LIEFDE EN PLICHT. ZATERDAG JANUARI 1889 TiEXDK i.-A'CGANX'. Uitgevef W. VAX DE.\ MUXtiiiOF-Sasscn. Deze Courant verschijnt) iederen Z i terdag. Henry ML Stanley. N.M. den Ie Dinsdag. fttasacfi «fier ^3ïqoib« 9e Woensdag. V.M. 17® Donderdag. L.K.- 31e Donderda: Si S3n«l 28 J n. op 8.10. S.S, 8.: <3 es* Kon. 7.30: v in.; onJor t.: ■4.13. 1.2S, 4.5') n/ra Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland 85 C- afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Advertentiën: ran 15 regels 30 e. elKe regel moer G c. groote letters en vignetten naar piaatsrnimte. Advertentien, 3maal geplaatst, worden 3maal berekend J?, dvertentiën of Ingezonden A Stukken gelieve men Vrijdag ®®vóór 2 uur 's-middags te be zorgen aan het Bureau «Maas en Peel" te Venray. Er gaat wel geon dag voorbij, zon der dat {men lioort vragen: waar is Stanley? bor.h wij vragen: wie is Stanley? Wij zullen dit in 't kort verbalen. In 't jaar 18-10 werd op een dorpje in Engeland uit doodarme ouders een knaapje geboren, welks naam was James Rowland. Op driejarigen leeftijd verloor hij zijn vader en moedor, doch vond een onderkomen in 't armhuis, waar hij eeue uitmuntende opvoeding genoot en tot zijn vijftiende jaar bleef. Aanvankelijk was zijn plan zich aan't onderwijs der jeugd to wijden, doch weldra bleek, dat de knaap hiertoe c .VA-f wr-r>i. TI li vn»:\" n't als kajuitjongen naar New-i'örk'en kwam daar in dienst van een koopman, Stanley genaamd. De vlugge knaap verwierf zoo de genegenheid zijns meesters, dat deze hom als zoon aan nam. James veranderde nu van naam en noemde zich sedert Hcnry Moreland Staidev. Zijn pleegvader kwam om streeks 1864 te sterven en nu trad Stanley in den zeedienst en maakte den Amerikaanschen burgeroorlog mede. Na afloop van dezen krijg trad hij als verslaggever in dienst van den »New-York HeralJ", een veel gelezen Amerikaanse!) dagblad, en vergezelde in 1868 als zoodanig het Engelsche leger in Abyssinië. Feuilleton. 10. Toen do laatste toon verstorven was, zeido hij, terwijl hij Sara de hand drukte-O, welk eene vreugde verschaftet gij mij door dit lied, Sara; ik waande mij weder in de rozige dagen onzer kindsheid. Wie toch steeds kind konde blijven, de toenemende jaren veranderen zoo veel in onze verhoudin gen en inzichten Sara antwoordde met een zoeten lach -Ik wist dat dit lied u genoegen zou doen. Max*, zeker, toen was het een heerlijke lijd, wij kinderen waren één hart en ééne ziel. Her innert gij u nog de sehoone passage uit de H. Schrift, waar eene dochter onzes volks tot hare schoonmoeder zcide: -Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God Destijds zeido het Carola en nu zeg ik het: «Waarom zou den wij eenmaal niet hetzelfde zeggen?" Zij zweeg en in hare. blikken lag de uit drukking eener tcedere bede; Max echter was het to moede, als opende zich plotseling een diepe afgrond voor zijne voetenhij drukte, wat hij nog nooit gedaan had, een vurigen kus op Sara's blanke hand en ijlde heen naar het station, alwaar hem in het eerst volgend uur de trein naar zijne woon plaats terugvoerde. Sara gevoelde zich zoo gelukkig, als zij Met groote koelbloedigheid stelde hij zich aan het grootste gevaar bloot. Juist om dezen tijd maakte men zio.h grootelijks ongerust over den beroem den reiziger, Dr. Livingstone, en nu besloot de eigenaar van den New- York Herald" pogingen in 't werk te stellen om den dokter op te sporen. Hij meende in Stanley den man te hebben, die voor deze taak berekend was. In April IS71 verliet Stanley Zan zibar, op de Oostkust van Afrika gele gen, aan 't hoofd van 200 uitstekend gewapende mannen, en na ongelofe lijke moeiclijkheden te hebben over wonnen, vond hij op den 28oa October Dr. Livingstone te Oedschitschi, in den wanhopigsten