En zijt gij ontboden geworden, om hen
le behandelen i
O neen, mijn vriendzulke buitenkans
je? vallen mij, armen drommel, nooit te beurt!
Maar hun doctor heeft eon mijner kameraden
naar hen toegezonden. 0111 hen ader to laten.
Die jongen spreekt oen mondvol Engelschj
hij hoeft dus wat met hou zitten praten on van
hom heb ik vernomen, dat het hun in den 2in
gekomen was, 0111 de guit ave to gaan leoren.
De guitnre? Maar hier is immers geen
sprake van lessen op dc guitare?
Wel wis en z r! Als guitare-meester
heb ik u voorgedragen, zjjt gij aangenomen
en moet gij aanstaanden maandag beginnen.
Onmogelijk, Dussarihet is hiep eene
gewetenszaak.
Wordt wval'.'d