:-rrllST ZATERDAG 22 FEBRUARI 1890 ERFDE .TAl?GANG. ea Qmn n Uitgever W. VAX DEX MUA'CKiiOF-Sassen. Deze Courant verschijnt lederen Zaterdag. - De Arbeidsvraag. ELIGIUS DE ORGANIST. VASTEN WET No. 8 der ^Saati. V.M. 5® Woensdag. L.K. 12e Woensdag. N.M. 19° Woensdag. E, K. 2Ge Woensdag. 5, 10, 10, 22, 28 Jan. op 7.30; 7,23; ^<;tnd <ler Kon. 7.10; 7, 4; G.ÖI; v('m.; onder 4.53, 5. 5.13, 5.24; Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray franco per post voor het buitenland afzonderlijke nummers 50 i 05 i 85 G Prijs der Advertentiên: van 1—5 regel, 30 c, elk. repel meer 6 e. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Aüveitentien, 3maal geplaatst, a-orden 2mnal berekend. dvertentiën of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag "vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan het Bureau «Peel en Maas" te Venray. Moer en meer treden de vraagstuk ken, die samenhangen met, en uilma ken de sociale kwestie, op den voor grond. De zoogenaamd koogere politiek wordt zoowel in het inwendig leven der verschillende Staten, als m de betrekkingen dier Staten onderling door de maatschappelijke vraagstuk ken met geweld naar den achtergrond gedrongen. Is het voor een gedeelte juist aan de ontzettende wapeningen der grooie mogendheden te wijten, dal de vrede bewaard blijft en vrij wel verzekerd schijnt, van den anderen kant werkt niet minder krachtig de maatschappe lijke gisting tot hetzelfde doel mede. Meer dan eens reeds hebben we gewezen op de groote moeilijkheid, die eene doelmatige regeling van de sociale kwestie en speciaal van de arbeidsvraag belemmert. Eene wetgeving, die in dit opzicht iels wil uitwerken moet een uitgebrei der dan nationaal karakter dragen, moet geene grenzen kennen, maar zich over alle volken, die aan de groo te productie voor de wereldmarkt deelnemen, uitstrekken. Gaal een enkel land, hoe groot ook in de bescherming van den arbeid en den arbeider verder dan het buiten zijne grenzen geschiedt, dan begaat liet een soort van zelfmoord en stelt zich zelf buiten de mededinging op de wereldmarkt. Feuilleton. 7. Zijn stuk bij het'offertorium, Hemel! wat was dat schoon Bedoelt gij die reraminiscentiè van Hay dn? vroeg Gustasf, achteloos op den eeni- gen matten stoel heen en weer wiegende, welke in Eligius kamertje stond; ik heb het motief herkend. Hot werd fiks uitgevoerd, maar het laat den toehoorder koudSpreek mij niet van uw orgel, ziet gij door zulk een instrument kan de ziel niet geboeid worden. ITet eenige, wat mon or van heeft, is een ver doofd gehoor en een vermoeid hoofd. Ba!.... Maar hoort eens, het is tijd en zelfs meer dan tijd, om te gaan ontbijten, Gij gaat immers allen mede, niet waar Het is mij onmogelijk! antwoordde Do- natiaanik moet nog eenige brieven bezorgen en ga ze onmiddelijk wegbrengen. Hij gaf Eligius de hand en ging, de beide anderen vluchtig groetende, de kamer uil. Eligius zag hem verbaasd na en fluisterde Dasson in het oor: Had uw broeder zoo veel haast? Ik weet niet, wat hem schort, antwoord de de doctor. Gij weet hoe hij is; hij heeft «ogenblikken, dat hij onwillekeurig als ge jaagd wordt; hij is bijzonder zenuwachtig Welstaanshalve waren Eligius en Dasson Aan deze zijde van de arbeidsvraag dankt dan ook het gewichtige staats stuk van den Duitschen keizer, aan zijn Rijkskanselier gericht, hel ontstaan. De keizer sprak een onaantastbare waarheid uit, toen hij schreef: «Een achteruitgang van het bin nenlandse!) bedrijf, door verlies van zijn afzet in het buitenland, zou niet alleen de ondernemers, maar ook de werklieden broodeloos maken. De in de internationale concurrentie bestaan de moeilijkheden, ter verbetering van den toestand onzer arbeiders, kunnen alleen door internationale overeen stemming der Staten, die deelnemen aan het beheerschen der wereldmarkt zoo al niet te boven worden geko men, dan toch verminderd worden." Maar de kwestie is of deze inter nationale overeenstemming en eene daarop gebaseerde