Weekblad
m
Buitenland.
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1890.
ELFDE .TARGAXG.
Uitgever;
IV. VAX DEN MUXCKROF-Sassen.
Doze Courant verschijnt iederen Zaterdag.
EUGfUS DE ORGANIST.
Xo. 6
V.M. 5« Woensdag
&tftaia<9 <B«b* ftflansi.
L.K. 12° Woensdag. N.M. 19e Woensdag,
E, K. 20° Woensdag.
der /osi.
5, 10, lfi, 22, 28 Jan. op 7.35; 7,28; 7.10; 7, 46.51; v/ra.; onder 4.53, 5. V, 5.13, 5.24; 5.35. n'm.
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Venray
franco per post
voor het buitenland
afzonderlijke nummers
50 i
05 i
85
6
Prijs der Advertentiën
Tan l5 regels 30 c.
elke regel meer G
gronte letters en vignetten naar plaatsruimte»
Adveitentien, 3maal geplaatst, worden Pniaai berekend.
dvertentiën of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
vóór 2 uur 's-middags te be
zorgen aan het Bureau «Peel en
Maas" te Venray.
FALKA.
Nadat Vrijdag alle pogingen waren
aangewend otn een verbod te verkrij
gen voor de opvoering van de Falka,
doch te vergeefs, begaven zich des
avonds een groot aantal katholieken
naar den Kleinen Schouwburg te Rot
terdam, om daar tegen de opvoering-
van bet schandelijk stuk te protes-
tecren. De meesten hunner namen
plaats in het parterre; van zekere
zijde had men de achterste bank van
liet parket doen bezetten door eenige
hoeren (l), die meerendeels met stok
ken waren gewapend. Voordat de
opvoering begon, stonden aan elke
zijde van elke bank van het parterre
een drietal agenten, allen met den
öioïmband om.
Aan hen werd de instructie gegeven.-
al wie lluit, moet er uit; houdt het
gefluit aan, dan valt het scherm en
moeten de fluiters worden verwijderd.
De opvoering van het stuk kon ge
regeld geschieden tot aan het optre
den van Brother Pelican. Toen ont
stond er op alle rangen een geweldig
gesis en gefluit. Eenige hoeren, die
in het parket zaten, keerden zich om
en sloegen op de personen, die in 't
parterre hadden plaats genomen. On
der hen bemerkten wij onder meer op
de drie heeren S., den heer B. en
den heer C. Als een lawine vlogen
nu tal van agenten van politie over
de banken heen en in plaats van de
aangevallenen tegen de stokslagen te
feuilleton.
Toen mijn neef hier kwam en hij sprak van
zijne plannen en vooruitzichten, heb ik mij
verbeeld, dat er onder dat eenigzius schuwe
uiterlijk misschien de noodigc stof verborgen
lag, om er een groot toonkunstenaar uit te
snijden en ik moet bekennen, dat bet donk
beeld zijn naam te zien prijken naast die onzer
vermaarde componisten, mijne eigenliefde van
bloedverwant niet weinig prikkelen. Maar bij
ecne nadere kennismaking met hem, ben ik
gewaar geworden waartoe die schitterende
verwachtingen, waarvan de brieven zijner
beschermers uit do provincie met zoo veel op
hef melding maakten, zich uitstrekten. Toen
ik zag, dat hij hardnekkig bij zijn voornemen
bleef, om niets anders te willon worden dan...
O! lieve Hemel! luistert eens, mijne heeren
mijn neef, die veelbelovende, toekomstige
ster aan den hemel der musieale wereld, die
mededinger en waardige opvolger der Ros
sini's en Meijerbeers, streeft naar geene an
dere lauweren dan naar organist èener pa
rochiekerk! daar heeft hij geene concurrentie
te vreezen dan die van de koorzangers Ik
moet erkennen, dat men met zulk een aller
heerlijkst vooruitzicht zich geene moeite te
geven, om aan de ziel eene hooge en krach
tige ontwikkeling te geven.
Gij zijt, naar ik bespeur, niet zeer op
beschermen, sleurden zij de katholie
ken zonder vorm van proces de zaal
uit. Een tumult ontstond. Een onder-
inspecteur van politie sloeg met een
stok op de fluiters in. Een heer, die
iemand mishandelde, werd van ver
schillende kanten aangegrepen. Toen
men hem aan het lijf kwam, om den
mishandelde te ontzetten, verklaarde
hij tot de politie te behooren. Toen
echter naar de waarheid dier bewe
ring werd geïnformeerd, verklaarde
een agent, dat hij niet tot de politie
behoorde.
