iekb
en oms
to or
Het Kasteel Montsabrej.
W. VAX OEX MUXCKIIOF-Sassen.
Doze Courant verschijnt iederen Zaterdag.
Feuilleton.
Mci !-: It. 3e Woensdi
«Si»!' 'Bïïj3!>.
V.m. 15® Woensdag. L.K. 21° Dinsdag. N.ml 20" Woensdag.
^Ju.wl dei' Zon.
5, 10, 16. 22, 28 M m. op 4.24, 1 10. 1.7, 8.38 8.51: vm.; o
7.80. 7.87
8.4; n m.
Abonnementsprijs per kwartaal,
voor Vknray 50 c.
franco per post G5 c.
voor liet buitenland 85 c.
afzonderlijke nummers G c.
Uitgever:
Prijs der A.dvertehtiën:
van 15 regels 30 c,
elke regel njeer G c.
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Ad vertent iön, dniaal geplaatst, worden 2tnaai berekend.
dvertentiën of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrijdag
"vóór 2 uur 's-middags te be
zorgen aan het Bureau »Peel en
Maas" te Venray.
Een buitengewoon nummer van de
«Nederlandsclie Staatscourant, Zon
dagochtend 12 Mei verschenen, bevat
de volgende
PROCLAMATIE.
Cc!ief'U' Landgencoten
en Onderdanen!
lieden zijn veertig jaren voorbijge-
paan sedert, den dag waarop Ik pleeh-
lip d<> riKgein ing over liet Nederlaml-
seiio Volk heb aanvaard.
Zal Mijn Volk van Mij getuigen,
dat IK Mijn Koninklijk \Vooul heb
gestand gedaan. Ik weet dat in lief
en leed in blijde en droeve dagen.
Mijn Volk getrouw is gebleven aan
Mij on Mijn Huis.
Ik heb er steeds naar gestreefd, de
welvaart en den bloei van ons Vader
land te bevorderen.
Met innigeu dank jegens den Al
machtige zie ik op net vervlogen tijd
perk terug. Zijn zegen heeft liet oud
verbond van Oranje en Nederland
bevestigd.
Over de toekomst van Mijn Huis
en Mijn Volk roep Ik op dezen plech-
tigen dag dienzelfdon zegen in. De
herinnering aan liet verleden is Mij
een waarborg voor de toekomst:
Oranje cn Nederland onder Gods zegen
één krachtig cn vrij
HET LOO, 12*Mci 1889.
W ILLE M.
Nederland heeft dan dezer dagen
feest gevierd, een feest, eerbiedwek
kend en verhevenomdat de Persoon
LX.
Frederik zag maai' al tc wel in, dat zijne
taak volbracht was. Zijn besluit was spoedig
genomen. Hij oh vertrekken; doch hij
begreep tevens, dat zijn plicht hem gebood
om de komst van mevrouw I)o Montsabrey
af te wachten zijn vertrek, voordien tijd,
zou al den schijn gehad hebben, dat hij haar
niet onder de oogen durfde komen 011 zijn
geweien hem verwijlingen deed. Wat Luoile
aangaat, deze dacht uitsluitend aan hare moe
der; de gedachte, dat Frederik nn zou ver
trekken, was niet eens in haar opgekomen
als iemand haar hadde gezegd, dat zij op het
punt stond haren v riend .voor altijd Ie ver
liezen, dan zou zij lien: met een ongeloovigen
glimlach aangezien hebben.
Alles was in gereedheid gebracht. De
dokter wist, dat, de overmaat van vreugde
zoo wel nadcelige gevolgen kan hebben als
de teugelloozc droefheid; hij wilde daarom
liet hart van mevrouw De Montsabrey voor
eenen te plotselinge» schok behoeden, want
liü vreesde, dat-zij het zoude besterven, in
dien hij haar onvoorbereid de herleving en
genezing van Lucile mededeelde. Hij had
alles voorzien, alles geregeld de bedienden
en Lucile hadden hem beloofd, zich in alles
die er in betrokken is, onzen eerbied,
achting en liefde volkomen verdient.'
\eertig jaren lang met onverwrik-
bare hand de teugels gevoerdsteeds
trouw in liefde en leed met zijn volk
vereen igd!
Is t wonder, dat liet Nederland-
scbe volk zijp. Koning huldigt, Hein
hoogacht en bemind!
Op zijn oude wijze, met de geest
drift, die de geliefde naam van Oranje
altijd wa ltker roept, vierde het de
herinneiingden Vorst, die bestemd
was de laatste mannelijke afstamme
ling uit het doorluchtig Stamhuis te
zijn, veertig jaren lang in zijn midden
te behouden.