arbeidswetgeving voor de verschillende Staten ooit zal tot stand komen. Het is zeker oen pogen om zich van de welwillendheid der Fransche regècring te verzekeren, vanneè- de keizer in zijn schrijven aan den Rijks kanselier, onder de landen waarmede hij in overeenstemming wenscht te geraken, Frankrijk het eerste noemt. Maar de vraag is of Frankrijk, het zijne vernedering zoo diep gevoe lende en op weerwraak zinnende Frankrijk, de toegestoken hand- zal aangrijpen. Wij gelooven het niet. Immers het komt ons voor, dat de sociale kwestie in Frankrijk niet die plaats inneemt, waarop zij 111 Duitscli- land aanspraak maakt. Frankrijk zal allicht heil verwachten van mogelijke verwikkelingen, waarin liet gehate Duitschland door de arbeidsvraag kan geraken. Op den duur zal er eene interna tionale wetgeving op den arbeid moe ten komen. Doch wij betwijfelen zeer verplicht mot Gustaaf naar eene restauratie te gaan. Dezo, die machtig gaarne den groe ten heer uithing, deed een kostelijk ontbijt opdiSfidien. Het was zaterdag. Allerlei vleeschspijzen ziende opdragen, begon Eligius te bedenken, hoe hij het zoude aanleggen, om met vastheid, doch tevens zonder scherpte, zijne weigering te kennen te geven, om aan dit ontbijt deel te nemen; want mei Gusta f waren de gelegenheden tot botsing zeer me nigvuldig en Eligius deed altijd zijn best, om alle uitdrukkingen te vermijden, welke zijne ergernis zonden kunnen verraden. Mijn goede heer Gustaaf, sprak Dasson op dien gulhartigen, rondborstige!» toon, wol ken hij bij sommige gelegenheden zoo uitmun tend wist aan te nemen, gij hebt. hieraan twijfel ik geenszins uitmuntende redenen om vleesch te eten, en ik, ais doctor, weet boter dan iemand anders, dat men zicli daaraan niet moet ergeren, want er bestaan eene menigte monschen, die niet tegon onthouding kunnen; doch als geneesheer van den hoer Castelnau ben ik iu gemoede verplicht te verklaren, dat hij niet tot deze al'deeling behoort, daar zijne vatbaarheid voor bloedopstijgingen naar de hersenen mij reeds meermalen het plan hebben doen opvatten hein op groen ten-drêet te stel len. Wat mij betreft, mijne uitmuntende ge zondheid verplicht mij aan de wetten der Kerk te onderwerpen. Daar gij zoo vriende lijk zijt ons te willen onthalen, zult gij dor- halve wel de goedheid willen hebben, ons een mager ontbijt te doen voorzetten; gij behoeft niet veel omslag le laten makenBoter, brood en versche eieren, daarmede kunnen wij liet best doen of het tijdstip daarvoor reeds aar.ge broken of ook maar reeus in zicht is. Juist de ongelukkige verhouding van Frankrijk en DuiUchland is het groote struikelblok in jlézen. En al was de Duitsche keizer voorzichtig genoeg om de uilnoodi;ring niet van den al te fel gehaten kanselier te doen uitgaan, voorzichtig genoeg ook om van zijn bondgenooten op een toekom stig slagveld, Oostenrijk en Italic te zwijgen en naast Frankrijk slechts van Engeland, Belgie en Zwitserland te gewagen, wij kunnen moeilijk aan nemen dat Frankrijk zich door deze kleine middelen zal laten paaien. En toch zal er op den duur iets op moeten gevonden worden. De ar beid en do arbeiders kunnfen onmoge lijk aan liun lot worden overgelaten. Telkens komen nieuwe misstanden zich bij de oude reeds aanwezige voe gen. Elke nieuwe uitvinding brengt er het hare i.oe bij om de toestanden te verergeren. Weeg b. het gewicht eens af van i dling als de volgende, dat namelijk óch e.'machine in gebruik komt, die het lel terzetten uit de handen der typografen overneemt en 70 percent arbeid bespaart. Waar zullen die handen weder werk, die monden weer brood vinden? Zoo komt er telkens nieuw venijn in de gapende maatschappelijke won den en vervalt het lichaam der maat schappij steeds meer aan ontbinding. Hot evenwicht te herstellen in de samenleving en het recht van den arbeid op nieuwe on vaste grondsla gen te vestigen, ziedaar een probleem dat aan de staatslieden van onzen lijd werd voorgelegd en welks oplossing moeilijker