en is Afwachten of er op los? GIOVANNA CANTELLL Graanrechten* ZATERDAG 6 JULI 1889. TIENDE JAARGANG. No. 27. Uitgever: W. VAX DEX MUXCKIIOF-Sassen. Doze Courant verschijnt iederen Zaterdag. E K. Z.iterda. Séiaaatl dies* $S;2sssi. V.M. 12® Vrijdag. L.K. 10e Viijda, Slaisil dei* Zoii. 5, 10, 10, 22, 28 Juli, op 3.18, 3.53, 4.—, 4.0 4.17; v/.u.; onder 8.20, 8.10, 8.1. 8.7, 7.57; n/ro. Abonnementsprijs per kwartaal, voor Yenray 50 c. franco per post 05 c. voor het buitenland 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Advertentiën: van l5 regels 30 c» elke regel meer 6 c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte» Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 2maai berekend. dvertentiSn of Ingezonden j| Stukken gelieve men Vrijdag ^vóór 2 uur 's-midtfags te be zorgen aan bet Bureau nPeel en Maas" te Venray. Wij berichtten onzen Lezers dat er donkere wolken aan den politieleen horizont opdaagden; andere bladen meldden, de onrust zon gestaakt zijn, doch om een helder doorzicht te kun nen krijgen in de politieke draaierij dient men in Europa de Duitsche po litiek tegenover de vreemde wel dege lijk na te gaan. In Duitschland bestaan twee partijen: die van afwachten met Vorst Bismarck aan 't hoofd en die van er op los met graaf Waldersec aan 't spits. Dn oorlogspartij zegt: Het is een onbetwistbaar en bewezen feit, dat Rusland zich langs zijne Oostelijke grenzen breedvoerig versterkt heeft. Niet alleen beoogen deze militaire maatregelen een zeker doel, maarzoo omvangrijk, dat het land ze niet lan ger meer kan uithouden. Rusland moet dus den oorlog, dien het onbe twistbaar voor heeft, binnenkort be ginnen. Is het dus niet beter, niet eerst af te wachten, tot de vijand met zijne versterkingen tot op 't laatste spiertje klaar is, en den strijd begint op een hem passenden tijd? Of is het niet beter aanstonds er op los te slaan vóór en aleer de vijand met zijne krijgstoerustingen klaar is? Een antwoord op deze vraag schijnt verstaanbaar genoeg. Een dwaas is hij, die wacht dus er maar aan stonds op los! I)och als echter een man, zooals Vorst Bismarck, d. w.z. een man, die niet alleen bewijzen van Feuilleton. 6. Toevallig wierp ik.eenen blik door het lialf geoi>ende raam op de straat en zag lot. mijne verbazing, twee gemaskerde personen, welke vóór den ingang hadden post gevat. Ik liet nu allo deuren en vensters zorgvul dig sluiten; van den achterkant verhinderde eene breede, diepe gracht het indringen in het slot. Na dezen voorzichtigheidsmaatrogel begaf ik mij tot Edmondo, die daar zoo stil en bieck nederlag, zoodat ik met recht begon te vreezen dat hij mii nog zou ontnomen worden; hierbij moest ik spoedig een besluit nemen om hem te redden, doch wat moest ik beginnen? Ik zette mij aan 't, voeteinde des ziekbeds neder en ontwierp plannen, die echter wegens hunne onuitvoerbaarheid alle vruchteloos waren. Plotseling daagde als cone lichtstraal van boven, eene reeds lat)g uit mijn geheugen verdwenen herinnering weder op. «Ja, op deze wijze kan het gelukken Ed mondo te redden" juichte ik «doch ware hij maar eerst genezen" moest ik er zuchtend bij voegen, want eer kunnen wij het niet wagen te vluchten. Hier onderbrak Giovanim haar verhaal met do bemerking; «Ik zie, dierbare Signora, dat de blik in mijn verioopen loven, meer tijd vordert, dan ik meende, daarom wil ik het slot tot morgen verschuiven, hopende dat de doorzicht gegeven, maar ook getoond heeft, dat hij voor een gewaagden strijd niet terug deinst, deze dwaas" is, dan zal men toch wel slim genoeg wezen, zich twee a driemaal te be denken of het antwoord, dat ons zoo klaar voorkomt, bepaald wel het ware is en of de «dwaas" Bismarck niet veeleer gelijk heeft. Blikken wij even in dc Bismarck- sehe politiek en denken wij wel na' dan bezit deze ontegenzeggelijk ook eene gunstige zijde afgezien van den rampzaligen kultuurstrijd. Wij willen ons nader verklaren. Rusland is nu juist niet liet land, dat voor een aam al-oorlog geschikt is. Wij