voor flIMY, ST sa omstreken. Het Kasteel Montsabrey. ZATERDAG 23 FEBRUARI 1889. TIENDE JAARGANG. No. 8. Uitgever: W. VAX DEX ML1.VCKHOF-Sassen. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag. Frankrijk, de eerste natie der wereld? l^euilleton. Omtrent het verslag MAAS EN PEEL Stand der Mann. Februari: E.K. 7" Donderdag. V.M. 15® Vrijdag. L.K. 23® Zaterdag. 5, 10, 10, 22, 23 Jan. op 7.30, Stand der Zon. 7.10, 7.3, 0.50; v in.; onder 4.i 3. 5.14. 5.25, 5.36 Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray franco per post voor het buitenland afzonderlijke nummers 50 c. 65 c. 85 c. 6 c. Prijs der A.dvertentiën: Tan 1—5 regels 30 c. elke regel meer Q c. groote letters en rignetten naar plaatsruimte. Advei'tentien, 3maal geplaatst, worden 2maal berekend. Advertentign of Ingezonden Stukken gelieve men Vrijdag vóór 2 uui' 's-middags te be zorgen aan het Bureau «Maas en Peel" te Venray. Frauki'ijlts huidige toestand moge ons niet onverschillig laten. Aange nomen dat de republiek wel niet »hals over kop" ten gronde gaat, maar er schijnt geen twijfel moer aan hare teringinekte. Thiers heeft verklaard: de republiek zal conservatief zijn, of kan niet bestaan. Deze vermaning lu-eft men in den wind geslagen. On der Mac-Mahon w as de republiek con servatief en daarom ook terughoudend en voorzichtig omtrent de naburen. Met den val van Mac-Mahon kwam aanstonds verandering. lint zwaartepunt helde steeds meer cn moer over naar 't repttblikeinsch regement naarlinksch. Het door denkend linker centrum moest de macht overgeven aan de opportunistische Gam- bettisien; dozen zeiven moesten na het plotseling heengaan huns aanvoerders, de macht op hunne beurt met de meer naar links staande groepen deelen en daarop volgden de radicalen, die thans het roer van den staat in handen hebben. Op eene glibberige, steile baan kan men niet vast staan. Dit gevoelt het Fransche tolk zeer wel, de hoop op beterschap heeft het op gegeven, van de republiek verwacht het niets goeds meer. De republiek heeft zich den kuil waarin zij zinken gaat, zelve gegra- 1. Omstreeks bet jaar 1845 woonde te Parijs «en jonge schilder, Frederik Lambert ge naamd. Hij leefde zeer soher, doch met weinig tevreden, in eene van die stille wijken, welke de kunstenaars, die zich geheel eu al op hunne kunst toeleggen, by voorkeur tot hunne woonplaats uitkiezen. Hij was vijf en twintig jaren oud, had een schrandere geest, een fior, doeh rechtschapen hart en, hetgeen zeer zeld zaam is, meer talent dan hij zelf vermoedde. Alen kon liera niet zien, zouder hem lief te hebben, zonder zich onwederstnnnbaar tot hem aangetrokken te voelen. Hij verheugde zich in de vorderingen en don voorspoed zijner vrienden, zonder in het minste daarover op hen wangunstig te zijn. Hij stelde zyn ver trouwen op de toekomst en ofschoon hij nog geeue kapellen te schilderen had, of veldsla gen op het doek moest afmalen voor het museum van Versailles, zoo beklaagde hy zich echter niet over de onbtllyklioid en partydig- heid zijner tydgeuooten en meende niet, dat hij miskend word. Zyn gehoel leven was ge wijd aan den arbeid. Eenige der door hem vervaardigde portretten huuden op do tentoon stelling do opmerkzaamheid getrokken, van af dat tijdstip had hy eenige bestellingen ge kregen, welker opbrengst hem in staat stelde, ven. Zij groef haar door de brutale vervolging van al degenen, die er niet zoo over denken als zij. Niets was haar heilig, dat de heerschende kliek in den weg stond. De liberale staatsgrondwetten trapte zij met voeten door de afzetting der conservatieve rechters en de vertegenwoordiging van t recht; de kerkelijke vrijheid door verdrijving en bespotting der klooster lingen; de vrijheid van onderwijs door het sluiten der godsdienstige scholen. In plaats van dit, begunstigde men met t oog op den godsdienst het on- noozelste atheism us, met 't oog op de politiek het baatzuchtig streven, in de finantiëele kwestien de verkwisting