rt< V0( in omsireaea. De Dorpsgeneesheer. ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1SS9. TIENDE JAARGANG. No. PA. Uitgever W: VAX DEN SIIXCKHOF-Sassen. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. Oostenrijks Keizer te Berlijn. Feuilleton. Art. 45 van de schoolwet. Augustus E K. 4® Zondag ^lasBiï «los* !%!aan. V.M. J1° Zondag. L.K. 18e Zondr.i N.M. 2G® Maand a Siastd <l«'r Xod. 5, 10, 10. 22, 2S Aug. -»p 1.20. 4.37, 1,17, 4.0 1.57; v in.; onder 7.12, 7.32, 7.20. 7.1 G.51; Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray 50 c. franco per post G5 c. voor het buitenland 85 c. afzonderlijke nummers 0 c. Prijs der Ad verten tien: van 1--5 regels 30 c. elke regel meer f> e. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Ad verten tiën, 3manl geplaatst, worden 2maal berekend. Ter bevordering eener alge- meene verspreiding onder Landbouwers en Veehou ders. Door een gesloten overeenkomst met den Uitgever zijn wij in staat tegen inzending der bon, voor slechts vijftig Cent franco toe te zenden: Al'Ci. GOVFART HANDLEIDING TOT IIET VERBOUWER EN INKUILEN VAN mais- en andere groenyoedergewassen (het cnsilastolsel) OOK MKT BETREKKING TOT IIET ONTGINNEN VAN HEIDEGRONDEN. Naar de 5e oorspronkelijks uitgaaf, be werkt door M. ROMEIN. Met 4 platen en 7 figuren in den tekst. De gewone handclsprijs voor niet- abonnes is fl.25. De jongste ontmoeting van den keizer van Duitschlaud en van Oosten rijk to Berlijn heeft een bewijs gele verd van hartelijkheid en getrouwe kameraadschap van 't Duitsch-Oosten- rijksch verhond, zooals het nauw in woord en stift is uittedrukken. Het toppunt hij de keizers ontmoeting bestond echter dit maal niet in eene vvederzijdsche begroeting, of militairi- sche schouwspelen, maar het verte genwoordigt zich in de beide toosten, welke keizer Frans Jozef in «de Witte zaal" van 't koninklijk paleis uitbracht. De hartelijkheid en du goede vorstand- houding tussclien de beide hoogo bondgenooten eu hunne onderdanen is op zich zelf geen nieuws, want reeds is bij de vele vroegere gelegen heden voor iedereen bewezen gewor den, doch zóo hartelijk warm en wars van allen drang der hoffelijke étiquet te, als hij 't laatste paradefeestmaal g. Toen wij aan den uitgang van den tuin ge komen waren, bleef zij staan, on liet mij al leen praten, mij van tijd tot tijd met eenen droeven glimlach aanziende, om mij te dan ken want naai' mate de tijd verliep, verloor zij den moed om te antwoordoli. Trapsgewijze viel de avond in, alles rondom ons werd in nevelen gehuld en de witte omtrekken van den weg door hot bosch, dien wij tot dusverre duidelijk op een tamelijk verren afstand had den kunnen overzien, verdween voor onze oogen onder de schaduw der hooge hoornen; weldra sloeg het op de dorpsklok negen ure. Eva ontroerde; mij zeiven was het als voelde ik iederen slag op mijn hart. Ik gevoelde het innigste medelijden met die beklagenswaar dige vrouw. Zij leed vreeset ij k4! Bedenk, mevrouw, gaf ik haar ton antwoord (zij had niets gezegd, maar ik ant woordde op de ongerustheid, die uit al hare trekken sprak), bedenk, dat de heer Meredith niet dan stapvoets terug kan rijdende wegen docr de bosschen zijn doorsneden met talrijke oneffenheden, welke het voortgaan bemoeie- lijken. Ik sprak haar zoo toe, omdat ik haar gerust moest stellen, maar ik moet be kennen, dat ik niet meer wist, aan welke oorzaken ik de voortdurende afwezigheid van William moest toeschrijven. Daar ik don af- te Berlijn hebben de keizers van Duitschlaud en Oostenrijk nog nooit bewijs gegeven van de vreugde hunner ontmoeting en van het trouw, vast samengaan van hun verbond. Hoe hoog ook de doorluchtige toosten- sprekers boven andere gewone men- schen uitsteken, toch is op hen het goede oude spreekwoord van toepas sing: «Waar het hart van vol is loopt de mond van over," en beide keizers getuigden openbaar in den vorm van hartelijkheid over de vastheid van 't Duitsch-Oostenrijksch verbond, zoodat de geheele politieke