weten zulks uit de legergeschie- denis van Napoleon I. Al heeft zich sedert 1812 in Rusland veel veranderd, werkelijk is heb toch hetzelfde gebleven en de eischen van 't huidige krijgswe zen, die zoo rasselic sprongen maken, alsmede zijn vooruitgang in Rusland laten veel te wenschen over naarmate men voider het land indringt. Zelfs als de oorlog een vast besloten feit was, schijnt het ons vreemd en leek als wc daarin zijn zeer bedenkelijk of het voor Rusland niet beter ware, den vijand wat dichter bij elkaar, en dich ter bij het Westen te hebben. De politiek van Vorst Bismarck: «nooit is het raadzaam een oorlog te voeren, om reden hij later mogelijk toch gevoerd moet worden," is zelfs het minste gevaarlijk, zoo niet meer voor- dcelig met 't oog op Rusland. Afgezien echter daarvan bezit eene politiek van afwachten bij het onaf zienbaar verdriet, dat een oorlog over het ganschc land moet brengen, hare geheel bizondere moreele voordeelen. Een aangevallen, bovendien op boos aardige, roekelooze manier aangevallen volk verlamt met meer grooter en zekerder gevolg in gemoedsbeweging goede God mij daartoe de noodige krachten verieeue." Reeds lang had ik met geweld mijne tranen onderdrukt, doch thans liet ik haar den vrijen loop cn de zieke aan mijn hart drukkend, riep ik uit: «Dicibare Giovanna, wat moet gij geleden hebben «Zeker, ik heb veel geleden doch liet was mijn eigen schuld, want hoe g*- gelukkig hadde ik aan Edmondo's zijde kunnen zijn," sprak zij met droeven ernst. Den volgenden avond zeidc de zieke met een droef lachje: «Ik moet zoo kort mogelijk zijn, want ik geloof, dat er mij niet veel tijd meer voor over blijft." De gebeurtenis, wier herinnering, nieuwe hoop in mijn twijfelend hart goot, was deze: ln liet tweede jaar na ons huwelijk moest Edmondo met zijn vader eene reis ondernemen. Wijl deze diplomatische aangelegenheden be trof, vond ik het beter hem niet te vergezellen, zoo als ik anders altijd deed. En omdat mijn vader ons spoedig een bezoek z-m brengen, was dit te meer een redo om op 't kasteel te blijven. Toenmaals hadden wij een ouden slotbewaker die reeds een halfjaar dit ambt waarnam. De goede oude bewees mij de in nigste vriendschap. Dit en nog meer de reden, dat hij de avontuurlijke geschiedenissen van oude kasteel en en burchten wist te verhalen, gaf mij aanleiding hem meermalen in zijn ge moedelijk vertrek te bezoeken, thans nu mijn gemaal en mijn schoonvader afwezig waren, verkeerde ik dagelijks eenige uren in zijn gezelschap. Op zekeren keer, dat hij weder een huiverige en toch schoone sage van een oud kasteel, met vochtige onderaardscho gan gen en grafgewelven, verteld had, zeide ik dan een aanvallend. Immers de troepen schieten in een aanvalsoorlog, zoo goed als in een verdedigingsoorlog, maar het volk, dat zich achter de troepen beweegt, neemt op een gansch andere wijze deel. Een aangevallen land mag veel meer op de sympathie» der niet in den oorlog bedeelde landen rekenen en deze sympathicn zijn vooral in de parlamcntariscli-regeerde landen krach tig genoeg te verhinderen, dat de regeering den aanvaller ondersteunt, wanneer ze zelfs niet krachtig genoeg zijn, haar tot een verbond met 't aan gevallen land te nopen. De draal politiek, voorondersteld dat liet zich om 't dralen der sterken han delt, kan echter vaak den schijnbaar onvermijdelijken oorlog verhinderen. Wij gelooven graag, dat Rusland aan grijpen wil en zal, als liet op een goeden uitslag kan rekenen. Maar Duitschland met zijn vaste en mogelijke bondgenooten Engeland en Turkije zouden wel verblind moeten zijn, Rus land niet mede te helpen verslaan is sterk genoeg, zelfs een autokraal, zooals de Rus, de .waasheid ééns aaiivals waarschijn lij. Ve dufcn inzüai en hem daarvan te (hen afzien. Rus land versterkte zich in de hoop, dat de vijand eene zwakke stelling zou toonen en de bondgenooten zouden ontrouw worden. Als echter de vijand geone stelling tot een gunstrijken aan val toont, als 't verbond met Duitsch land steekhoudend