der staatsgelden in ongezonde kolo niale avonturen, terwijl men te zelfder tijd het volk ten platten lande sedert jaren door veiwaarloozing des akkerbouws voor het hoofd stiet. Aldus moest de verbittering in alle klassen des volks toenemen en ten slotte overgaan lot vertwijfeling. Hier bij komt nog dat men dag in, dag uit het gansche land met blooten ooge dc tweedrachten en splitsing van't republicanisms, de verschenkingen der ordelinteii liet zien, de wraakzucht tegen Duitschland niet beteugelt en waarlijk voedt. Hier komt nog al weer bij de zucht dei- republikeinen, die reeds bij de laatste verkiezing den grond onder hunne voeten meenden te zien zinken, om de Orleanisten uit 't land te verbannen, hoewel dezen in het buitenland zeker meer gevaarlijk moesten worden. Met 't oog op de voortdurende afwisseling der kabinet ten eu de daardoor ontstane verzwak king van Frankrijk naar buiten, zagen de maunen der bloedige weerwraak om van tijd toe tijd eenig geld over te maken aan zijne moeder en zijne zuster, welke in een stil landstadje vau een klein inkomen leefden. Hij wist, dat zijne zuster in den aanstaanden herfst met een braaf en vlijtig jongeling in den echt zou treden, dien zij reeds verscheidene jaren kende, doch die even arm was als zij; hij besloot voor haar een bruidschat bijeen te brengen, welke haar in staat zou stellen om te huwen, zonder vooreerst voor gebrek be hoeven te vreezen. Sedert langen tijd had hij buitendien reeds liet voornemen gekoesterd, om een tochtje door Frankrijk te doen, met den reiszak op den rug, en door middel van zijne p.det nachtverblijf en voeding vergoe dende, blijmoedig van oord tot oord, van stad tot stad trekkende, zich hier en daar in de stroken, die hem liet meest zouden bevallen, eenigen tijd ophoudende en zijne kunst ten dienste te stellen van allen, die de edele zucht koesteren hunne trekken aan de nageslachten achter te laten. Op zekeren schoenen April morgen begaf hij zich blijmoedig op weg. Na verloop vau weinige maanden had hij reeds een aardig sommetje overgelegd. Do Voorzienigheid scheen zijne liefderijke en vrome onderneming bijzonder te zegenon. Overal, waar hy doortrok, boden de modellen zich in menigte aan; zyn innetueud uiterlijk en zijn talent verschafte hem alom den toe gang. Do provinciën Touraitie, Poitou en Limousin betaalden hoin hunne schatting; edelen en boeren betwistten elkander de eer, om voor hem te zitten. De vreemdsoortigste gezichten schi ïkteu hem niet af; hij dacht aan zijne zuster, welke hij daardoor ging verrij ken en terwijl hij op het doek eene of andere het uitzicht op eéu gunstigen oorlog met Duitschland onder het republi- keinsch bestier varen Zij willen echter hunne weerwraak hebben en daarom werpen zij zich om den hals van hem, die ze hun belooft alias Boulanger. Ziedaar de zaken, de grondige re den, die Boulanger, die zonder verleden roem en bekwaamheden is, uit het niet op de hoogte getild hebben, waarop hij thans bij de meeste Fran- schen schijnt te staan. De republikei nen, 't zij tot hunne schande gezegd, hebben deze slang zeiven aan den boezem gekoesterd. Zij doorblikten hem, doch waagden het niet hem te verpletteren, toen het nog tijd was. Hadden zij hunne f uten trachten te ver beteren om daard «or zijne plannen te voorkomen, ware veel beter geweest, maar zij toonden zich onverbeterlijk. Nu is hen dc man boven het hoofd gewassen en hoe me t men zich tegen hem opzet, te meer ijgt hij in aan zien. i De republikeinen hebben zich ook in hunne eigen garens verward. De «lijstverkiezing" zou hunne heerschap pij vereeuwigen en daarom werd deze de plaatsvervangster der »distrikt-ver- kiezingen". En nu is. o ironie des lots, deze zelfde «lijstverkiezing" de ladder, waarlangs Boulanger naar den poli- tieken horizon van Frankrijk stijgt. Nu trachten de republikeinen het bijster geworden spoor weder te betreden en met 268 stemmen tegen 222 heeft Floquet het er toch doorgehaald. Voor hoelang? weten wij niet. 