wereld nu niet meer den geringsten twijfel kan koes teren over den zin, do natuur van 't verbond. Voor 't behoud van den vrede zijn de Duitsche legers veroe'nigd met de dappere Oosten rijk-Hongaar- schen en zou het de wil der Voorzie nigheid wezen, dat de Europecsche vrede onverhoopt zou gestoord on ver broken worden, dan zullen zij samen strijden en als één man pal staan. Dit betuigde luide en plechtig kei zer Wilhelm, toen hij den toost op keizer Frans Jozef, het geheele Oosten- rij ksche vorstenhuis en de dappere Oostenrijksch-Hongaarsclie kameraden uitbracht. En als een verheven weer klank klonk daarop do toost van keizer Frans Jozef door de feestzaal, want do doorluchtige monarch dronk, bezield met den innigsten dank op het welzijn van zijn hartevriend en bond genoot, op de onafscheidbare verb roe dering en de beste verstandhouding tussclien de dappere legers van Duitsch laud en die van Oostenrijk en op de vermeerdering en de bevestiging der vredeswaarborgen tot heil der ver bondene mogendheden en tot 't heil en welzijn van Europa. Het kan niet uitblijven, of de nu zoo vast, klaar en duidelijke kameraad schap tusschen 't Duitscho en Oosten- stand kende, wist ik, dat ik reeds twee ma len heen enweóromhad kunnen zijn, sedert hij zijne woning verlaten had. De vochtigheid van den avonddauw begon door onze kleede ren en vooral door het dunne mousselinen kleedje van mevrouw Meredith te dringen. Ik bood haar den arm en bogaf mij met haar naar huis. Zij volgde mij mot gelatenheid, langzaam voorttredende, met gebogen hoofde en de oogen gevestigd op de sporon dei- hoeven, die het paard door William bereden, had achtergelaten. Hoe droevend was het echter, om zoo zonder William te moeten terug koeren! Te vergeefs leenden wij het oor: do natuur verkeerde in die groote stilto welke ten platte lande, als do nacht ingeval len is, door niets verbroken wordt. Als alles rondom in rust. is, dan stijgt de bekommering ten (op! De anpde schijnt zoo somber to mid- don der duisternis, dat het voorkomt, alsof zij ons wil herinneren, dat ook alles in het leven verduistert. Het was het zion dier jeugdige vrouw, dat mij die bespiegelingen deed ma ken ware ik alleen geweest, nimmer had ik aan dat alles gedacht. «Wij gingen in huis. Eva nam plaats op eon canapé en bleef onbewegelijk zitten, hare handen gevouwen op hare knieën latende rusten en het hoofd op de borst gezonken. Een lamp stond op den marmeren schoorsteen het licht bescheen ten volle haar gelaat. Nooit zal ik hiervan de smarvolle uitdrukking verge ten zij was bleek, haar voorhoofd en hare wangen hadden dezelfde kleur; door de voch tigheid van den avond waren hare krullen slap geworden en hingen ordeloos langs hare schou dors. Hare oogen stonden vol tranen en het rij ksche leger zal in de politieke wereld groot opzien baren cn aan leiding geven tot menige combinatiën, te meer omdat keizer Frans Jozef, zoowel als zijn minister van Buiten- landsche Zaken, do graaf Kalnoky, een lang onderhoud met vorst Bis marck gehad hebben. Midderwijl doet men goed, deze ontmoeting der beide keizers en de daarmee verbonden omstandigheden eenvoudig als natuur lijk en consequent op te nemen, zonder meerdere combinatiën daaraan te knoo- pen. liet ligt in den aard van eiken trouwen bond, dat hij zich steeds hartelijker en vaster ziet te knellen, en zoo iets, dunkt ons, is ook uit het Duitsch-Oostenrijksch verbond op te maken, liet spreekt van zelf, dat door de hooggeplaatste, verheven bondgenooten en hunne politieke en militaire raadgevers ook de gelegen heid zal waargenomen zijn om een woordje over den politiekcn toestand in 't algemeen te spreken en verdere waarborgen voor den vrede te ver handelen. Zelfs spreekt men overeen eindbesluit van eciv militaire over eenkomst tusschen Al)uiIsohland en Oostenrijk. Het doel er van is, naar men zegt, (indien met het oog op de politiek er niet in voorzien is), niets anders, dan op militair-techniek gebied, den Duitsch-Oostcm ijkschen