blijft, dan juist zijn de wapeningen waarop men zoo on rustig staart, Ruslands ondergang en die ondergang is des te grooter, naar mate clie krijgstoerustingen ook groot waren. Rusland kwijnt dan maat schappelijk en finantieel weg, zonder dat er één schot gevallen is, verliest des te meer naarmate het zicli sterker en langdurig wapent en hoe langer de oorlog moet uitgesteld worden. treurig tot hem: «Het is toch jammer, vader Lorenzo, dat wij hier in ons kasteel ook zoo iets niet bezitten." Alvorens de oude nog kon antwoorden, melddo men een bezoeker en hoe ongaarne ook, moest ik hef belangrijke vei- haal mei hem afbreken. Toen ik bij de eerste gelegenheid vader Lorenzo weder in zijn ka mer bezocht, en het gesprek over den bouw trant van oude burchten liep, sprak Lorenzo zacht en geheimvol. -Ons kasteel heeft, ook een geheimen gang, ik zal hem u aanwijzen, genadige vrouw, echter onder voorwaarde, dut gij mij beloven moet aan niemand dit geheim te openbaren. Ik ben de eenigste, die het weet en mijn grootvader ontdekte mij dit geheim kort voor zijnen dood; in geval van oorlog zou door de ontdekking van dezen gang een groot- onheil over de slot bewoners kunnen komen." Door nieuwsgierigheid gedrongen, beloofde ik het geheim zorgvuldig te bewaren; er werd nu bestoten, dat wij des avonds onze ontdekkingsreis zouden beginnen. Toen de dienstknechten te ruste waren, verscheen Lorenzo mee een dieven lantaarn; ik hulde mij in oenen donkeren mantel en volgde mijnen gids in gespannen afwachting van de dingen, die ik weldra zien zou. Aan mijne kamers grensde een groote zaal, wier muren met rijk beeldhouwwerk bedekt waren. In 't midden van een der wandvlakten bevond zich een half verheven beeldwerk het levensgroot® beeld van ecnen trotschen ridder, die fier te paard zittend, afscheid nam van vrouw en kind om aan de verovering van liet H. Land deeltone- raen. Hier bleef Lorenzo staan en drukte op den knop van het zwaard des ridders; plotse ling draaide zich het bee'd als eene deur in de Wat kan er echter in den loop van 't jaar niet gebeuren! In Rusland kan 't gaan zoo wil, en zei Is de F rati- schen kunnen tot inzicht komen, dat het een beschaafd volk beter past, de civilisatie en Europa logen de bar baarsheid en de Aziatische heerschappij te verdedigen, dan zijn bestaan ter bevrediging- der zucht naar wraak op 't Spel te zetten. De slag moge vaak de beste dek king zijn; altijd is hij het niet en zeker niet bij den toestand der zaken tegenover Rusland. D« graaf Walder- see moge ijveren voor het «er op los", wij en onze meeste lezers zullen het met Vorst Bismarck houden«laten wij afwachten". Er is nog altijd tijd om op te treden. Ter voorziening in den kwijnenden toestand van sommige lakken van land bouw heeft de heer Bahlmann, lid van de Tweede Kamer een voorstel van '.vat ingediend. Art. 1 strekt om bij invoer de vol gende rechten te heften, als: van tarwe fl.20; rogge f0.60; gerst fO.GO; boekweit 10.30; haver f0.30; mais f0.30; spelt, gepeld f0.00; id. ongepeld f0.30; gepeld of gebroken graan, grutten enz. niet afzondei lijk belast, f0.60; brood, beschuit en meel van graan f2.40; boonen cn wikken f0.30; erwten fO.OO: stijfsel van alle soorten f4.00; gist f20.00 en mout i'1.07; alles per 100 kilogram. Art. 2 kent op den uitvoer van buitenlandsch graan vervaardigde fa brikaten vergoedingen voor inkomend recht toe, te weten voor binnenlandsch gedistilleerd uit graan per 100 liter gedistilleerd van grendels. Voor mijne verbazende blikken, gaapte nu een zwarte afgrond en bij de matte schemering der lantaarn bemerkte ik een enge steeg, die naar beneden leidde. Bij den voet der trap vertoonde zich een smalle gang. dien wij nu volgden; de lucht, die wij inademden was zuiver en droog. Nadat wij een heel eind afgelegd hadden, verbreedde zich de gang lot eene groote luimte, die in 't middendoor oenen massieven pilaar gesteund werd. Van hieruit verengde zich de weg zoodanig, dat wij er met moeite door konden, tot hij plotse