ea omstreken. Het Kasteel Montsabrej. Buitenland. ZATERDAG 30 MAART 1889. TIENDE JAARGANG No. 13 Uitgever: VA DE MlACkilOF-Sasscn. Deze Courant verschijnt icdercn Zaterdag. Pater Agostino da Montefeltro. Relgic der 3!;snn. Maart: N.M. Vrijdag le E.K. 9° Zaterdag. V.M. 17® Zondag. L.K. 2ie Zondag N.M. 31 Zondag. Stand der Zon. 5, 10, 10, 22, 28 Mrfc. op 0.38, 0.28,0.1(3, 0.0 5.1»; v,m.; oudor 5.5.51. 0.3. 0.15, 0.25; Abonnementsprijs per kwartaal. voor Ven ray franco per post voor het buitenland afzonderlijke nummers 50 c. 65 c. 85 c. 6 c. Prijs der Ad verten ti ën van 15 regels 30 0. elke regel nicer o c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 2maal berekend dvertentiën of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag "vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan het Bureau »Peel en Maas" te Venray. Er zijn slechts weinige kanselre denaars geweest, wier faam met zoo machtigen vleugelslag hun vooruit vloog als bovenstaande naar Rome voor zich uitzond. Zijne huilengewone werkzaamheid en zijn succes te Florence waren maan denlang op ieders lippen. Men vertelde dat in de Duomo, wanneer hij pre dikte, 10.000 menschen te zamen stroomden. Men voegde er aan toe dat zelfs het hoogaltaar zwart was van men schen die zich tot zelfs tusschen de kandelaren nestelden. Men wist te verhalen dat toen hij eens al de ellende opsomde die de wereld vervult en hij die opsomde zooals hij alleen het doen kan, al die duizenden oprezen en uit riepen basta, basta, genoeg, genoeg! Van hem werd getuigd, dat hij op wondervolle wijze de feiten van den dag dienstbaar wist te maken aan zijn betoog; dat eens op een donkeren dag in den Duomo, toen hij bad om licht voor de vijanden der Kerk en plotse ling de zon door het raam in het Westen een lichtstraal schoot op den gewijden redenaar, hij zich met eene beweging en een gebaar dat zijn ge hoor electriseerde, omhoog hief, ter wijl hij zonder een woord te spreken op den lichtstraal wees. Dit zijn eenigen van de verhalen Feuilleton. In de eerste jaren van hun verblijf op het kasteel gaf niet het geringste teeken, zelfs in een verwijderde toekomst, hoop op de gene zing van Lucile. lederen morgen vond ik bij mijne komst de moeder in dezelfde droefgees tige stemming, het meisje in dezelfde peinzen de houding. Ik begon te gelooven, dat de wetenschap droevige waarheid gesproken had; ik voedde geene hoop meer, dat de Voorzienig heid hare uitspraak zou logenstraffen. Lucile werd grooter, en terwijl haar geest in eene diepe duisternis gedompeld bleef, nam zij dagelijks in schoonheid toe. Er lag in dat contrast eene hittere scherts, eene bloedige bespotting van het noodlot, welke het hart van weedom deed wegkrimpen. Toen zij haar twaalfde jaar bereikt had, begon ik weder n.oed te scheppen. Naar mate bare gestalte en krachten zich ontwikkelden, scheen haie ziel aan hevige aandoeningen ten prooi te zijn. Het was gemakkelijk te voorzien, dat er eene crisis zou komen, welke vroeg of laat over haar lot zou beslissen. Do wetenschap had klaarblijkelijk een al te streng oordeel uitge sproken: hare rede was niet uitgedoofd, doch lang aan bandon; liet denkvermogen leefde in haar, maar vond gcenen uitweg. Het huilen van den wind, i et r don van het gebladerte in zoele zomeravonden, het ge kabbel van de die de rondte deden onder de katholieke kringen, toen het bekend werd dat de groote redenaar op weg was naar Rome, op bevel van den II. Vader zeil. Eene zware taak was hem dus opgelegdde zaak om te voldoen aan eene gicote, haast grenzenlooze ver wachting. De Vastenavond was ten einde en op Aschwoensdag reeds voor negen uren was de groote kerk van San Carlo op het Corso gevuld door eene menigte in gespannen verwach ting. Pater Agostino zou ten elf ure op den kansel verschijnen. Doch neen, hij predikte niet op Aschwoensdag. Een plotselinge ver koudheid, den vorlgcn dag op het Vatikaan opgedaan, noodzaakte hem zijne kamer te houden