itr-eken, De Dorpsgeneesheer. 'T ontwerp-Mackay. ZATERDAG 27 JULI 1889 Uitgever: W. VAX DEN MltaüOF-Sasscn. Deze Courant verschijnr iederen Zaterdag. Sociaal-democraten-congres Feuilleton. Siand iBer ÜLian. Juli: E.K. 6e Zaterdag. V.M. 12° Vrijdag. L.K. 19e Vrijdag. N.M. 28' Zondaj 10, 10. 22, 28 Juli. op §tnnc9 der 3, 4.—, 4.G 4.17; ^021. v/'ra.; onder 8.20, 8.1G, 8.1. S.7 Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland 85 Ci afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Advertentiën van 15 regels 30 c. elke regel meer 6 c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 2maai berekend. dvertentiën of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag 'vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan het Bureau »Peel en Maas" te Venray. Het internationale dor Marxtische richting is te Parijs begonnen en men hoort er nog te weinig van, orn er veel over te spre ken. Het congres is zoo talrijk be zocht, dat reeds den tweeden dag der zitting een groot er lokaal moest ge nomen worden. Wijl alle zittingen openbaar zijn, is de aandrang van 't publiek des te grooter. Het aantal afgevaardigden uit de landen is: Parijs 78, de Provinciën 95, Rusland 6, België 14, Polen 4, Zweden 2, Ne derland 4, Hongarije 3, Spanje 2, Oostenrijk 9, Engeland 21, Amerika 4, Rumenië 4, Italië 11, Zwitserland 6, Portugal 1, Griekenland 1, Bohe- men 1, Noorwegen 1, Denemarken 3, Bulgarije 1, Duitschland 83 In 't geheel 360 leden, ónder welke 4 afge vaardigden van den gemeenteraad van Parijs. Men ziet dus dat de Duitschers schier zoo sterk vertegenwoordigd zijn, als de Franschen uit de verschillende departementen van T land, en daar de Zwitsers en Oostenrijkers endeÜuitsch- Amerikanen bij alle stemmingen ge meenschappelijke zaak zullen drijven, zal het Duitsehe element op 't congres, zoo als te voorzien is, nogal eene beduidende rol spelen, zoo niet de hoogste. Het zoo talrijk opkomen der Duitsehe afgevaardigden, die wel ééne en dezelfde meening zijn toegedaan, is dan ook luide toegejuicht geworden en de Fransche leider der socialisten Lafarque, een schoonzoon van Karei Bekommer u echter niet om dien gast; hij spreekt niet veel. Na liet wisselen van eenige plichtplegingen zullen wij juist doen, als ware hij niet tegenwoordig'; daarenboven, geloof ik «iet, dat hij zijn bezoek lang zal rekken. Op dit oogenblik werd de deur der eetzaal geopend en men zag den docter Barnabé bin nen treden. Met was een mager, oud mannetje, rnet een zachtmoedig, kalm uiterlijk. Zijne grijze haren waren aan liet achterhoofd bij elkander gebonden en- vormden eenen staart, «aar de ouderwetsehe mode. Zijne slapen waren even als zijn met rimpels doorploegd voorhoofd eenigzins gepoederd. Ilij had een zwarten rok aan en eene fluweelen broek met stalen gespen. Over zijnen linkerarm droeg hij een' gewatteerden, taffen overjas. In de rechterhand hield hij eene groote rotting en eon hoed. I)o geheeie kleeding van den dorps geneesheer droeg de klaarblijkelijks te sporen, dat hij dien dag bijzonder veel zorg aan zijn toilet besteed had, maar de zwart, zijden kou een en de rok van den docter waren met slijk bemorst, alsof de arme man in eene sloot gevallen was. Hij bleef op den drempel van de deur staan, verbaasd een zoo talrijk gezel schap voor zich te zien. Er vertoonde zich eenige verlegenheid op zijn gelaat: maar hij herstelde zich oogenblikkelijk en groette zon Maix, alsmede de Duitsehe sociaal democratische rijksdag-afgevaardigde Liebknecht, die inmiddels tot tweede voorzitter van 't congres is benoemd (eerste voorzitter is het raadslid van Parijs Vaillant) vierden in rijke woor den de verbroedering der Duitsehe en Fransche werklieden. Onder de Duit sehe afgevaardigden telt men alle te genwoordige en enkelen van vroegeren datum bestaande sociaal-democratische rij ksdag-afgevaardigdenevenals enkele Saksische en Hessensche sociaal-demo cratische afgevaardigden. De anderen vertegenwoordigen de Gilden. De soci aal-democratische rijksdag-fractie wordt officieel door de afgevaardigden Bebel en Liebknecht vertegenwoordigd, welke laatste (Liebknecht) omdat hij de Fran sche en de Engelsche taal volkomen machtig- is, tevens als tolk dient. Het congres, waarover aanvankelijk zooveel woorden zijn gewisseld, zal mengezworen hadden eenstemmig over de fabriekswetgeving1; samen te hande len ten einde daaromtrent de oplos sing te verkrijgen. Doch geheel anders schrijft de Volks tribune ook een 'soc.