BiSCNAVina
ELIGIUS de Organist.
ZATERDAG 17 MEI 1890.
Xo 20.
Uitgever:
Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag.
De Zitting van den Rijksdag.
Abonnementsprij s
voor Venray
franco per post
voor het buitenland
afzonderlijke nummers
per
kwartaal
50 c.
65 c.
85 c.
6 c.
NV. m DEN MUM.KIiOF-Sasscn.
Prijs cier Advertentiën:
van 15 regels 30 e.
elke regel meer 6 c.
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst, worden Smaal berekend.
Standi «9©r Maan*
V.M. 4e Zondag. L.K. lle Zondag. N.M. 18e Zondag. E, K. 26e Maandag.
Stand «See* Zon.
10, 10, 22, 28 Mei op 4.25; 4,16; 4.6; 3,50; 3.52; v/m.; ondor 7.28,
derste boven en trachten hun, wie zij
voorgeven te willen onderrichten, te
doen gelooven, dat het kwade goed
en het goede kwaad is.
Deze eeuw, waarin de beschaving
zoo onophoudelijk wordt bezongen,
maar waarin men ook zooveel over
heeft voor de uitspattingen van het
menschel ijk vernuft, voor zijne godde-
looze eigenzinnigheid en voor de in
het stinkend slijk van de vrije gedach
ten en van het vrije geweten wentelt,
strekt daarvoor ten bewijze.
Tegenwoordig wordt als grondslag
der beschaving gesteld, de onttrooning
van God, alsof men den eeuwig Glo
rierijken kon onttroonenhet onbe
schaamd verzet tegen zijne wetten; de
prediking, dat de mensch uit slijk is
gekropen en dc apen tot stamvaders
heeft! De vrucht der beschaving noemt
men de vrijheid om God en zijne wer
ken ten ooi deel te roepen, te betwis
ten, te bedillen en te verwerpen.
De menschelijke rede, afgebeeld door
een onzedig vrouwspersoon, geplaatst
op het altaar, waarop men eertijds den
waren God wierook bracht, dat heette
volgens sommigen en heet nog thans
eeue overwinning der beschaving be
haald op het bijgeloof, een zegepraal
van den mensch op God. Goddank!
De goddelijke Voorzienigheid heeft
eeue geheimzinnige priesterschap op
aarde gesteld, aan wie de bewaking
van het heilig vuur der waarheid is
toevertrouwd. Het vuur, dat noch
de vaait der eeuwen, noch de pogin
gen der menschen noch de woede
der hel vermogen uit te dooven, maar
dat telkens nieuw voedsel zal ontvangen
en eeuwig schitteren, de vlam van dat
heilig vuur verspreidt het licht der ware
beschaving over de wereld.
Die ware beschaving bestaat naar
onze opvatting in de hoogst mogelijke
zedelijke en stoffelijke volmaking der
menschelijke maatschappij; een volma
king, die den mensch tijdens zijn leven
hier beneden, minder onwaardig maakt
om eenmaal zijnen'God te aanschouwen
ja, hem den weg baant om tot het
zalig bezit van God te geraken. Om
zoodanig zedelijke en stoffelijke vol
making en bijgevolg de ware bescha
ving te bereiken, moeten alle beletselen
worden weggeruimd, aile geoorloofde
middelen tot welslagen worden aange
wend .om haar reeds bij den eersten
oogenblik van hare geboorte, groei,
ontwikkeling en bescherming te verlee-
nen.
De menschelijke maatschappij is uit
haren aard en van den beginne als zede
lijk en beschaafd ter wereld gekomen
de hartstochten hebben baar verbasterd.
Daardoor worden de zeden ontaard,
ruw en wreed, de wetten onvoldoende
de instellingen gebrekkig en zoo ver
volgens al het andere.
De ware beschaving beeft van God
de zending gekregen om zich te verzet
ten tegen de hartstochten en ondeugden
die aan het leven ..d^ Ti».?ö§£bftlijke
maatschappij knagen, èn om daarvoor
de geneesmiddelen te zoeken en toe te
passen. Uit deze woonden wordt het
duidelijk, dat de zending dor bescha
ving geene andere is dan die van het
Kathoiicismus. Wat meer is, wij zien
hoe de ware beschaving slechts uit
haar, als uit de zuiverste bron voort
spruit.
Heide begrippon, en van het Katho
iicismus en van de ware beschaving
kunnen niet gescheiden worden, zij vol*
men als 't ware een enkel begrip.
Dit begreep de protestansche Guizot
toen bij schreef (Essai sur l'histoire de
France) »de Kerk beeft zich onbelwist-
baren roem verworven, dien namelijk
van machtig medegewerkt te hebben tot
den aard en de ontwikkeling der nieu
were beschaving."