en teleurgesteld verliet de saamgestroomde menigte de kerk. Den volgenden dag werd hekend gemaakt dat hij preeken zoude en wederom was te negen ure de groote kerk weder zoo goed als gevuld. Te half tien was do toeloop /po eroot en het dringen zoo geweldig dat men er toe besloot de deuren te sluiten. Daarbuiten op de Piazza waren do teleurgestelden talrijk aanwezigen het is treurig hier te moeten bijvoegen dat hun gedrag daar verre van voor beeldig was en dat een cordon van earabiniers noodig was om de hitte te koelen van hunne begeerte die zich in aanvallen op de kerkdeuren luchtgat. Maar onderwijl was het schouwspel in de kerk zooveel te aantrekkelijker, liet was natüuMijk onmogelijk de orde te bewaren. Elk mogelijk of onmogelijk plekje was bezet en van de deur tot het hoogaltaar zag iemand, die wat groot van gestalte was, niets als eene zee van nienschonhooidcn. Het dringen, do luide gesprekken, de opschuivende beweging en al de geluiden, die inen hoorde, waren nu wel niet op hunne plaats in eene kerk, maar misschien waren zij onvermijdelijk. Het sloeg elf uren en de pater vertoonde zich niet en het leek wol -alsof het leven weldra een ding zonder waarde zou zijn, daar het onmogelijk was om naar buiten te komen, eu orde een snel uit het oog verdw ijnend ideaal werd, toen ei' handgeklap vernomen werd en te gelijk een pst! om d.'ll te onderdruk ken en alle oogen zich'richtten op den preekstoel, die eensklaps bezet bleek. Do groote redenaar was daar. Zijn gelaat was evenmin buitenge woon als onbeduidend, en terwijl hij eenigo oogenblikken bleef zitten, om zijne gedachten te verzamelenkon men zijne gelaatstrekken in volkomen rust gemakkelijk opnemen. Hij droeg het ordeskleed van t. Franciscus van kracht sprak zij.'niet hoog maar broed voorhoof]:, a 'ijnon die zijn gelaat doorp'loeguetY, meldden een verstol ven leven en het vluchtig rood der wangen getuigde van eene zwakke borst, want dat is zijne kwaal. Toen hij opstond was het alsof stil zwijgen viel over zijn gehoor, maar al was het zwijgen voor zulk eene menigte buitengewoon, locli waren zijne eerste woorden zoo goed als onverstaanbaar. Hij sprak van zichzelf. Hij was het aan zijne hoorders verschuldigd, zoo zeide hij, hun mede to deolen dat er een tijd geweest was waarin hij was afgedwaald van de Kerk. Met weinig woorden zette hij zijn onderwerp uil- een en zat toen weder eenige oogen blikken neder, voordat hij aan zijn golfjes der Creuse tegen den oever oefenden op dat teeder gestel een geheimzinnigen invloed uit. Als mevrouw I)e Montsabrey zich aan de piano zette en zong, scheen Lucile nog dieper in bare droomerijen te verzinken na verloop van eenige oogenblikken vloeiden de tranen' langs hare wangen, eene geweldige ontroering teekende zich op haar gelaat, iedere minuut verwachte ik de rede zich to zien openbaren. Onder het zingen bespiedde mevrouw De Montsabrey het met tranen over dekte gelaat barer dochter in een spiegel; ik sloeg met angstige opmerkzaamheid hare minste bewegingen gade. llaar boezem hijgde, haar hart klopte geweldig, als wilde het zijne gevangenis verbreken, hare lippen trilden als ging zij spreken; doch op een oogenblik, waarin alles eene miraculeuze ontknooping voorspelde, uitte zij een luiden gil eu stortte bewusteloos in mijne armen. Ik zal niet trach ten, mijn jonge vriend, u de hartverscheurende tooneelen te beschrijven, waarvan ik dikwerf getuige was. Dc liefde der moeder voor hare dochter grensde aan het uitzinnige; ik heb mevrouw De Montsabrey gezien, voor hare dochter op de knieën liggende en hare handen met zenuwachtige kussen bedekkende, terwijl zij haar op hartverscheuroiidon toon do vol gende woorden toesprak Luister naar mij, Lucile! antwoord mij toch! Spreek slechts eenige woorden! Dan woelde Lucile met hare vingeren door de haren barer moeder eu ant woordde slechts met ecnen glimlach van ver bazing of met stille tranen. Sedert vier jaren hernieuwen die vreeselijke