-dem. week blad over het congres: «Bescherm den arbeid en don wrede." Dit zijn bescheiden eischen, waarmede zich de vertegenwoordigers dier werklieden te Parijs bezig houden. 1 Doch achter hen staat eene gevreesd tA sterke macht, die als eene lawine aangroeit en mo gelijk ook de hoogste idealen onzer dagen zal verwezenlijken. Het Parijzer congres zal mogelijk iets goeds voor den werkman stichten en in dien zin begroeten wij het, gezwegen van do groote Fransche revolutie, wier ge denkfeest men heden 300 meters hoog tracht te verheerlijken, 't Is best mogelijk dat men te Parijs, alwaar een possibilisten-congres evenals 't aan- zieh bepalen op eene i» ternationale gebaalde opdaagt, doch dat zich niet fabriekswet, alsmede op een inter nationale verzachting. Immers, dra zal men bemerken, wat het programma inhoudt en tevens den afloop van het congres. Wil men daarbij de bran dende kwestie der werkmanskwestie nader toetreden en tot goede verstand houdingen daaromtrent komen, nu dan kan het congres beproeven wat hare besluiten voortbrengen en daaruit het beste deel kiezen. Men heeft van officieele zijde reeds geschreven, dat het Parijzer congres eene soort internationale samenzwering was en dat de internationale werk- mans heschermings-wet alleen een dek mantel voor alle vernietigings projekten zijn zou de sociaal-democratische partij komt daar tegen op. Zoo lezen we in 't Berl. Volksbl. dat echt soc.- dem. is, dat de bedoeling van het congres daarin bestond, dat de werk lieden uit allo beschaafde landen sa- der een woord te spreken. JBij het zien van den ouden man waren de gasten op het punt in lachen uitte barsten, hetwelk zij echter zoo goed mogelijk verborgen. Mevrouw De Mon- ear alleen, welke, als meesteres des huizes, der wellevendheid niet mocht te kort doen, bleef haren ernst bewaren. Lieve hemel! docter, zijt gij met uw rijtuig omgeslagen? vroeg zij hem. Alvorens te antwoorden, zag de geneesheer Barnabé bet geheeie gezelschap rond, en hoe eenvoudig en onnoozel zijn uitzicht ook ware, zoo was het noehthans onmogelijk, dat bij niet begreep, dot zijne komst aller lachlust had opgewekt. Eindelijk sprak hij zeer be- daard Ik ben niet met mijn rijtuig omgeslagen. Een arme voerman is onder de wiolcn van zijne kar gevallen; ik reed voorbij, ik beb hem bijgestaan. Dit zeggende begaf hij zich naar, een stoel, die onbezet was gebleven. Hij nam zijn servet op, vouwde het open, bevestigde eene punt in liet knoopsgat van zijn rok en spreidde liet vervolgens over zijne borst en kniën uit. Bij dit begin speelde al de gasten een glim lach om de lippen, en verbrak hier en daar een fluisterend spreken de heerschende stilte. Ditmaal sloeg do docter de oogennietop; misschien zag hij niets. Zijn er vele zieken in het dorp? vroeg mevrouw De Moncar, terwijl men den nieuw- aangeko,mLie iets voordiende. O j?I mevrouw, zeer velen. Is deze landstreek dan ongezond? Neep, mevrouw, Malr waardoor ontstaan dan die ziekten? met dit laat versmelten, minder let op de congressen, dan we! op den Eiffel- toren. We laten d" gevaarte aan de 2X0.0-16- hfiorer .cv-^qorj-)- Jmune,.po litiek van uit de hoogte te kunnen bestudeeren en halverwege te laten drukken. X. Dr. Schaepman schrijft in het Cen trum. van Dinsdag het volgende: De vraag: Zal het aanhangig wets ontwerp nog in den loop van dit zit tingsjaar door de Tweede Kamer wor den behandeld? heeft aanleiding gege ven tot