Wat heeft de Koning een rijk leven
mot zijn volk medegeleefdVan acht
tien-honderd negen-en-veertig tot acht
tien-honderd negcn-en-tachtigDen
arbeid waaraan de geschiedenis vroe
ger eeuwen voortwerkte heeft zij nu
in deze betrekkelijk korte spanne lijds
als samengeperst. Welk eene ontwik
keling op ieder gebied, op het gebied
van liet politieke leven niet minder
dan op dat van handel cn nijverheid,
die de krachten van sloom en electri-
citoit in die jaren 'zich zoo hebben
ten nutte gemaakt.
Het revolutie-jaar 184S was nau
welijks voorbij en booze geesten sloe
gen hunne vlerken uit over Europa.
Oorlogen zooals vroegere tijden niet
gekend Lebben, waarvan do laatste
eene volksverhuizing van het Oosten
naar het Westen geleek, hebben won
derbaar huis gehouden met de kaart
van ons werelddeel.
Maar onzen Koning was liet ver
gund zijn volk buiten de wieling van
dien maalstroom te houden en bet een
onafgebroken tijdperk van rust en
vrede en ontwikkeling en voorspoed
te schenken.
En nu de feestdag kwam naderen
naar zijne voorschriften te gedragen.
Op zekeren ochtend zaten alle vier in de
groote zaal van het kasteel bijeen, namelijk
Lucile, de dokter, de pastoor en de jonge
schilder. De zaal, waarin de heerlijkste
bloemen in potten prijkten, had een feestelijk
aanzien. Allen schenen ter prooi aan eene
ontroering, waarvan men zich gemakkelijk
een denkbeeld kan vormen; de dokter had
den vorigen avond eenige regelen van den
burggraaf ontvangen, waarin deze hem be
richtte, dat mevrouw De Montsabrcy den
volgenden dag zou aankomen. De twee
grijsaards zochten de opgewondenheid van
het meisje te doen bedaren. Getuige van
hun aller geluk, smaakte Frederik in stilte
de eenige vreugde, welke hem nog niet. ont
zegd was: in deze woning, zoo lang bewoond
door de vertwijfeling, was hij alleen onge
lukkig. Door een gevoel van bescheidenheid
gedreven, dat- men gemakkelijk begrijpen
kan, imd hij zijn voornemen te kennen gege
ven, om niet bij de eerste ontmoeting tusschen
moeder en dochter tegenwoordig te zijn;
doch zijne vrienden hadden hierop bepaald
blijven aandringen: daar hij in de moeiten
en zorgen gedeeld bad, moest hij ook in de
belooning doelen.
De uren kropen naar Lucile's meening veel
te langzaam voort. Ieder oogenblik sprong
zij op, keek op de pendule, ging op bet halcon
staan, om den weg te overzien, en kwam dan
mistroostig bare plaats naast den dokter
weder innemen. liet werd middag; de Angelus
klepte op de kerk van Sint Maurice. Eens
klaps sprong Tuik, die aan de voeten zijner
gebiedster lag, op, spitste dc ooren, en stak
van liet veertigjarig Kroningsfeest,
wierp eene noodlottige ziekte den grij
zen maar nog krachtvolle» Vorst op
het ziekbed neder. Dc wetenschap
zelve meende haar laatste woord te
moeten spreken cn hel recht te hebben
dc hoop Ie blusschen in het hart des
volks. Weken en weken sloop dc
dood om do Koninklijke sponde en
elk oogenblik zag men de treurige
doodsmare te gemoet.
Maar eensklaps laar flikkert een
straal van hope. Hoven bidden en
wenschen richt dc machtige hand des
Heeren den neergebogen Vorst op van
zijn ziekbed. Weder slaat I-lij als
weleer te midden va: zijn Volk, dat
geen einde weet le vinden voor zijn
gejubel en een Koningsfeest viert,
zooals nergens met weer geestdrift
kan gevierd worden.
Het doel goed aan 1 et Nederlandsch
gemoed zich kind te gevoelen van een
volk, waarbij het bdi nsol van gezag
zoo hoog wordt geho. den en de liefde
voor den Vorst op zu'k eene spontane
wijze tot uitbarsting 'onit.
Docli ook de grijzi /Oranjevorst zal
bet zich als een toerekenen
dat ïüj in staat w^v aldus de liefde
en trouw van zijn volk aan zich tc
binden, eene liefde en trouw, die
het feestvierende Nederland belooft het
plechtig aan Zijn eenig kind met
dezelfde geestdrift zal worden gebracht.
-»js
Rede van Dr. Schaepman.
Voor een talrijk auditorium, waar
onder men opmerkte de plaatselijke
autoriteiten en het Kamerlid der. heer
W F. A. Mutsaers, hield dr Schaep
man, daartoe uilgenoodigd door de
liedertafel Souvenir de Monttt guards
Zondag middag te Tilburg een ken
den neus in den wind. Byna te gelijker tijd
hoorde men in de verte liet ratelen van een
rijtuig. Het werJ boe langer zoo duidelijker.