tooneelen zich bijna iederen dag. En toch zag men nimmer een zachtaardiger en stiller waanzin, Lucile be mint en begrijpt de natuur. Zij schept behagen in opschik. Hare geliefkoosde bezigheid be staat daarin, om met de bloemen te spelen, waarvan zij altijd omgeven is. Zij beschouwt ze somtijds met eene onbeschrijfelijke droef geestigheid, als wilde zij tot haar zeggen: »ik ben even schoon en onbezield «als gij." Zij verdiept zich gaarne in de beschouwing van dc flonkerende sterren en de heldere zomer nachten; het is eene ziel, welke naar den IIcmcl smacht. In zijne gesprekken met haar heelt mijn broeder woorden van haar gehoord, welke mijne hoop hebben doen herleven. Zij lieett omtrent de bovenwereld, welke wij niet zien, begrippen, welke nimmer in boeken onderwezen zijn en die niet te verklaren zijn dan door bovennatuurlijke ingevingen. Onge lukkigerwijze verdwijnen die schemeringen bijna even spoedig als zij opkomen. Helaas, wij koesteren de overtuiging, cu hare hevig< aandoeningen geven ons daarvan de onmisken bare bewijzen, dat het beklagenswaardige wezen niets kan uitdrukken van hetgeen gevoeltzij is, tussehon onze handen, gelijk aan een welluidend instrument, welks snaren allen door ccnen schok gebroken zijn, en die wij tot heden vruchtfcloos getracht hebben weder geluid te doen voortbrengen. Dc crisis, welke ik voorzien lie is echter op handen eerste punt begon. Hij zou spreken over do ellenden van de moderne maatschappij. Van mijzelf tot het geheele gehoor besluitende liet het exordium zijne toehoorders koud. Zijne stem was niet doordringend, zijne woorden, al vloeiden zij gemakkelijk, waren niet uitgelezen en men kon den een dcu ander aanzien met opgetrok ken wenkbrauwen en voorui(gebrachte onderlip. Maar toen hij na do inleiding weder overeind rees, daalde weder eene ademlooze stilte over zijn gehoor. Het is onmogelijk 0111 zijne welspre kendheid te beschrijven, onmogelijk om te beschrijven dien machtigen woordenstroom, die gebaren, die op rechtheid, dien hartstocht, die heer schappij over zijn onderwerp en bovenal zijn buitengewoon talent om met elk zijner hoorders in geestelijke gemeen schap te treden. Eenmaal, toen hij in de geestdrift zijner welsprekendheid zijn hand uit- spekte en zijn aanklacht slingerde tegen" tic Vuisclits i»2ei nfgvu ,.1 x gen, toen rees er eon luiden kreet en een machtig handgeklap uit die dui zenden op, welke geheel door den redenaar waren medegesleept. Tusschen zijn eerste en tweede punt nam hij de gelegenheid waar om prachtig te protesteereu tegen het bedrijf der snelschrijvers, die druk in de weer waren om aanteekeningen te maken; want zoo snel vloeiden zijn woorden, dat ook de beste snolschrij ver niet veel meer dan bier en daar een halven volzin kon opvangen. Ilij gaf zijn voornemen te kennen om de wet van '82 tegen deze roovers in te roepen. Doch ik bon er van overtuigd dat deze snelschrijvers zijn woorden Lueile is zestien jarc volgen elkander snelle; is een onmiskenbaar worstelt om hare ldu Hoedanig zal de uits zijn: dit kan ilc u vriend. Ik heb heden broeder van mevToi mot voldoening gehoord hebben, or zij hen ontsloegen van do wat haas: i aangegane verplichting, om dagelijk den tekst dor predikaties voordode* bladen te leveren. Met eiken dag neem! dc gcesld i voor den nedoi igen zoon van Si- ri ciscus toe, een geestdrift, dio d regeering der Logo met zorg vervult, maar den II. Vader deed zeggen, bezat Italië drio gewijde rcrieiiaat van de kracht van pater Agostinu hot land van aanschijn zou veranderen Tijdens het bezoek der enquête commissi in zake lager onderwijs, bracht dc burg meester van Sólangos allerongunstigste rap pórten uit over de bijzondere scholen. Htj kin- over de -dwingehndy der ht.id e i de zeer wcinigeA'orderingen, die do leerlingen op de katholieke scholen mankten. Volgens zijn oordeel konden die scholen, wat het onderwijs betreft, ezen goed gesloten worden; de jeugd zou er niets bij