twistgeschrijf. Een twistgeschrijf, dat niet zonder zijn bijna onvermijdelijke bijvoeging van hartstochtelijkheid is gebleven. De poging, om nog tot die behandeling Door do brandende zonnehitte geduren de den oogsttijd, door de koude en vochtig heid gedurende den winter. Een der gasten, eenen grooten ernst vein zende, mengde zich bier in 't gesprek. I)us is men in dit gezonde land bet ge heeie jaar ziek; nietwaar, mijnheer'?vroeg hij. De docter vestigde zijne kleine, grijze oogen op dengenen, die hem deze vraag deed, staarde hem strak aan, aarzelde en scheen een antwoord te zoeken of te weerhouden. Mevrouw De Moncar kwam met goedheid tussehen beide. Ik weet, hernam zij, dat gij hier de voorzienigheid van alle lijdenden zijt, O gij zijt al te goed, gaf de grijsaard haar ten antwoord, en hij scheen verder zijne geheeie aandacht te vestigen op eene snede pastei, waarvan hij zich zoo even bediend had. Na. deze weinige woorden met den docter gewisseld te hebben, liet men hem aan zich zeiven over, en de door zijne komst afgebro- kene gesprekken werden weder aangeknoopt. Als de blikken, bij toeval op den vreedzarnen grijsaard vielen, maakte men op hem eene schampere aanmerking, welke, ingelascht tusschen ander woorden, naar men dacht, door hom, die daarvan het voorwerp was, niet werden opgemerkt. Niet, dat die jonge heeren en dames met gewoonlijk wellevend en in don grond huns harten goed waren; maar dien dag hadden de reis, de ongedwon genheid van het ontbijt en het gezelschap, de luchthartigheid, waarmede men de kleine tegenspoeden van dien dag gedragen had, alles in een woord, eene vrolijkheid en eenen allen aapstekenden spotlust doen geboren worden, te geraken, wordt als doordrijven ver oordeeld. Deze scherpe veroordeeling heeft iets zonderlings, wanneer men nauwe lijks, een paar etmalen vroeger, ver nomen heeft, dat de raad, om de behandeling van het wetsontwerp uit te stellen, gegeven wordt «met terzij destelling van alle partij oogmerken." De goede, onpartijdige bedoeling, de belangstelling m de zaak om de zaak alleen zou dan ook uit den toon, waarop tot uitstel en overleg geraden wordt, moeten blijken. Kan men echter geloof in de eigen onpartijdigheid vorderen, wanneer men zelf, bij het bespreken van hetgeen dit jaar door de nieuw opgetreden Regeering is tot stand gebracht, de herziening der onderwijswet teekent als «een vogel in de lucht?" Is de uitdrukking niet in dubbelen zin een beeld, van wat men zeggen wil, een beeld van wat men bedoelt? Ik wensch de tegenstanders der Rechterzijde niet to verdenken van allerlei looze en booze bedoelingen, maar ik^wensch. .evenmin te vorsten,, dat men in den strijd een wijze voor zichtigheid in acht moet nemen, die van den vijand niet te veel goeds gelooft. Het komt daarom niet hij mij op te geloovon, dat do raad tot «uitstel on overleg" een weinig verwant is aan de verwachting, uitgesproken in het woord: van uitstel komt afstel. Maar de hartstochtelijkheid in de jongste dagen geopenbaard, schijnt op een teleurstelling te wijzen. Waarin is men teleurgesteld? Ik vermoed, dat men waarlijk wenschte bij het begin van het zittingjaar 1889—1890 aan de Regeering en aan de Rechterzijde te kunnen zeggenGij hebt niets tot stand gebracht, zelfs uw Schoolwet niet. Voor het uitspreken van dit ver moeden behoef ik geen verontschuldi ging te vragen- Ik wil verder gaan. Wat hier beproefd wordt zal in gewone gevallen iedere partij, die in de min derheid is, beproeven. Het is een krijgslist. Juist daarom mag de Rechterzijde daartegen op haar hoede zijn. Zij mag en kan geen uitstel toegeven. Wat in haar macht is moet zij doen, om in de Tweede Kamer de Schoolwet te doen behandelen. Om tot dat doel te komen moet zij zooveel doen en zooveel laten als in haar vermogen is. echte»' het gewicht van het en het groote belang dor die hen onmeódoogend deed zijn voor het slachtoffer, dat het noodlot op hun pad voerde. De geneesheer bleef