't Is in alle geval eene dure behaalde overwinning. Maar zal dit alles redding brengen? Wij gelooven het maar even, want dc ontevredenheid is zoo diep in de repu- vuuroode tronie of een uiterst doin of afzich telijk gelaat overgebracht, verbeelde hy zich een jong, blozend gelaat voor zich te zien, dat hem vriendelijk lachende, dankte. Dank zij de treffende gelijkenis hij verwierf ieders goedkeuring. Zoodra hij in een kasteel eenig portret had afgewerkt, onderwiei-p hij het zonder schroom aan de beoordeeling der liuis- genooten en bedienden, en de gelijkenis was zoo sprekeDd, dat van af de kalkoenenhoedster tot aan den kamerdienaar des barons, allen van bewondering opgetogen waren. Dit was nog met alles; zijne gesprekken waren zoo boeyend en onderhoudend, er straalde zoo veel geest en scherpzinnigheid in door, dat zijne gastheeren hem niet dan ongaarne zagen vertrekken. Naar hem luisterende vergat de burgvrouw het feuilleton van hare courant te lezen, de kapelaan was verstrooid bij zijne whistparty en mijn lieerde edelman verklaar de gulhartig aan den onderwijzer van zijn zoon, dat in Frankrijk na de edellieden alleen do artisten vernuft en geest bezaten. Als Frederik dan toch eindelijk, doof voor alle aanzoeken, het kasteel verliet met den breed- geranden, grijzen hoed op het hoofJ, een fluweelen wambuis en broek aan, de das losjes om het omliggende halskraagje geslagen, zijn valies, waarop zijne schilderdoos, -ezel, para sol en driepootig vouwstoeltje waren vastge bonden, aan eenen stok op den rug dragende, dan oogden zoo wel heer als bedienden den vrolijken, opgermmdeu gast met leedwezen na, tot kromming van den weg hem aan hunne blikken onttrok. Kortom, hij speculeerde met zulk een gunstig gevolg op de ijdclheid, dat tegen het einde der ma«\nd Augustus zijn gor- blikeinsche klassen doorgedrongen, dat Boulanger steeds met roem gekozen wordt. Het is niet onmogelijk, dat de nieuwe Kamer met eene meerderheid komt, die op wettige grondslagen de republiek dood doemt. Maar wat dan Voila l'atfaire dat is de groote kwestie. Zal Boulanger zich als Dic tator evenals een Napoleon 1 III laten uitroepen, of met geweld begin nen? Zal hem de armee het leger steunen? Of zullen de Orleanisten Boulanger op zijde schuiven en naai de teugels van het bewind grijpen? Ziedaar vele vragen. Een antwoord er op te geven, is niet mogelijk, want op Frankrijk valt niet te rekenen. Slotsom Is Frankrijk nu eene groote natie? Die het weet moge het zeg gen. Wij zeggen vooralsnog niets. Joor de Tijd gegeven van de vergade ring van den Zuid-Noord-Hollandschen Bond, schrijft het Centrum »Hel voor ons onbegrijpelijke feit, dat de Tijddc Maasbode en de Zuid- Hollander min of meer uitvoerige vei- slagen der vergadering van den Zuid- Noordhollandschen Bond behelsden, niettegenstaande het herhaald verzoek van den voorzitter, Mr. Bahlmann, om dit niet te doen, is ons slechts weinig meer begrijpelijk geworden, nu wij van ofücieuse ^en natuurlijk zeer goed ingelichte) zijde vernamen, wat daar de reden van is. De zaak zou zich toch als volgt hebben toegedragen. Het Bestuur van den Piovincialen Bond voor R. K. Kiesvereenigingen del in zoo verre gevuld was, dat hij zijne taak als volbracht kon beschouwen. In de eerste dagen van September kwam hij bij zijne moeder. Houd uw voorschoot op, sprak hij tot zijne zuster, na haar eerst hartelijk omhelsd te hebben. Dit zeggende nam hij den met goud gevul- den gordel eu ledigde dien geheel in het voor schoot vau het verheugde meisje. Men kan zich geen denkbeeld vormen van de blijdschap der jonge bruid. Eene som toch van een p>ar dui3t*nd kioonen, welke voor een in weelde opgevoed meisje ter naauwernood toereikende is, om zich eene bruidskorf te kuopen, maakt voor een meisje ten platten lande een grootcn rijkdom uit cn stelt haar in staat het huishou den op een ruimen voet in te richten. Nadat hij de inzegening van hot huwelijk