Alsnu werd van alle zijden aange
drongen op de verwijdering van dien
persoon, doch de politie, in stede van
zulks te doen, verleende hem een
veilige schuilplaats in het parket.
Een heer, die met eenige vrienden
naar den schouwburg was gegaan
met het bepaalde voornemen in elk
geval slechts toeschouwer te blijven,
giug do zaal in en werd gevolgd
door een heer die hem aan een
onderiiibpecteur aanwees als een Rooui-
sclie. Toen de »rn nnik op tooneel
verscheen en de bedoelde persoon
geen zweem van goed- of afkeuring
gaf, werd hij plotseling door den
onderinspecteur bij de keel gegrepen
en de zaal uitgeworpen. Den volgen
den morgen had een aangevallene nog
keelpijn. Het nummer van den onder-
inspecteur is bekend, en er ziju ge
tuigen. Inmiddels riep men naar de
acteurs op liet tooneei: »Engelschen,
gaat naar Portugal en draagt daar
uwe infamieën voor."
Nadat het parterre voor ongeveer
de helft ontruimd was, bedaarde eeni-
gerinate, vooral door het aanheffen
van liet «Wien Nêerlandsck bloed",
het tumult. Nadat een paar couplet
ten daarvan waren gezongen, ging
het scherm weer op, en trachtte
de hoogte omtrent de hulpmiddelen, welke
men vindt in liet instrument, dat uw neef ver
kozen heeft, merkte Donatiaan droogjes aan
weet gij wel, dat het orgelspel den musicus
een ontzaggelijken rijkdom van tooneii en ge
luiden aanbieden.
O voorzeker! riep Gustaaf schaterend
lachende uit; men kan niets onzaggelijkers
lio'Ten dan de zware baslounen, waarmede
het kerkgezang begeleidt, want ik zie niet,
dat bet ergens andcis goed vi.or is. Ha, ha,
ha! ik zie Eligius, dunkt mij, op zijn roem
rijken zetel zitten, met een statig gebrom, af
gewisseld met eenige kleine variation, het
Vespergezang begeleidende, dal mij in mijne
kiudseke jaren, als het slaapverwekkendslc
na de pensums voorkwam.
Gustaaf begon door den neus de wijze van
een psalm te neuriën. Eligius, wiens hart
bijna van verontw. aidigiug dorst, had moei
te om de uitbarsting hiervan te voorkomen en
bewaarde een diep zwijgen. Tot dit middel
nam hij altijd zijne toevlucht, wanneer de ei
gen is, welke zijn neef hom gaf, alle palen te
buiten ging en deze maakte er op eene schan
delijke wijze misbruik van.
Heeft uw neef u nooit gehoordvroeg
Dasson aan Eligius.
Neen, dat geloof ik niet, antwoordde
Eligius binnensmonds.
In dat geval, myu lieer Gustaaf, zou ik
u aanraden niet zoo lichtwaardig te oordee-
len. Ik heb mijnheer uw neef ettelijke malen
gehoord, terwijl hij op het orgel sUiJeerde en
ik wil u openhartig bekennen, dat. zulks mij
menig genotrijk oogeublik verschaft heeft.
Wanneer zult gij weder op het orgel spelen,
Brother Pelican zijn rol te vervolgen.
De geheele eerste acte werd afge
speeld, doch er was zooveel rumoer
in de schouwburg, dat geen woord
verstaan kon worden.
De katholieken, die inmiddels had
den ingezien, dat siflieeren op de
ruwste wijze door de politie belet
werd, gingen nu in de handen klap
pen. Ook deze vorm van protest werd
door de politie op de onbeschaamd-
ste wijze onderdrukt. Iemand, die
eenvoudig in de handen klapte, werd
door een onderiuspecteur de handboei
en aangedaan en zoo buiten de zaal
gebracht. Diezelfde onderiuspecteur
weigerde eeu heer uit het parket te
verwijderen, die met eeu stok gesla
gen had, niettegenstaande dit 16 a 20
personen dit getuigden.
De politie was inmiddels versterkt.
Op de andere rangen hadden ook
dergelijke handelingen p! tals. Tijdens
de pauze werd een katholiek, op
beschuldiging van een oiAekende, dat
hij ha'i gefloten, doorheen tiental
agenten weggevoerd en'•■or dezen
gruwelijk' mishandeld. vide onbe
kende wees in de kofcfekamer een
ander katholiek aan als te hebben
gesiffleerd, doch de pilitie scheen
het toen toch wat al te erg te vin
den, om ook uit de koffiekamer per
sonen te verwijderen. De hier bedeel
de katholiek dronk daar rustig een
glas bier en sprak noch gaf eenig
blijk van afkeuring.