Wij hebben dan slechts de geheim
zinnige sterre van het Kathoiicismus te
volgen, zij zal ons een schitterend lich
tende gids zijn om de ware beschaving
terug te inden; immers door dien gids,
hot Kathoiicismus goed te kennen, zul
len wij tevens de beschaving kennen.
Hierop komen wij later terug.
De keizer opende de zitting var* den
Rijksdag met eene troonrede, waarin
niet eens gerept wordt over het ont
slag van Bismarck.
De keizer hoopt, dat het zal geluk
ken, de gewichtige dringen de quaes ti-
ëii tot eene bevredigende oplossing te
brengen. Hij rekent voornamelijk op
eene verdere ontwikkeling der wetge
ving betreffende de belangen van den
werkman. Naar aanleiding der bewe
gingen en werkstakingen, die ten vori-
gen jare hebben plaats gehad, heeft
hij een onderzoek doen instellen omtrent
de vrr?g; of de Avo'gevjng, binnen de
grenzen van regeling door den Staat,
voldoende rekening houdt met de
rechtmatige en voor vervulling vatba
re wenschen der arbeidersbevolking.
Hierbij komt het in de eerste plaats
aan op Zondagsrust eu beperking van
vrouwen- en kinderarbeid. De bunds-
regeeringeu zijn overtuigd, dat de
voorstellen, in den vorigeu Rijksdag
gedaan, naar hun voornaamsten inhoud
zonder nadeel voor andere belangen
tot wet kunnen worden verheven,
benevens eene verbeterde wettelijke
regeling ter bescherming van werklie
den tegen gevaren voor leven, ge
zondheid en zedelijkheid, alsook wat
betreft de regeling van liet werk.
Ook de voorschriften betreffende
de werkboekjes vereischen aanvulling:
daarmede zal een voorstel worden
Advertentiën of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
vóór 2 uur 's-middags te be
zorgen aan het Bureau »Peel en
Maas" te Venray.
Er is wel nooit een tijd geweest,
waarin men zooveel over en weer
spreekt van beschaving, als onze tijd;
evenzeer geloof ik, dat zeer velen,
heizij dan ontevredenen of de dwazelijk
verblinden, met hun prediken van be
schaving, ten slotte de volken en de
groote menigte naar de wildste bar-
baarschheid hebben voortgestoolcn.
Feit is het dat die geprezene be
schaving veler hoofden op hol heeft
gebracht (adres Domela Nieuwenhuis
en Consorten) wijl zij niet begrepen ol
niet volkomen gekend werd, of liever;
wijl men de beschaving niet wilde
kennen en haar ten kwade keerde.
Met dat doel worden boekdeelcn en
dagbladen geschreven en redevoerin
gen gehouden, waarin de grofste dwa
lingen gevonden, en het menscheiijk
gezond verstand het ruwst geweld
wordt aangedaan en zich zeer velen
aan de ware beschaving op de on
edelste wijze vergrijpen.
Sommigen die zich het recht aan
matigen om den leerstoel te beklimmen
en voor de wereld den meester te spelen,
doen de beschaving van een volk of
eener natie alleen en uitsluitend be
staan in stoffelijken vooruitgang, in
een ruim net van spoorweg-lijnen en
telegraafdraden, zonder zich te bekom
meren om den waren vooruitgang,
namelijk der zeden, om den voortdu-
renden vooruitgang iu het goedezij
wisselen met opvallende kwade trouw
de namen der zaken, zij keeren de
natuurlijke orde der dingen het on-
Feuilleton.
19.
Daar hebt gij zeer wijs aan gedaan, lieve
Josephine!
In dat oogenblik ging de deur open en trad
Eligius binnen; hij liep op de teenen, om zoo
min mogelijk gedruiscli te maken, daar hij be
ducht was, zijne moeder, mocht slapen, door
het holle geluid zijner schreden te zullen wek
ken.
Josephine viel hem om den hals; Sophie en
Adêle grepen met eene onverholene blijdschap,
evenwel gelouterd door eene zekere mate van
schroomvalligheid, zijne hand en drukten die
tusschen de haren.
De goedhartige jongeling omhelsde haar alle
drie en nog geheel geroerd door de ongeveins
de liefkozingen der meisjes, trad hij voor liet
bed van mejuffrouw Castelnau.
Wel! hoe gaat het met u van avond?
vroeg hij.
Slecht, zeer slechtmijne borst brandt,
ik dreig te stikken..,, en daarenboven.... die
pijnlijke hoest.... Ach! 1
Zie hier iets tot verzachting daarvan
hernam Eligius, een groen papieren doosje
met pastilles uit zijn zak halende. De reis
heeft u natuurlijkerwijze geweldig afgemat
Heerel wat hoest gij van avond!