zijner zuster, dat een paar dagen na zijne aan komst voltrokken werd, had bijgewoond, eu hij zijne reeds bejaarde, door hem vurig be minde moeder eenige dagen geschonken en in het bijzijn der jonggehuwden had gesleten begaf Frederik zich weder op weg, vergezeld van de zegeuwciiSclien der'zijnen en in zijn gevoelig hart de hem mier ing aan zijne moe der eu aan het geluk der beide echtelingen, waartoe hij zoo ruimschoots had bijgedragen, medevoerende. Zouder nog te gewagen van do eigenaardige droefgeestigheid, welke zich, bij het afscheid nemen, van het hart moester maakt, was dat oogenblik buitendien voor hem niet zonder bitterheid. Door het stille, huiselijke geluk, dat hij eenige dagen gesmaakt had, te vergelijken met de eenzaam heid, welke hem te Parijs wachtte, kon hij in Noord- en Zuid-Holland heeft op het einde der vergadering verlof gegeven, om de aangenomen motie met dc daar voor en daartegen uitgebrachte stem men openbaar te maken. Wij hebben van dit verlof niets vernomen, ofschoon wij aandachtig do vergadering tot het einde toe hebben bijgewoond. Wij willen echter gaarne deze verklaring voor de waarheid aannemen De Tijdde Maasbode en de Zuid- Hollander hebben echter meer dan do aangenomen motie met de daarvoor en daartegen uitgebrachte stemmen mede gedeeld. Daar wij de door liet Bestuur van den Bond in elk geval beloofde medcdeelingen niet ontvangen hebben, achten wij ons om der waarheidswillo gerechtigd eu verplicht, datgene medo te deelen, wat ons in die medcdeelin gen onjuist of onvolledig voorkomt. Genoemde drie bladen deelen mede, dat de motie aangenomen werd met 20 van de 31 uitgebrachte stemmen, eij de Tijd voegt bij d«;z<: medodeelin? het volgende: «De legen stemmende afdcelingen waren niet voor persoonlijker» dienst plicht; ook zij verlangden manifestatie, doch hadden alleen een eenigszins ge wijzigde redactie der aangenomen mo tie gewensebt." Volgens onze aanteekeningen werden er 30 stemmen over de motie des Bestuurs uitgebracht, waarvan vóór: de leden des Bestuurs ten getale -an 5 en 14 afgevaardigden van kiesver eenigingen. Onder deze afgevaardig den bevonden zich die der Amster- damsche kiesvereniging Rechten Orde welke vereenrging, zooals wij reeds vermeld hebben, geen beslissing om trent de door dezo afgevaardigden aan eono opwelling van treurigheid niet onder drukken. Hot geluk zynor zuster was zijno zoetste belooning eu toch was dw voldoening, welke hy daarover smaakte, in den beginno niet in staat zijne sombere stemming te ver drijven. Langzamerhand week die treurigheid echter door liet zien dor schoone natuurtooneeleu, welke zich aan zijn oog voordoden. Het jaar getijde was nog schoon; .»m naar Parijs terug te keeren, moest Frederik een der schilder achtigste oorden van Frankrijk doortrekken. Nauwelijks had hij den grond der voormalige provincie Maictie betreden, of hij werd getroffen door den aanblik van hqt heerlijke landschap, dat zich aan zijne oogen vertoonde. Nergeus had hij zulk eene heldere rivier, zulko frissehe valleijen, zulko onderling verschil lende gezichtspunten aangetroffen. De boschjes en heuvelen prijkten met al den luister van den herfst; de vogelen deden hun gezang tn de struiken liooron, terwijl het kwikstaartje langs do kanten der sloten en kleine moertjes trippelde, om zijn aas te zoeken. Frederik. wilde deze streken met verlaten, «ouder in zijn toeken ulburn eene blijvende herinnerin hiervan mede te nemen. Zonder bepaald doel zijne reis voortzettende, overnachtte hij, na bijna den geheolen dug met teekenen doorge bracht en zijn middagmaal jr.ot brood gedaan te hebben, dan eens in «ene hoeve, dan weder in oeue dorpsherberg; overal viel hem, dpnk zijne jeugd ell vriendelijkheid, het gulste ont haal te beurt. Een liefhebber van de natuur en do kunst zijnde, vond hij in deze zwervende levenswijze een behagen, .welke allo jeugdige harten gemakkelijk kunueu begrijpcu eu hem

Peel en Maas | 1889 | | pagina 1