bedaard voorteten, zonder hot oor te leenen, zonder een woord te spre ken; men beschouwde hein ais stom en doof. en het ontbijt liep zonder verdere stoornis af. Toen men van tafel opstond, trad de docter eenige passen achteruit, het aan al de manne lijke leden van het gezelschap overlatende, zich eene dame te kiezen, om naar de groote zaal terug te leiden. Daar eene der dames overschoot, trad de dorpsgeneesheer be schroomd op haar toe on bood haar niet den arm, maar do hand aan. De vingeren dei- jonge vrouw werden ter nauwernood door die des doctors aangeraakt, die, even ten teek en van eerbied buigende, baar met afgemeten schreden naar de groote zaal geleidde. Kon nauw onderdrukt, spotteml gelach liet zich hij zijne binnenkomst hooren, maar geene enkele wolk vertoonde zich op hot voorhoofd van den grijsaard, dien rnen zoowel blind, als stom en doof verklaarde. Na zijne dame naar hare plaats geleid te hebben, zocht de heer Barnabé den kleinsten en eenvoudigsten stoel van hef. geheeie ver trek uit. Ilij schoof dien nog zoover mogelijk ter zijde, ging er op zitten, zette zijne rotting tusschen zijne kniën, legde zijne handen krui selings op den knop en leunde met zijne kin op zijne handen. In deze peinzende houding bleef hij stilzwijgend zitten en van tijd tot tijd sloten zich zijne oogen, alsof' een zoele slui mer, dien hij niet zocht, maar waartegen bij zich niet verzette, op het punt geweest ware zich van hem meester te maken. Mevrouw De Moncar, sprak een der Eischen onderwerp zaak geen uilstel? IJet valt mij moeilijk dit in te zien. Bij de openbaarmaking der gewis selde stukken zal het kunnen blijken of do Regeering zich de vrij algemeen bekende opmerkingen ten nu He heeft gemaakt. V-an deze omstandigheid zal evenwel niet alles afhangen, meent men. De publieke opinio zal zich moeten uitspreken; de Kamerleden behoeven den *ii<'.*tot ond. zoek. Dit laatste onderzo, k schijnt echter binnen den tijd van drie weken wel te kunnen worden voltrokken. En het uitspreken der publieke opinie, mij dunkt, er zijn reeds een tal van zoogenaamde «voor-parlementen" gehouden. Volks onderwijs heeft vergaderd, het Aid van 'l Algemeen heeft gezeteld, verccni- gingen van onderwijzers, openbare en bijzondere, hebben haar meening ge zegd I)e vroede raad van 's lands hoofd stad heeft gesproken en Lochem en Goor verhieven li enne stem. In ver schillenden worm liggen deze uitspra ken vóór ons. Behoeven wij nc Ook in drie weken tijds kan gebied van adressen nog veel schijnen. meer? p het reizigers tot haai', ik vertrouw toch, dat gij niet. voornemens zijt, deze puinhoopou en woestenij to bewonen? O neen! volstrekt niet! dit is in geenen deele mijn plan; doch daar hier uitmuntende bosschen zijn, zoo kon liet wel gebeuren, dat mijn echtgenoot, mijnheer De Moncar, Just kreeg, in het jachtsaisoen hier een j aar maan den door tc brengen. Maar dan moet or afgebroken, opge bouwd, uitgeroeid en omgehakt worden! Laat ons den plan van aanlog maken, riep de jonge gravin v mol ijk uitwij -/uilen ons naar buiten begeven cm een ontwerp van den tockouistigen tuin onzer heerlijkheid maken. Met scheen eohter, dat alles dit pleizier- fochije zoa tegenwerken. Juist-, toen men zich naar buiten wilde begeven, begon er uit do j dikke, zwarte wolken, die gedurende het on:- bijr, don eerst helderen hemel bedekt hadden, een fijne- smfregon te vallen. Onmogelijk o;n de zaal te verlaten. Mijn hemel! wat zullen wij nu aanvan gen? hernam mevrouw De Moncarde paar den hebben verscheidene uren rust noodig. De rc-gon zol blijkbaar vr.n langen duur zijn. Het overal groeiende gras is zoo nat, dat men in geen acht. dagen oenen voetstap buiten do deur zal kunnen zetten; bijna al de snaren van de piano zijn gesprongen. Tien uren in bet rond is er geen hock ie vinden. Deze zaal is buitengewoon somber. Hoe zullen wij nu den tijd doorbrengen Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1889 | | pagina 1