ling steil naar boven leidde. «Nog een weinig geduld, genadige Vrouw, weldra zijn wij aan 't einddoel," tionsttp mij Lorenzo. Eindelijk bereikten wij met de grootste moeite het einde van het moeielijk pad: een muur verhinderde ons verder te gaan, doch de oude drukte op eenen nauwelijks zichtbaren spijker en do muur week terug nog cenigo stappen en wij beipnden ons in eene kapel, ver buiten Je stad op eene stille en eenzame plek. Wij knielden eenige minuten voor het altaar, dat door den schijn van de godslamp dof verlicht werd cn namen den terugweg. Een platte steen, waarop een kruis cn eene kroon waren uitgebeiteld, bedekte de opening waardoor wij binnengetreden waren; Lorenzo wees mij dat een druk op den dwarsbalk den ingang opende en bemerkte daarbij: «Gy zijl nog jong, genadige gravin, wie weet, mogelijk is het weten van dit geheim voor u eenmaal van groot nut." -Zoude hij een voorgevoel van mijn leed gehad hebben V' De goede oude stierf weldra en ik dacht niet meer aan hetgeen hij mij bekend gemaakt 50 percent fl.50; voor meel, brootl en beschuit, gerekend dat 75 kilogr. vertegenwoordigd worden door 100 kilogram tarwe of rogge; voor stijfsel, gerekend dat 50 kilogram vertegen woordigd worden door 100 kilogram tarwe of mais. Art. 3. Aan fabrikanten van in art. 2 genoemde goederen, bestemd voor den buitenlandschcn liamlel, welke granen als grondstoffen bezigen, zal, boven en behalve hunne bevoegdheid tot het genot van entrepot, een credict voor de rechten van drie maanden na den inslag van elke partij verleend kunnen worden, onder behoorlijke borgstelling. Het bedrag der vergoedingen voor uitvoer zal hierop, en we! door af schrijving op den eerst vervallenden termijn, worden gekort, en het restee- rende ten vervaldago in contanten moe ten aangezuiverd worden. He verdere bepalingen omtrent do w ijze waarop deze vergoedingen wor den toegekend worden door Ons bij algemcenen maatregel van bestuur vast gesteld Ai* 4. Het ie^vy-reebt op vee!istol- lecrd en' alle daaronder begrepen vloei stoffen, bepaald bij art. 9 der wet van 1 Mei 18G3 Staatsblad no. 47i wordt verhoogd van f3.50 tot f7. Art. 5. He woorden .drie en een halve cent-, voorkomende in lilera b eerste en tweede lid van ait. 2 der wet van 25 Juli 1871, houdende bepa lingen omtrent den accijns op bier en azijn (Staatsblad no. 92) worden ver anderd in.- «twee en drie kwart cent». In een uitvoerige beschouwing geeft do lieer Bahlmann zijn opinie omtrent de landhouwtoeslandcn eiders cn inci te lande. had, doch thans wekte de herinnering er aan, mijne hoop en mijnen moed op; want ik had den weg gevonden, waarlangs ik mijnen gemaal kon redden, wanneer hij met Gods hulp zoover hersteld was, dat hy het ziekbed weder verlaten kon. Doch hoevele gevaren bedreigden nog zijn leven, alvorens dit tijdstip daar was, doch hieraan durfde ik nu niet denken, want het gold immers ziju dierbaar leven te redden, liet was een ver schrikkelijke dig van angst en zorg, dien ik nu beleefde. Edmondo lag verscheidene dagen bewusteloos in de kooitsen ea toen hij einde lijk weder tot bewustzijn gekomen was, was hij zoo zwak en afgemat, dat do geneesheer aan zijne genezing twijfelde. Dng noch nacht week ik van zijne zijde en stond buiten de geneesheer slechts het binnentreden der kamer aan dc twee bedienden toe. Als de nutuur te zeer bar e rechten cischte, leunde ik met mijn hoofd op de post van 't ledikant, doch het minste gerucht deed mij schrikken. In T einde werden mijne zorgen beloond, de wonden heelden cn Edmondo werd mei den dag beter en sterker. Kensdaags doolde ik hem mijn plan der vlucht mede en rokende hem reeds voor, hoe vele dagen het nog duien kon, tot hij sterk genoeg was om het slot te verlaten hij hoorde mij onverschillig aan en vroeg dan plotseling: «Waar is Antonio? ik hob den knaap goduren- de mijne ziekte nog niet gezien hij is toch niet zien?" Geone vraag had my meer kunnen ontstel len. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1889 | | pagina 1