Van den dokter. Frederik cn den pastoor om
geven, stond Lucile achter een gordijn, vau
waar zij, zonder zelve gezien te worden, een
vrij uitzicht op den weg bad. Zij was bleek
en zenuwachtig, en drukte hare beide banden
tegen haar luid kloppend hart. Plotseling
gaf zij con gileen postrijluig vertoonde zich
aan het einde van de oprijlaan en naderde
pijlsnel liet. kasteel.
Daar is moeder daar komt mijne*moe-
der! kreet zij en maakte te gelijk eene bewe
ging, om deze te gemoet te snellen. De dokter
hield haar zachtjens bij den arm terug.
Is dat nu do vervulling van hetgeen gij
mij beloofd bad, Lucile. Bebeersch 11 zelve,
mijn kind. Uwe moeder heeft het verdriet
van uw verlies overleefd wilt gij, dat zij de
vreugde van u weder te vinden met den dood
koope?
Ja, mijn vriend, jn, ik zal sterk zijn;
ja, ik zal mij zelve beheerscheni ivp Luoile,
zich weenende in de armen van haren ouden
vriend wei pende, uit; maar, in Gods naam,
heb medelijden met mij, laat de beproeving
niet tc lang duren.
Eenige seconden daarna werden dc breede
vleugeldeuren der kasteelpoort wagenwijd
geopend en reed het rijtuig het voorplein op.
De tweo broeders wachtten op het bordes;
Frederik, die hen gevolgd was, stond ter
zijde. De dokter opende het portier en sloeg
de trede neder, vervolgens bood hij mevrouw
De Montsabrey de hand aan, om haar iu het
uitstijgen behulpzaam te zijn, Lucile's moeder
rige improvisatie over tic beteokenis
van hot nationale feest. De feest re
denaar achtte het een voorrecht, zijn
gevoelens van hulde te kunnen vertol
ken op een plaats, waar een Koning-
geleefd heeft en gestorven is en een
nieuwe Vorst den troon zijner vaderen
beklom. Spreker was zichtbaar aan
gedaan, toen fij in gekuischte taal
schetste hoede waarschijnlijkheideener
menschel ij ke wetenschap beschaamd
was. hoe 's Konings ziekte zulk een
keerpunt had genomen, dat de natio
nale driekleur thans vroolijk wappeide
in plaats van halfstok. Toejuichingen./
Spreker schetste de geschiedenis van
een veertigjarig tijdperk, hoe Neder
land zoowel geestelijk als lichamelijk
vooruitgegaan is, ten voorbeeld van
ganscli Europa, daar ons land kalm
op den weg van vooruitgang en ver
betering voortschreed.
Omtrent bet onderwijs*zeide spreker
ongeveer het volgende: «Het brood
der ziel en des liehaams is ons. in
vergelijking met 1848, in ruime mate
toebedeeld. liet onderwijs is belang
rijk ontwikkeld cn vooruitgegaan; bet
is toegankelijk voor allen zonder on
derscheid. Vrijheid van onderwijs is
aan allen geschonken. Het staats- en
het bijzonder onderwijs zijn de beelden
der vrijheid."
De opmerking van den jongsten tijd,
dat 's Konings hand misschien onzicht
baar was en dat een constitutioneel
Koning geen rol kan spelen, werd door
spreker schitterend weerlegd. Integen
deel, Willem III treedt meer dan ooit
op den voorgrond. De verschillende
staatspartijen getuigen van geen ont
wikkeling, gaan van geen leidend be
ginsel uit, indien liet Hoofd van den
constitutionceb-n Staat ze niet met
krachtige hand weet te sturen. Eelle
en scherp tegenover elkander staande
staatspartijen, ze zuiveren karakters.
was zoo veranderd, dat de bedienden, die
rondom bet rijtuig geschaard stonden, baar
nauwelijks herkenden; aller oogen stonden
vol tranen. Zij zag allen met een treurige»
blik aan en klom, op den arm van den dokter
leunende, langzaam de trappen van het bordes
op, terwijl de pastoor den burggraaf ter zydo
genomen bad en hem alles mededeelde. Iu
tegenwoordigheid harer bedienden had de
edele vrouw hare droefheid weten te bedwin
gen, doch zoodra zij de groote zaal binnen
getreden was, viel zij half bewusteloos op
eene sofa en barstte in een luid geween uit.
De beide broeders cn de burggraaf, die zwij
gend voor haar stonden, zagen met oone ge
waarwording. welke bijna naar berouw ge
leek, de uitbarsting dezer vertwijfelende
droefheid aan. welke zij mot een enkel woord
in uitbundige vrengdeblijkon konden doen
overgaan.