verliezen. Men begrijpt dut dezo getuigenissen van een burgemeester, die "zelf katholiek is, nog al sensatie verwHUen. I)e liberale maakte er diuk gebruik van. Lenigen tijd lator werd door de pators Re demptoristen een missie te Sélanges gegevon en do burgemeester, die aan zijn kerkelijke plichten met voldeed, keerde tot het rechte pad terug. Hij liet het daar niet bij; openlijk herroept hij in de dagbladen zyn vroegere getuigenissen, die hy uit wrevel tegen het katholieke onderwijs verzonnen had. Naar men zegt. vertrekken de koningin en prinses Clementine in de Paaschwcck naar Mirainar, waar aartshertogin Stéfanie, do pers oud; dc verschijnselen op; hare uittering zelfs voorteekenhare ziel iters te verbroken ig van die worsteling ot zeggen, mijn jonge I norgen aan den schoor De Mon'sabrev af schreven. Hij is een ernstig, doch vriendelijk man, zeer gehecht aan zijne schoonzuster en komt iederen winter een of twee maanden bij haar doorbrengen. Ik hoop dat hij weldra bier mag zijn: de crisis is nabij, zij is onver- mijuelyk; zij kan Lucile redden, maar haar ook dooden, en als Lucile sterft, wat zal er dan van bare moeder worden Diep bewogen door het verhaal van den doctor, onthield Frederik zich van alle aan merking eu bleef in een somber stilzwijgen verzonken zitten. Mijn vriend, sprak hij eindelijk (sta mij toe u zoo te noemen, ofschoon ik u van daag voor het eerst gesproken heb ik hoop, dat de Hemel uw en uws broeders taak zal zege nen; laat ons op God vertrouwen, die den dauw aan de planten, den geur aan de bloe men en het sap aan de hoornen schenkt. Ja, mijn zoon, antwoordde dc grijsaard, vertrouwen wij op God, op God alléén; want. wat de geleerden ook mogen zeggen, de wetenschap wrocht gcenc mirakelen? Na nog eenigen tijd met elkander te hebben zitten praten, gaf Frederik zijne vcr\vondq,-ing te kennen, dat dc doctor, dit» zulk «.cue uit gebreide kennis bezat, zich In het, kleine dorp had kunneu vestigen. O! hernam doctor Pincent, dc oorzaak hiervan is zeer cenv0UjjIP o;| j.a„ j., weinige woorden verba J1(i worden. Mijne kinder-en joiigelingpj:' .en llüb te Parijs gesletenTen j gevolde vau iflijno studiën en mijne volli r (l1'* e, had ik mij eene tamelijk groote prak- rijk verworven. Mijn naam was niet onbe kend meer; reeds voorspelden mijne vleiers, (wie hoeft er niet twve of driemij groo'c I vermaardheid en aanzien, toen eensklaps mijn levensgeluk verwoest werd door een dier orkanen, welke even als het vuur des hemels treffen eu verteren. Ik had behoefte aan eenige d.igen rust eu afzondering. Ik vertrok, cn nam miju intrek by myn broeder, die reeds vroegtijdig, door zijnen vurigen ijver gedre ven, den geestelijken stand omhelsd hnd, cu sedert achttien maanden pastoor van Sint Maurico was. Gij kent mijn broeder, doch gij kunt u niet voorstellen, welke onwaardeer bare schatten van godsvrucht cn naastenliefde in zijn hart verborgen liggen; bij licni is de schuldeloosheid van een kind vereeuigd met de zelfopoffering eens apostels. Do kalmto van die evangelische ziel moest ongemerkt in mijn hart overgaan. Naar hem luisterend- voelde ik hel geloofcn hot betrouwen op G-od, dat mijne goede ouders mij in mijne kindscl.c jaren zoo diep ingepveot hadden, weder leven dig ontwaken; zijne handelingen ziende, be greep ik, dat er in liet vervullen van do ee - vi'ujjgstc betrekkingen nog rmmseho! t* gelegenheid bestaat tot het beoefenen der vcrliovcEsto deugden. Ik kan u niet zegge::, hoo hot zich toedroeg, maar weldra voelde ik oen ODOverwinbai 011 afkeer van de wereld - dc vermaken, waarin ik tot dusverre geler had in mij opkomon. Mijn broeder had z geheel toegewijd aan do verzorging van hem aanvertrouwde kudde; zyn eenigo wen- was. dat men hem slechts mocht vergeten niet overplaatsen naar eene andere gemeen ofschoon Sint Maurico het armste kerspel w van het goheelc bisdom; ik besloot ook mijne tot hot welzijn zijner gemeente bi I V* r

Peel en Maas | 1889 | | pagina 1