Ja, en om de maat vol te meten....een
afschuwelijk hard bed! Ik vrees, dat ik het
indit huis niet zal uithouden. Deze kamer
is allerellendigst en.... het rookt er, dat men
er niet zien kan, enenik ben zoo be
nauwd cn dan komt er nog dat aanhoudende
op- en afloopen van allerlei menschen bij...
Ach mijn hoofd dreigt te barsten!....
Mijn hemel! hernam Eligius geheel uit
het veld geslagen, als gij het hier met kunt
uithouden, weet ik inderdaad niet, wat wij
zullen aanvangen Ik heb zoolang gezocht en
gelijk gij weet, was de huurprijs van andere
woningen veel te hoog!Evenwel, wanneer
gij te veel lijdt
Ik zal hier blijven, zoolang ik kan maar
dit is zeker, dat.,.. Ach!de windde
tocht valt iu ij van alle kanten op het lijf!....
Met deze zware verkoudheid, welke ik onder
weg gevat heb, gmg zij na eene korte pauze
voort, waarin zij zeo ontzetteud hoestte, dat
hare aderen in haar hooi'J dreigden to barsten
en zij bont en blauw in haar aangezicht werd,
met deze verkoudheid moet ik buitendien nog
van koude in mijn bed liggen rillen.
Sophie, wendde Eligius zien tot deze,
gij hadt aan den huisheer om nog een deken
meer moeten vragen. Uwe moeder is zoo
koud
Dat heb ik gedaan, gaf Sophie zachtjes
ten antwoord maar hij heeft mij tot bescheid
gegeven, dat hij er nimmer inöér gaf.
Luister eens, sprak hij tot zijne stief
moeder, na eenige minuten in diep nadenken
verzonken te hebben blijven staan, hier hebt
gij mijn mantel, ik kan er zeer goed buiten;
want het weder is van avond bijzonder zoel on
ik had hem slechts uit gewoonte omgedaan,
Zoo sprekende spreidde de brave jongeling
zijn mantel over het bed van de zieke uit.
Ik dank u, Eligius! lispelde zij.
Nu keerde Eligius zich naar de tafel en be
gon zijne zakken lèeg te pakken.
liier hebt gij vooreerst vier eieren, wel
ke gij onder de heete ascli kunt gaar doen
worden, Sophia, zoide hij, eu hier hebt gij
aardappelen, welke ik de domheid gehad beb,
om gem-aden te koopen. Dunkt u niet, dat ik
beter gedaan had, om ze rauw mede ie bren
gen, dan hadt gij ze voor ons avondeten under
de ascli kunnen braden?
Eet gij dun van avond met ons? vroeg
Adóle.
Wel zeker!
Alleen van daag, of altijd?
Altijd, lieve Adèle.
Is imt waar dat doet mij recht veel
pleiziei'
Om iu eene restauratie te eten, komt
mij voortaan te duur uit. En buitendien, nu
ik huisvader geworden ben, is liet immers zeer
natuurlijk, dat ik mijne maaltijdeu mot mijne
kindereu te gelijk neme. Et zal de levensmid
delen medebrengen; want ik wil niet hebben,
dat gij alleen op straat komt en Sophie zal
onze huishoudster zijn
O ja! dat is heerlijk, lieve, goede Eli
gius? riepen de drie jonge meisjes gelijktijdig
uit.
Sophia haastte zich orn hot sobere avond
maal iu gereedheid te brengen, terwijl Adëlo
iutusschen wat melk warm maakte, welke
Eligius in een üesclije medegebracht had en
na er wat suiker doorgeroerd t8 hebben, aan
hare moeder te drinken gaf, waarna deze
spoedig insliep.
Sophia verdeelde de aardappelen en de an
dere door Eligius voor hun avomioten medo-
gebracaie eetwaren iu vier gelijke doelen en
de waardige jongeling, verheugd over de ge
negenheid, welke zijne zusters voor hein dedeu
blijken en vooral in zijn schik, dat hij iu haar
een voortrede!ijken aard ontdekte, welke hein
de schoonste verwachtingen voor de toekomst
van haar deed opvatten, vergat bijna op dien
avoiul, dat zijne eenige hulpmiddelen, om in
liet levensonderhoud van vier personen, zich
zei ven niet medegerekend, alleen bestonden
iu de geringe jaarwedde, weike zijn oom Du-
préjean hem toegelegd had.