bond te versterken. D. Het verslag over de nieuwe school wet leert, zegt de Maasbode, boe verwoestend art. 45 der schoolwet van den groote Kappeyne voor de financiën des Rijks is. De liberale gemeentebesturen bouw den maar scholen en benoemden maar trillen harer lippen bewees, dat zij zich alle moeite gaf, om de uitbarsting harer droefheid te bedwingen. Zij was zoo jong, dat haar zacht gelaat dat, van een kind scheen, aan hetwelk men verboden heeft om te weer.en. »lk begon in verwarring to geraken, en wist niet meer. hoe ik mij tegenover me vrouw Meredith zou gedragen. Eensklaps herinnerde ik mij (het was eene gedachte, eenen doktor volkomen waardig), dat Eva, gelijk ik van do bedienden vernomen had, door al bare bekommering sedert des och tends nog volstrekt geen voedsel gebruikt had en daar haren toestand het niet gedoogde deze onthouding langer te ontberen, spoorde ik haar aan, iets te gebruiken. Bij liet eerste woord, dat ik daarvan repte, sloeg zij eenen verwijlenden blik op mij, en ditmaal biggel den er twee tranen langs hare wangen. Tor wille van den toestand, waarin gij u bevindt! mevrouw! merkte ik aan. O ja gij hebt gelijk mompelde zij. "Zij stond op cn begaf zich naar de eetzaal. Hier was voor twee personen aangerecht en deze omstandigheid kwam mij zoo aandoenlijk voor, dat ik, zonder een woord te kunnen uiten, aan mijne plaats als vastgenageld bleef staan. De bekommering omtrent liet lot van William, welke zich rnecr en meer van mij meester maakte, deed mij mijne bedaardheid van geest verliezen, waardoor ik onbekwaam werd, om dingen te zeggen, welke verre van mijn hart waren. De stilto bleef voortduren. En echter, dacht ik bij mij zeiven, ben ik hier om haar te troostenzij heeft mij daarom laten roepen. Er zijn ongetwijfeld duizende redenen, om dat uitblijven to verklaren; ik onderwijzers: art 45 was overal goed voor; daarmee viel zelfs te verdie nen. Te Amsterdam, Rotterdam cn 's-Gravcnhage benoemde men, alleen voor de kostelooze scholen, 51, 88 en 31 onderwijzers meer dan de wet eischte. Viol voor zulke handelwijze iets te zeggen met" het oog op de scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs, voor do kostelooze is het onverdedigbaar. Lijden door de nieu we wet de gemeenten dus een weinig, zij hebben niets meer dan bun ver diend loon. Maar er is iels veel ergers. Over de scholen voor meer uitgebreid lager ouderwijs sprekende, zegt het verslag »De ontvangsten, Rijksvergoeding en schoolgelden van do hierbcdoelde scholen over 1887 waren te Amsterdam f 138,641,91 tegenover een bedrag in uitgaaf van f 136,528,01i 2te Haarlem f 28,653,96 tegenover eene uitgaaf van 20,017,631/2, zoudat voor de gewone kosten van deze scholen van die ge meenten niet alleen een enkele bij drage gevorderd werd, maar zij behaalden nog eene bate, voor Am sterdam ten bedrage van f 2113,892,1, voor Haarlem ten bedrage van 2G36,33i/2. Van liet Rijk was intus- schen voor die scholen een bijdrage gevorderd voor Amsterdam van f35,610,23i/2, voor Haarlem f6634,86. «Toonen deze cijfers duidelijk aan hoe noodzakelijk het is, dat de grond slag der Rijksvergoeding worde ge- wijzigd, het ligt voov do hand dat die wijziging niet tot stand kan komen, zonder aan de groote gemeenten een grooter aandeel in de onderwijskosten op te leggen dan tot dusverre door haar werd gedragen. Verdient men te Rotterdam geld aan gas en water, dat den burgers verkocht wordt, to Haarlem en Am sterdam verdient men geld aan de moet er eene zoeken!Ik zocht, ik zocht en toch bleef ik zwijgen, duizend inalen in óóne minuut de weinige tegenwoordigheid van geost eens dorpsgeneesheers verwen- schende. «Eva zat, met het hoofd op de handen leu nende, voor do tafel en raakte volstrekt de voor haar staande spijzen niet aan. Eensklaps keerde zij zich naar mij om, en sprak, terwijl zij in tranen uitbarstte: -Achl dokter, ik zie wel, dat ook gij ongerust zyt O noen! volstrekt niet, mevrouw! gaf ik haar ten antwoord, zonder bijna te weten, wat