is dan het bewaren van het Europeesch evenwicht cn het hand haven of wijzigen der rechtsbetrekkin gen tusschen de Staten, zooals vroeger de werking der Kabinetten was. Volgaani, antwoordje Gustaaf eene groote onverschilligheid vjn'wendónde; ik voor mij zal niet veel gebruiken, want de hoofdpijn, welke dat orgelmuziek mij bezorgd licuft, benoemt m:j allen eetlust. Men bracht liet verlangde ontbijt. Dasson at met groote graagte, doch E/igius zette er ter mmwernood den mond aan, terwijl Gus taaf zich een groot glas warmen wijn met suiker en kaneel d*ed gereed maken, onder voorwendsel, dat zijne maag niets anders zou kunnen verdragen. Na afloop van het ontbijt nam hij afscheid van zijne gasten, om zoo liij zeide, naar bed te gaan, tevens zijn leedwezen te kennen gevende, dal déze onge- steidüeid hem belette Donatiaau weder to zien en hem te velgasten op eene muziek, verre verheven boven die, welke hij dien ochtend gehoord had. Hg verzocht Dasson zeer drin gend lioin den volgenden maandag mot Eogius te komen bezoeken; want alie maandagm kwam een gezelsch ip liefhebbers ten huize van denjougeu Dupiéjeun b;j elkander om er muziek tc maken en hun aandeel te gebruiken iu de ververscbingen, welke in overvloed op kosten van den ooui rondgediend worden. De beide jonge lieden gingen nu Donatiaau op de kamer van Eligius weder opzoeken on tot des anderen daags avonds scheiden zij bijna mei meer van elkander. Toen het tijd was om te vertrekken, beval Donatiaau in warme bewoordingen zijn broeder aan zijn vriend en zijn brooder aan, spoorde hen aan, elkander dikwijls te bezoeken en zamen eene nauwe, opreehte vriendschap te sluiten, waarna de jonge onderwijzer in den postwa- gen klom, welke liem naar Brotagne moest voor het Eisaom van Roermond in het jaar Onzes Heeren 1890. Rij een decreet, gedagteekcnl 30 Januari 11. en uitgaande van het II. Officie, heeft de H. Stoei, zich bezorgd toonende zoowel" voor het lichamelijk als geestelijk heil der geloovigen, aan alle Aartsbisschoppen en bisschop pon dor katholieke wereld, wegens de epidemisch heersehende, of ge- heerscht hebbende influenza, geheel bijzondere volmachten verleend. Krach tens deze bijzondere apostolische macht vergunnen Wij, bij wijze van dispen satie voor dit jaar: I. Het gebruik van vleesch is toe gestaan op alie dagen der aanstaan de veertigdaagsche Vasten, met uit zondering alleen van alle daarin val lende Woensdagen en Vrijdagen. Eu op die dagen dat het vleesch is toe gestaan, mag daarvan ook meerma len worden gebruik gemaakt, maar het verboden ti'cöscn co vi.Ka bij hetzelfde maal te gebruiken. Do Zondag is daarvan niet uitgenomen, en onder den naam van visch zijn begrepen: oesters* mosselen en kreef ten. II. Gebruik makende van diezelfde bijzondere apostolische macht, ontslaan Wij van den plicht van vasten alle Onze onderlioorige geloovigen voor den geheelen duur dor aanslaande veertigdaagsche Vasten, zoodat, allen zoo dikwijls mogen eten, als op an dere dagen, die geen vastendagen zijn. III. Wij vergunnen het gebruik van j gesmolten vet in plaats van boter op alie dagen dos jaars, behalve op do Vrijdagen. Hieronder is mot be grepen soep of bouillon. IV'. Wij staan hot meermalig ge bruik van zuivel en eieren loo, ook voeren, waar hij bij zijne leerlingen de ge wichtige eu zware op ham rustende vorplicit- tiugeu weder met nieuwen ijver en ius'. ging aauvaarden. V. Vreezende, da: hot al den schijn van eene beleedigende minachting mocht hebben, bijal dien iuj niet ten minste eenmaal zich in het gezelschap der liefhebbers vertoonde, waar voor hij reeds herhaaldelijk uitnoodigiiigon ontvangen had, besloot Eligius er nu toch eens heen te gaan, te meer daar h;j zien be moedigd gevoelde door de gedaoiito» dat hij or mot Dasson zou komen. Dien ten gevolge ging hij des maandags, ten drie ure 's namiddags, de.i d deler afhalen en beiden wandelden naai- Gusiaais huis. Het gezelschap was bijna voltailig i men kuil zieh geen zonderlinger