De politie werd door zekere lieden,
waaronder een aantal joden en leden
van de Loge, aangehist 0111 de Ka
tholieken maar goed bij hun donder
te pakken." Diezelfde heeren schon
ken aan de politie eea aantal gla
zen bier.
Een agent de 110.'s der agenten
en onderinspecteurs, die zich mis
droegen, zijn allen bekend tartte
door het toevoegen van bolcedigcnde
woorden de katholieken tot woorden
of daden uil, die hem in staat kon
den stellen de katholieken te ver
wijderen. De agenten gedroegen zich
zoodanigen, alsof het een welgeval
lig werk was, do katholieken op ge
welddadige wijze te verwijderen.
De opvoering van de 2e en - 3e
acte werd telkens, wanneer Brother
Pelican, wiens rol eenigszins bekort
was, voor het voetlicht verscheen,
door een heftig protest onderbroken.
Zonder ophouden hadden er uit
zettingen plaats.
Doordien er ruimte in den
schouwburg gekomen was. namen de
agenten plaats te midden der toe
schouwers. Weldra zat in 't parterre
naast bijna iederen bezoeker een
agent of inspecteur van politie.
Een heer, die tijdens de derde
acte bij liet optreden van Brother
Pelican oven floot, kreeg van een
agent van politic een slag in het
aangezicht, waarna hij door vijf
ageiiten' wei'CWÖ" .•7^»^"
den schouwburg geleid. Hei num
mer van dien agent is bekend, en
er zijn getuigen van dat feit. Deze
heer heeft. niet liet minste verzet ge
pleegd Legen de politie. In den
schouwburg werd tegen een anderen
agent geprotesteerd. De agent voegde
daarop den protesteerenden toe: «kwa
jongens, houdt je bek of jullie gaan
er allemaal uit."
Ofschoon alle pogingen gedaan wer
den 0111 de opvoering te doen door
gaan, geen sprake Kon er van een
geregelde opvoering meer zijn.
Zoo kwam men eindelijk tot aan het
slot van het stuk en toer. bleek, dat
van applaus geen sprake was geweest
den geheelen avond. Een zeer zwak
Eligius?
Eligius lieeft mij gezegd, dat hij mor
gen de plaats zijns meesters zou vervullen.
Mijnheer Gustaaf zal met ons naar hem Ko
men luisteren.
Morgen? E11 hoe laat zal dat zijn
Morgen ochtend, ten negen ure, sprak
Eligius.
Ten negen ure? Ei lievedat is goed
voor u, gij kunt ten liegen ure opstaanwant
gij weet toch, voorzeker, mijne heeren, dat
mij 11 neef cenc ge heel e audeie levenswijze
dan een ander menseh Men heeft hem onder
de bewaking van een ouden, Suffenden huis
bewaarder of iets dergelijks, die van hem
vergt, dat hij te huis zij en zich naar bed be-
geve als oen ander er p..s aan denkt om uit
te gaan, op boete van stral in geval van over
treding; niet waar, Eligius?
Ik vooronderstel, dat zulk eene levens
wijze u niet te best zou aanstaan, hernam
Donatiaan.
als ik in zijne plaats ware, had ik er
al langden drommel van gegeven. Maar Eli
gius ach hemeldie is zoo onderworpen ou
gezeggolijk als een klein kind. Overigens zijn
er eene menigte zwakke zielen, die het zeer
gemakkelijk vinden zich ie laten leidenmaar
ik vraag u in gemoede, of wij, zelfstandige
jonge lieden, ons onder zulk eeu juk zouden
kunnen krommen en zoodanig aan den lei-
baud loopen? Maar om weder op de muziek
terug te komen, ziudt gij wel willen gelooven
mijnheer, dat ik, die in dit oogeublik tot u
spreek, een hartstochtelijk liefhebber en be
oefenaar der muziek ben; 0! gij moet mij eens
komen hooreu
Wij zullen dit morgen ochtend nader
afspreken, antwoordde Donatiaan.
Morgen ochtend?. Hoe meent gij
dat?
Als wij Eligius gehoord zullen heb
ben.
O ja! dat is waar ook, daar dacht ik
niet meer aan. Welaan! het zij zoo! als het
morgen om negen ure hij my d.«g is. waarvoor
ik geen borg blijf, dan zal ik van de p u-tij
zijn maar waar zal ik u vinden? Op ue ka
mer tan Eligius? Laat ons nu goed afspreken.