toestand. Stanley kwam in 1872 terug en gaf verslag van zijne reis in een bock: «Hoe ik Livingstone vond." 1874 hervatte Stanley zijne reizen, hiertoe in slaat gesteld door James Gordon Bennet Jr., eigenaar van den ~'AVy J-?r ■-Xj.'V naar van den Lohctenschen «Daily Telegraph". Aan 't hoofd van 356 man trok hij 17 November 1874 het zwarte werelddeel op nieuw in en bereikte 1 Maart 1875 het Victoria- Nyanza-meer, de voornaamste bron van den Nijl. Na alhier geruimen lijd vertoefd en vele ontdekkingstochten gedaan te heb ben, trok Stanley 25 Augustus 1876 met lo4 man eü onder geleide van den Arabier Tippóe Tib met 400 man westwaarts. Hij baande zich onder tallooze gevaren en moeilijkhe den een weg, nu eens geweld gebrui kende tegenover de inboorlingen, dan weder met overreding handelende, doch nog nooit geweest was; ach. zij dacht er in de verste verte niet aan, welk eene bittere smart haar binnen weinige dagen te wachten stond. Als in een droom keerde Max in zijne woning terug en sloot zich iji zijn studeer vertrek op. Het was oen harde strijd, dio hij daar. afgescheiden ran elk raenschelijk wezen, ie strijden had. Sara's woorden had den hem plotseling de oogen geopend. Eene onnoembare zaligheid vervulde hem bij de be dachte, dat Sara hem beminde en dat zij, zoo als hare laatste woorden bet genoegzaam te kennen gaven, bereid was, mot hem hetzelfde geloof te belijden. De vurigste wenscli zijns harten weid daardoor vervuldhoe heerlijk zou zich Sara's karakter ontwikkelen, als het door den godsdienst tot alle goed en alle schoonheid bezield werd. Doch nu ontstond er een twijfel, die al zijne droomen van liefde en geluk vernietigde Was het eene diepe en innige overtuiging of slechts de liefde voor hem, v elke Sara aanleiding gaf van geloof te veranderen? vioeg bij zich af. Hot antwoord viel niet bevredigend uit. Max was een trouw en ijverig Katholiek, die met, een streng ge weten zijn doen en larpn naar Gods inzichten inrichtte en daaraan vasthield, I)at hij Sara beminde, van ganscher harte beminde, was waar en geen kwaad, maar het streed tegen de door God ingestelde wereld orde. Het verheugde hem zeer, dat zij Katholiek wilde worden, doch zij moest het uit overtuiging doen en niet uit liefde tot liem. In zooverre hij haar van nabij kende, moest dit laatste het geval zijn. Dit moest en mocht echter onder geene voorwaarden altijd op zijne hoede. Den 5cn November 1876 kwam hij aan eene groote rivilr, waarvan hij vermoedde, dat hel A Kongo zou zijn en die hij de Livingstone noemde. Dc 36 voet lange boot Princes Alice, die uit elk? genomen de geheele reis was gedr.'en, werd ineen gezet, en gevolgd or 23 kano's dreef Stanley met 1 io/nan stroom afwaarts. Niet on ge jord evenwel, want woldra werd j door woeste menscheneters ondor u afgrijselijk geschreeuw aangeva Niet minder dan ben Stanley en de zi- staan, altijd tegen overmacht en ook d vijandig. Den u' derden zij den ejérst, zoogenaamde Stanley der een hagelbui vak moest men landen, drijven en. dan ncj door het woud u. ge vechten heb- - n moeten door- me ontzaglijke droom was hun i'iari 1877 na- 'ii de reeks der Kleiwallen. On- peren en pijlen wilden terug- en weg hakken vaartuigen er A t,- vv'é'ken zij 'na et'ïi*'"111";!' i n i Jagen om den eersten waterval heen, doch nauwelijks waren zij weder in den stroom of ze hoorden op nieuw het gedruisch der wateren, en deze arbeid moest zeven maal herhaald worden. Den 28pn Januari 1877 was de ze vende of laatste Stanley-waterval ge lukkig overwonnen. De strijd met klippen en riffen hield nu op, maai de gevechten met de wilden kwamen telkens weder. Het is geen wonder, dat deze be stendige aanvallen van onbekende stam men, die alle moeite om hen door geschenken vreedzaam