Mijn vriend, zeide zij eindelijk tot den
dokter, nadat zij een woinig bedaard was,
laat mij het pot ret mijner dochter zien.
Mevrouw, gaf de dokter op ernstige»
toon ten antwoord, voelt gij daartoe moods
genoeg. Gij waart de boklaagswaardigste der
moeders, uwe dochter had pas den geest gege
ven, toen men hare trekken op liet doek heeft
afgemaaldvoelt gij thans den moed bet ge
zicht daarvan te verdragen
.Ta, mijn vriend, ja.... Maar waartoe
deze bloemen Waartoe het feestelijke aanzien
van deze zaal? Ach ik begrijp het nuMijne
dochter hield voel van bloemen en gij wildet,
dat alles mij harer zoude herinneren. Gij hebt
\v£.l gedaan, mijn vriend; het komt mij voor,
dat ik tegelijk reet den geur dier bloemen ba-
maar kunnen ook vcrloopen in wan
orde: ze kunnen tot voortdurende anar
chie aanleiding geven. Het beginsel
van het koningschap {reeft haar vast
heid en waai borg. Willem III heeft
zijn plicht ten volle gedaan gedurende
40 jaren heeft hij de partijen weten tc
eerbiedigen. Z. M. hoeft een bijzonder
groot voorrecht boven veel Europeesche.
Vorsten; bij ia met historische banden
aan Nederland verbonden. Het Orhnjr-
huis is met het volk opgegroeid, zijn
bloed heeft dikwijls voor bot Vaderland
gevloeid.
De vorstelijke jubilaris heeft geen
oorlog gekend, gelijk zijn dappere
voorganger. Doch niemand heeft meer
^belangstelling getoond voor liet leger,
van den hoogste rang tot den minsten
man; hij heeft een hart gehad voor
ouden van dagen. Nogmaals, hij is
geen oorlogsheld, maar was onver
saagd en onverschrokken, waar water
vloeden het Land teisterden, om te
redden wat slechts gered kon worden.
Kunsten en wetenschappen vonden in
hem steeds een ede!moedigen bescherm
heer. Toejuichingen.}
Spreker wil, onder de aandoenin
gen van het oogenblik, (hans vrijmoe
dig spieken. Z. M heeft blijk gegeven
van een plichtgevoel zonder weergd
in do geschiedenis. Als vader cn
Koning heef» hij geleden meer dan
eenig ander. Drie maal heeft hij den
droevige» weg naar Delft afgelegd,
om zijn drie veelbelovende zonen aan
den schoot der aarde toe te vertrou
wen, terwijl «hij vóór nu 40 jaron
door drie prinsen van koninklijken
bloede omringd was, als een waarborg
voor bet voortbestaan van zijn geslacht.
Thans staat hij naast een kind, dat
eens onze 'Koningin zal worden, een
kind dal de harten van haar volk heeft
veroverd. De Koning heeft zijn smart
in stilte geleden, als een adelaar in het
ren geest inadem... Geef mij baar portret,
liet zij er met vastberadenheid op volgen.
Ik vrees...
Vreos niets, ik heb mijne dochter den
geest zien geven, ik kan alles verdragen.
Zijt gij daar welzeker van mevrouw."
Ja, mijn vriend, volkomen zeker, ik blijf
voor mij zelve borg... Helaas zooals gij went,
zijn de trekken mijner Lucile nimmer hc/mld
geweest. De dood heeft die dus niet bunnen
veranderen.
Welaan dan, mevrouw, hernam de ge
neesheer. dbwgi gij zoo zeker van u zelve
zijt en alles gelooft te kunnen verdragen.
wend het hóófd om en sla do oogen ophet
portret uwer dochter hangt boven tl.
Mevrouw I)e Montsabrey ontroerde, keerde
zich ijlings om, en bleef roei loos van vorla-
zing, met half geopende» mond, zonder eenig
geluid te kunnen geven, als aan den grond
vastgenageld staan, bij het zien van Lucile's
portret, dat Frederik een paar weken te
voren had afgemaakt. Hot was een schoon
schilderstuk, inderdaad het penseel eens mees
ters waardig. Het voorhoofd straalde van
leven en gezondheid, het verstand hluiik in
hare oogen. de mond ontsloot zich tot een
glimlach, de naren golfden in bevallige blonde
lokken langs hare slapen o» schouders. Fr
lag iets onuitsprekelijks innemends iu do
uitdrukking van dat goedheidadomendegolaat.
O mijn God! is hot een droom? riep
mevrouw De Montsabrey uit; zij leeft, zij
adem', zij deukt, zij gaat spreken. Ach!
mijne vrienden, het is mijne Lucile, mijn
kind. zoo als zij had kunnen zijn bij haar leven.
Wondt vervolgd.