mengeling van perso nen voorstellen dan tiet twaalftal, d it daar bij elkander was. Drie of vier madip' akers, met lange baarden, ingeregen lijven, spotten de en onbeschaamde blikken, volkomen ia kleeding e.i mmieren urn Gustaaf geÜjk, twee acteurs van den Italiaanschen sch ui v- burg, «en zanger van do Opera, een voitigour van de nationals gvdj, me: een dikw.mgig, hoogrood aangezicht, in volle uniform o:i oeuo sigaar in den mond, oen grijsaard met lange witte baren, half doof en die van ganscher harte met de jongeren scheen te willen mode doen, hoewel de jicht, duidelijk zichtbaar san zijne kruk en zijne wij le, dikg M oer le p in tertel*hem aan /.ijn stoel kluisterde, een mm in een buis, met zware knevels, bezitter van cone krachtige en uitmuntende bass, m, o:i als deze eene spijs op zich zelve uitmaken, alle dagen dezer veertig daagsche Vasten zonder eenige uitzon dering. Doch op do later volgende vastendagen in het jaar mogen eieren maar eens. en dat niet bij de collatie, maar alleen bij het middagmaal ge bruikt worden. Dit gebod nochtans betreft het gebruik van eieren niet in zooverre daarmede andere spijzen wor den toebereid; zij zijn alleen verboden in zooverre zij eene spijs op zich zelve uitmaken. Ook mogen degenen, die van het vasten ontheven, of daartoe niet gehouden zijn, meermalen daags eieren gebruiken. Terwijl de Militairen, derzolver bedienden en al degenen, die recht streeks aan den krijgsdienst verbonden zijn, tot ons geestelijk gebied behooren, en hun staat eene bijzondere toegevend heid van onze bediening vordert, zoo staan wij hun, bij meerdere uitgestrekt heid van dispensatie, toe, het gebruik van vleesch het gfiheele jaar door, uit genomen op Goeden yvijdng, op welken gv .i ttg' h'.i. naar dat van de andere geloovigen. Onder de Militairen zijn begrepen de Maréchaussees of Gendarm. :i en de Tol beambten (douaniers) die in workeiijken dienst gesteld zijn. Hieronder zijn niet begrepen de Hoeren Ontvangers. l. Wij bevelen al onze onderlioo rige geloovigen, welke gedurende de veertigdaagsche Vasten van bovenge melde dispentatiën botrclfende vleesch, vet of eieren gebruik maken, van eiken dag, wanneer zij er gebruik van maken, driemaal het Onzo Vader, driemaal het Wees gegroet cn eens de akten van Geloof, Hoop, Liefde en Berouw te bid den Zij zullen zich van deze verplichting kunnen viijmaken, met eenmaal voor do geheole Vasten eene aalmoes in een daarvoor aangewezen otlerbloktegeien; eindelijk een hoer van middelbaren leeftijd, met een gouden bril op di-n neus, in een lan gen jas gestoken en wiens ziekelijk en vrien delijk gelaat eene groote goedhartigheid ver raadde ziedaar nagenoeg de personen, w iar- uit iiot gewone gezelschap van den jongen Duptvjoan bestond. Overigens g-schieddo al'es zonder plichtplegingenieder kwam en ging als het hem goêdducht in dien tempel der harmonie, waar nabij do piano violen, fluiten, bassen en klarinetten verward door een lagen; ieder ging zitten of bATytaan, zonder dat hot iemand in den zin kwam hier over iets te zeggen, \va:.: eon der hoofdvoor waarden, door. don gastheer gesteld, was ge weest, dat een ieder volkomen vrij in (loon cn laten z >u zijn. Hoe wel Gustaaf zich verwaardigd Uad hen, het raam voorbij komende, voor li .-twoik zij stonden, vluchtig te groeier, bleven zij naar hot scheen geheel onopgemerkt. Dicht hij zich op een vouwstoeltje een muziekboek ziende liggen, nam Eligius liet tor siuiksch in de handen om zich oene houding te geven, doch hot duurde uiot lang. of zijn geest word geheel gehooid door de inooiolijho. meesterlijk geschreven stukk n, welke hem ouder do oogen kwamen. Wat Dasson aangaat, daar dezo overal op zijn gemak was, maakte hij gebruik van hot oogeublik, waarin Eligius hot muziekboek doorbladerde, om hem eenige minuten alleen te lat. u cn dmr de zaal to wandelen, mn te trachten m<t degenen, wiep in mieren iic.u bevielen, oen gjspruk am to knoopen. Wordt oervol-jit

Peel en Maas | 1890 | | pagina 1