te stemmen, met vijandelijkheden; beantwoordden. gebeuren; hij beminde haar te zeer, om haar eeuwig geluk voor een kort eu vergankelijk geluk op het spel te zeilen. De strijd, dien hij in de eenzaamheid met zich zeiven streed, was bitter en lievig. Zonder eenige verkla ring moest hij zich het zoete geluk, dat hem binnenkort te wachten stond, mogelijk voor immer ontzeggen, doel plicht en geweten eischten het offer en öjt gaf den doorslag; hij kwam als overwinnaar uit den strijd. Twee weken later (lobberde op de haren van den stillen Oceaat een schip naar de Nieuwe Wereld. Op het dek stond Max Helmbuseh en zag mei stillen weemoed liet vaderland voor zijne blif.icn verdwijnen, mo gelijk zag hij de dierbar: plek nooit weder en vond bij in den vreeijde een eenzaam graf. Hij bad daar ginder in'eene Duifsclie kolonie eene betrekking als geineslieer aangenomen. Toen Sara dil bei id tl vernam, was bij reeds op de plants zijnL bestemming aange land. In den beginne meende zij dat men hot uit scherts gezegd Gad; doch door onrust aangedreven; ijlde zij j.J< t den eersten snel trein naar Berlijn, om .zich persoonlijk van do ougelcololijke daad.jmk te overtuigen. Terwijl hot stoom paai fl in razende vlucht daarheen snorde verdween haar angst en zij zcide: «Neen, het k:.i I niet zijn, hoe zou Max na het laatste afjeheid aldus hebben kunnen handelen! Doch het ongeloofelij was vertrokken, zonden of eenige opheldering laten. Haar hart krotr ineen, toen zij aan de waarheid twijfelen kon. van het Zij spral was waar. Max n regel ten afscheid ■or baar achter te gebeurde niet meer geen woord, maar dc reizigers afmatten en verbitterden. Den F" Februari werden ze weder opgeschrikt d< oY eene schaar kleide kano's. Door geweerschoten verjaagd, naderden ze telkens op nieuw. Daar gaat plotseling een wild gejuich op onder de aanvallers. Op eene brecde zij-iivier vertoont zich weldra een schouwspel aan Stanley en de zijnen, dat dezen door dagelijksclie gevaren gestaalde mannen 't bloed met koorts achtige gejaagdheid door de aderen snelt. Niet minder dan 54 groote kano's komen aanroeien. Eene ver bazend groote, door 80 roeiers voort bewogen, vaart aan 't hoofd. Voorop staan 10 uitgelezen jonge mannen, 't hoofd prachtig met roode en grauwe papegaaiveeren getooid. Honderd ivo ren bazuinen weerklinken van deze vloot, door duizend menscbenkelen met woest gegil overschreeuwd. Stanley laat den vijand dicht nade ren en hierop kraken gedurende vijf minuten onophoudelijk salvo's uit de geweren. De vijand trekt terug. Tei- stüTfrt geert inaA..J UCF.'r* .-.£ .-.W ocver aan te houden; hij springt met de zijnen aan land en jaagt de vluch tende kannibalen na, die zelfs hunne woonplaatsen in den steek laten. Stanley's dapperen hebben thans wel een buitenkansje verdiend; hij geeft hun verlof zooveel ivoor mede te nemen als ze kunnen dragen. Dit was de 28ste verwoede kamp met de wilden; geer. 30 man waren nog geheel ongekwetst gebleven. Onder afwisselende gevechten voer men voort; op den 9d*n Maart werd het 32ste dat gelukkig het laatste was. geleverd. Doch kort hierop kwam men opniew aan watervallen. De in baar doodsbleek gelaat vei ried genoeg hoe zeer zij leed. Zonder oponthoud reisde zij weder naar Frankfort. Daar in haar stille vertrek, door niemand gezien, gaf zij zich aan de hartstochtelijkste drocfhei-J over. Zii verborg haar gelaat in liet zachte kussen van haar rustbed en snikte luid. De man. dien Sara voor alle anderen op hot altaar haars harten geplaatst had, ver liet haar zonder een woord van afscheid; had zij dit. wel verdiend? Haar hoogmoed steigerde geweldig; wat hielp haar nu al de rijkdom, wat de bewondering der me nigte tegenover zulk eeno vernedering. Hoe eenzaam en verlaten gevoelde zij zich thans. Voor de eerste maal sedert vele jaren, riep zij smartvol.