ik zcide. Waarom zou ik ongerust wezen? Hij zal bij den notaris het middagmaal ge bruikt bobben. I>e wegen zijn veilig, en buitendien, niemand weet, dat hij geld bij zich heeft. «Nauwelijks had ik op zulk oono domme wijze de mij geheel beheerschende geduchte geopenbaard, of ik zag.mijne onvoorzichtig heid in. Ik had dien ochtend eene menigte vreemde grasmaaiers door het dorp zien trek ken, om zich naar een aangrenzend departe ment te begeven dit was mij ingevallen. «Eva gaf oen gil. Roovors! roovers! riep zij opsprin gende uit, aan dat gevaar had ik nog niet gedacht -Maar, mevrouw, ik spreek er slechts van, om te zeggen, dat hot niet bestaat. Achdat denkbeeld is in u opgekomen, dewijl gij denkt, dat zulks mogelijk isWil liam, dierbare William! waarom hebt gij rnij verlaten? riep zij wcenende uit. -Ik stond geheel bedremmeld voor haar, scholen van de kinderen der meergo- goeden, geld ochter, dat niet door de ouders dier kinderen maar door het Rijk betaald wordt. Die twee steden betalen geen cent voor het meer uitgebr. lager onderwijs, maar verdienen er jaarlijks een paar dui zend gulden aan, en bet Rijk betaalt meer dan f 42,000 's jaars voor do miilionuairs cn andere welgestelde ingezetenen van Amsterdam cn Haar lem. Rotterdam ontvangt voor du kin deren zijner bemiddelden ruim f 39,000 'sjaars uit dc schatkist. Zeggen deze cijfers niet veel meer dan alle redonceringen Dr. Schaepman wijdt in hel Centrum een enkel woord aan de nota-Hubcr, die sommige liberale bladen onnoozel genoeg waren om als een fametiso troefkaart tegen dc Regeering en de rechterzijde uit te spelen. "In de Nota van den heer Ruber ontbreekt hei middel tot herstel van den nood. Het voorstel, om al de kosten van het onderwijs voor het Rijk te nemen, kan moeilijk ernstig ge meend zijn. Een man als de heer Iluber weet te goed, dat zulk een voorstel van nog ingrijpender aard is dan de wet van 1878. Ik duid evenwel den hoor Iluber het ontbreken van zulk een middel in zijn Nota niet ten kwade. De School wet kan hem het middel niet geven, om aan den financieelen toestand der Friesche gemeenten ter hulp te komen. Dit zou een verwarring scheppen even groot als dio art. 45 der wet van 187S geschapen heeft. Om te vinden wat hij behoeft moet de heer Iluber niet aankloppen aan het Torent je, maa op den Kneuterdijk bij den langci Voorhout. Hij zal velen verplichten als hij flink aanklopt; hij zal meerderen troosteloos over mijne lompheid, eenigo orr/a- menhangende woorden stotterende, en tot overmaat van rampen voelende, dat mij no oogen zich met tranen vulden. Komaan! nu ga ik schreien, sprak ik in mij zolven: dat ontbrak er nog aan! Eindelijk viel mij iets in. Mevrouw Moredith, zeido ik tot hanr, ik kan u niet langer aan deze vreeselyke on gerustheid tn prooi zion en hieraan uwe zijde werkeloos Mi. j zitten wachten, zonder woorden te kunnen vinden, om uwen moed staande te houden. Ilc ga mij op weg bege ven ter opsporing uws echtgenootsik zal het eerste pad het beste inslaan, alles door zoeken, met luider stemme zijn naam roepen, mij, al3 het noodig is, naar do stad begeven! -Heh dank! mijn vriend, heb dank 1 riep Eva uit. Neem den tuinman en den huis knecht met u; doorkruis het bosch in allo richtingen. Oogen bl i li kei ijk begaven wij ons naar do huiskamer terug en Eva trok herhaalde malen met drift aan de schel. De beide bedienden ijlden te gelijk het vertrok binnen. Volgt don heer Burnabé, riep mevrouw Meredith hun toe. Op dit oogenblik liet zich zeer duidelijk do galop van eon paard op het zand der laan hooren. Eva slaakte een kreet van vreugde. Nooit zal ik do uitdrukking van hemelsche verrukking vergeten, welke zich terstond op dit nog met tranen bedekte gelaat vertoonde. «Door de bedienden gevolgd, ijlden wij naar buiten. De maan, die juist van achter oenige onweerswolken te voorschijn kwam, schoot haar licht op een met schuim bedekt paard waarop niemand zat. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1889 | | pagina 1