Na den atloop van het maal en daar de zieke
gerust scheen te slapen, stookte Eligius het
vuur nog wat op en zich er zoo dicht mogelijk
met zijne zusters rondseliarende, luioopteu zij
met elkander een duisterend gesprek, aan. iu
dit gesprok deed Eligius naar oaderseueidene
dingen onderzoek, welke hij in het bijzijn
zijner stiefmoeder niet durfde aanroeren, inj
vernam, dat zijne oudste zuster ui het vorige
jaar hare eerste H. Communie had moeten
doen, maar zij, door ziekte van hare moeder
onderscheidene koeren den catechismus heb
bende moeten verzuimen, niet toegelaten was
geworden. Hij sprak nu met zyne zusjes af.
liaar iederen avond, na het eten, onderwijs
in den catechismus te geven, hetgeen zij met
blijdschap aanamen, en om wél te beginnen
verrichten allen op do knieën gemeenscha p-
pelijk hunne avondgebeden.
Altijd' verplicht om vroegtijdig naar zijne
woning te gaan, omhelsde do jonge Castelnau
zijne zusters, wenschtö haar geluk rost den
ingediend in het belapg van het ouder
lijk gezag tegenover de toenemende
tuchteloosheid onder jeugdige werklie
den. Verder zuilen er wetsvoorstellen
worden gedaan tot bétere regeling
der scheidsrechte!ijke rechtbanken van
nijverheid, waardoor deze rechtban
ken ook zuilen kunnen optreden als
bureaux ter vereffening van geschil
len tusschen werkgevers en werk
nemers.
«Ik vertrouw" zegt de keizer
verder «op uwe bereidwillige mede
werking, opdat er omtrent de voorge
stelde hervormingen eene gewenschte
overeenstemming tusschen de wetge
vende lichamen worde verkregen,
waardoor een aanmerkelijke vooruit
gang in de vredelievende ontwikkeling
der belangen van den werkman kan
worden tot stand gebracht. In ecno
rechtmatige zorg ten opzichte van den
werkman ligt. de meest afdoende ver
sterking der krachten, waartoe ik en
de andere bondvorsteu geroepen en
willens zijn, allo pogingen tot gewel-
dr,uiige aan jan ding der gevestigde orde
met opzettelijke beslistheid tegen te
gaan. Bij deze hervorming komt lust
aan op de maatregelen, die zonder
gevaar voor het bedrijf der vaderiand-
sche nijverheid uitvoerb iar zijn. Onze
industrie vormt slechts een geloding
in den arbeid en dc concurrentie der
volken op de wereldmarkt. Daarom
heb ik mij er aan laten gelegen lig
gen, onder die Europeesche staten
waar de toestand van gelijken aard
is, eene gedachtenwisseling ie verkrij
gen over eene gemeenschappelijke
erkenning van dc taak des wetgevers
ten opzichte van bescherming voor den
werkman. Met dankbaarheid erken ik,
dat deze poging gunstig is, opgenomen
bij alle Staten die daaraan hebben
deelgenomen, en ook daar, waar het
zelfde denkbeeld reeds was gerezen,
ge rusten slaap barer moedor en been,
zonder dat deze ontwaakte, Op zijne k.uner
gekomen begon bij mot ijverden muziekstuk
t.c bestuderen, hetwelk zijn moester h»m den
-vorigon dag gezonden had. Midden iu bet
vuur van zijn spel roos als door'een tooversluo-
de herinnering aan liet schitterende feest van
den lieer Brunei voor zijnen geest op, zijn
spel verfiuuwdo en zijne vingeren rustten
eenige minuten op hot- klavier; hij vergeleek
de brandende koorts, welke hem bij de tehuis
komst van die partij verteerde, bij den stillen
vrede, welke op dat uur zijn gemoed vervulde
en God uit den grond zijns harten dankende
voor de hem verleende bescherming, straalde
zijn gelaat van eene blijde erkentelijkheid.
Wol is waar drukte op hom thans eene zwaro
Verplichting, bange zorgen stonden hein mis
schien te wachtendoch hij voelde zich zoo
ruimschoots belound voor de opsieringen,
welke hij zich voortaan zou moeten getroosten
en die hem eerst zoo dreigend voorkwamen
dat hij den Almachtige loofde zoo veel zoets
aan do verpiichtsbelrachting verbonden te
hebben en het scheelde weinig of hij had zich
verbeeld, dat do last, weikeu hy op zich ge
nomen had, niet drukkend was.
Xfi.
Maar God kent de mate der geestkracht
van dogenen, die voor Hem werken, en Hij
bereidt ben werkzaamheden in evenredigheid
van hunnen goeden wil.
Het duurde niet lang, of Eligius kwam tot
de treurigo ervaring, dat, welke huishoude
lijke kunstgrepen hij ook in het werk stel-