Waar gij verkiest, hernam Donatiaan:
op Eligius kamer of 111 de kerk.
Zeer goed. Om het niet te vergeten,
moet ik het evenwel bij de gedachte aan een
ontbijt gaan gebruiken. Om de eer van Pa
rijs op te houden, wensch ik, dat gij bij u
vertrek merkt, hoe ver men het er in de
kookkunst gebracht heeft. Tot wedeiziens
heerengoeden avond
Dit zeggende schudde Gustaaf met harte
lijkheid Donatiaans hand, groette Dasson met
eene tamelijk koele buiging, en zijn neef met
een beschermenden glimlach toeknikkende
ging hij heen.
Ik kan niet nalaten u mijn compliment
(e maken, zeide Donatiaan tot Eligius, toen
hij den opgeblazen windbuil uit liet oog ver
loren had; gij hebt inderdaad in dat jonge
menseh een allerbeminnelijkst bloedverwant.
Eligius gaf hierop geen antwoord, maar
hij sloeg op zijn vriend een blik welspreken
der dan woorden.
«En zijt gij dikwerf verplichtjjom het ge
zelschap van dien neefgte" geniet en?
Hoor eens, Donatiaan, sprakJDasson tit
handgeklap -was hut loon don acteurs.
Toon na afloop dor voorstelling* do
acteurs on actrices het gebouw wil
don verlaten langs den uilgang in
do Nieuwe Kerkstraat, word huil dit
door het volk belet. Zij vluolitten
terug in hot gebouw, waar zij tot
laat in den nacht moesten verblijven.
l)e Falka is Zaterdag avond op
gevoerd zonder monnik. Ilazepopor
zonder haas. Lange, zoor lange ma-
f.mnieke neuzen. Keu talrijke politie
macht in den schouwburg, die niels ie
doen bad. Eienaens talrijke katholie
ken, die zich verheugden, dat hun
protest geslaagd was en zich afvroe
gen of do huzaar, die nu den dienst
van den monnik moest doen, hun
voorgesteld werd als een waarschu
wing tegenden persoonlijken
dienstplicht. Maasb.
fv
.*311
De heropbouwing van het paleis van Harken
zal ruim twee millioen kosten, de onvoorziene
uitgaven en -staartjes" niet in begrepen.
I)e plannen worden mot groote werkzaam
heid bestudeerd.
Al het bontwerk van liet voormalig kasteel
zal doop stcon en ijzer vervangen worden,
zoodal liet nieuwe paleis veel minder gevaar
van brand zal opleveren.
In het prinsenpaviljoon van het kasteel
te Laeken is alles in gereedheid oin de konink
lijke familio te ontvangen. Men dunkt dat de
koning er bezit zal van nemen Dij zijne terug
komst van zijn kasteel van Ciergnon. Van
den anderen kant zijn de puinen van het afge
brande kasteel volkomen Weggeruimd. De
stellingen Voor de herbouwing van het kasteel
zijn reeds opgericht langs den voorgevel.
Voor do rechtbank te Bergen is verleden
ziju broeder, gij zult hem toch, hoop ik. niet
aanraden, om mot zij nchloed verwan ten in on
min to gaan leven?
Om u de waarheid te zeggen, hernam
Donatiaan, zie ik met in dat hij er veel hij
verliezen zou. Maar Eligius is beter christen
dan ik; hij verdraagt alles zonder klagen.
Komaan, mij arme vriend, geef mij da hand
en herneem uw vroolijk en opgeruimd hu
meur. dat door die ongelukkige ontmoeting
geheel verdwenen is.
IV.
ITet was voor de en ate ma I, dat Eligius
gedurende ceno mis p et orgel u spelen.
Zijn meester, misschien uit naijver gedreven,
hem lot dusverre alleen geoorloofd otn zich te
oefenen op uren, waarop de verlatene kerk
nog slechts door weinige geloovigen bekocht
werd.
Het was dan ook niet zonder eenige hart
klopping dat Eligius dien dag zag aanbreken.
Na. volgens zijne loffelijke gewoonte, de eer
ste Mis bijgewoond te hebben, keerde hij
naar zijne kamer terug, nam oen Psalmboek
in de hand en trachtte door liet lezen der
hartstochtelijke ontboe/emi 'geu onver/, irh-
tingen van den koninklijken profeet het vuur
dor geestdrift nogstorker in ziju hart to doen
ontvlammen.
Intusschou stroomdon van alle zijden scha
ren van geloovigen hut kerkgebouw binnen.
Wordt vervolgd.