-Goede, lieve vader, dat gij ook zoo vroeg gingt sterven: inocljt gij eens we ten, wat uw arm kind thans lijdt?" Hare smart was nog des te grootcr, omdat zij niemand bezat, aan wicii zij haar hartelced kon toevertrouwen, liet gevolg ervan was, dat ten slotte het lichaam bezweek en zij in eene lange en gevaarvolle ziekte viel. Toen zij eindelijk genezen was en bare gewone leveuswijze weder kou hervatten, was zij geheel anders geworden zij had het geloof aan de menschen verloren, omdat zij niet bevroedde, dat het de heldhaftige liefde van een Christen was, die Max uit hare nabijheid deed vluchten. Wijl haar nu liet eenzaam leven verveelde en Max voor haar verloren w. s, was het haar geheel onverschillig, aan wicn zij de hand reikte; de liefde was voor immer dood in haar harte. En toen nu Daniël Frank, een rijk koopman cn een van hare geloofs- boorlingcu. nog al van vrcedznmcn aard, deelden Stanley mee, dat er drie waren, doch later bleek, dat er twee en dertig waren. Bij een dezer watervallen verdronk ook Stanley's getrouwe dienaar Kaloeloc. Bij een andere verdronk Stanley's laatste Ku- ropeesche metgezel. Frank Pocock, terwijl hij een paar dagen later zelf bijna om 't leven kwam. Eindelijk bereikten de reizigers op den S'n Augustus 1877 Emboma, aan den moiid der rivier gelegen. Stanley bracht zijne getrouwe gezellen zelf met eene stoomboot naar hun land terug en den 26'" November 1877 liepen ze te Zanzibar binnen. 13 Dec. namen ze een laatste afscheid van den «witten inau", wien zo met zoo groolo trouw gediend hadden. In 1878 in Engeland teruggekomen, deelde hij zijne belangrijke ontdekkin gen mede in een werk: «Door het zwarte werelddeel". In een Engelsch aardrijkskundig- tijdschrift werd met zeer veel lof over dezen tocht gesproken en eindigde de schrijver aülus «ttoi voufëgc.. taal is van 't hoogste belang voor de aardrijkskundige wetenschap en plaatst Stanley in den eersten rang onder de ontdekkes van Afrika". Of Stanley nog in leven is? Wij hopen het, doch de daaromtrent be scheiden loopen zoo breedvoerig uit een, dat men omtrent die zekerheid voorals nog het bepaalde stilzwijgen dient te bewaren. Volgens de laalsto berichten leeft Stanley nog cn wist hij eens hoe in Europa om zijp. dood pen eu woord zich uitten, voorwaar bij zijn wederkomst in 't moederland zou hij groote oogen opzetten. Hoe liet zij genoote». baar ijverig het hof maakte, gaf zij hem, zonder zich Lang te bezinnen, bet jawoord, toen iiy om hare band vroeg. In de oogen der wereld was deze verbintenis cenc glansrijke en men benijdde bet jonge echtpaar, dat de wittebroodsweken oj> den klassieken bodem van Italië ging door brengen. VI. In de nabijheid van Wiesbaden ligt to mid den der prachtige tuinen de bekoorlijke villa Diana. Daar ontmoeten wij Sara. omgeven van alle gemakken des levens. Zij zat op een lagen stoel cn houdt een teer, lief kindje op den schoot, dat liefkozend de armpjes naar haar uitstrekt. Zij is nog steeds schoon, doch op baar marmer bleek gelaat liggen donkere schnduwtrekken en ter ugs toot end e koelbloe digheid en hoewel zij alles bezit, wat de wereld als een voorwaarde van geluk be schouwt, gevoelt zij zich toch niet gelukkig. Na de grootste smarte haars levens, had zij in een soort van bedwelming een onbeminde m?n dc hand gereikt, eu droeg nu den zwaarste» last der ketenen, die zij zich zei ven gesmeed had. Slech's het onschuldig lachje haai» kinds schonk baar bij wijlen een genoeglijk oogenblik. Haar gemaal was een dier oppervlakkige wezens, die slechts om 't genot des oogen- büks, leven cn geene lioogcre belangen kennen. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1889 | | pagina 1