LIEFDE EN PLICHT. Wij herinneren ZATERDAG 3 NOVEMBER 1888. NEG ENDE JAAUGANG Uitgever: W. VAN DEN Mt'XCKHOF-Sasscii. Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag avond. Feuilleton. No. Stand der ^Saaai. N.M. den 5" Vrijdag. E K. 12e Vrijdag. V.M. 2ü6 Zaterdag. L.K. 28e Zondag. 5, IC, 1G. 22, 28 Oct. op G.OS, G.D Abonnementsprijs per voor Venray franco per post voor het buitenland afzonderlijke nummers kwartaal 50 c. 65 e. 85 c. 6 c. Stand der Zon. ö.2>, 0.37, 0.18; v in.; onder 5.22, 5.17, 5.0-1. 4.51. 4.39 n/m. Prijs der A.dverlentiën: Tan 15 regels 30 c. elke regel meer 0 c. groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 2tnaai berekend. Ingezonden Stukken of ^Advertentien gelieve men Vrijdag vóór 2 uur 's- middags te bezorgen aan het Bureau »Maas en Peel" Venray. onze geachte abonné's aan de door ons gemaakte bepalingen, dat zij gedurende ieder kwartaal een ad vertentie van 10 regels, voor slechts TWEE CENT per regel, en zij, die behoefte aan werk hebben, kosteloos hunne aanbie dingen of aanvrage om werk in ons blad kunnen plaatsen. Tevens verzoeken wij beloefd duidelijk naam en woonplaats op te geven. Hoe fonkelen de oogen dei- kinde ren, wanneer de moeder voor hare kleinen, uit lichte kaarten prachtige paleizen bouwt. »Nog één verdieping hooger!" roepen zij uit, en volgen met kloppend hart de bewegingen der moeder, die do meest mogelijke voorzichtigheid in acht neemt, om den lichten eu luchtigen houw steeds hooger op te voeren. Eéne enkele beweging één enkele ademtocht en het heerlijk gebouw, 't welk met zulk een onverdeelde aandacht dooi de lievelingen gadegeslagen en be wonderd werd, ligt in puinhopen. «•Ach hoe jammer, nu is 't omgeval len!" klagen de kinderen, maar de moeder troost, want kaartenhuisjes zijn toch zoo spoedig opgebouwd eu vernietigd. Wij groote men- schen lachen over het spel der kin- Hiertoe was echter weinig vooruitzicht, want Nathanson was een geheel buitenge woon menschenkindbij rekende niet op dankbaarheid, en drong er ook niet op aan. Hij had Ilelmbusch alleen de som voorgescho ten, wijl hij wist, dat hij met. een verstandig en rechtschapen man te doen had. En hij had zich niet bedrogen, integendeel, hij was er zeer tevreden over, terneer, omdat hij nu ondervond, dat er toch nog eeilijke menschen in de wereld waren. Later dacht hij er njet nicer over na. Toen nu echter eene langdurige ziekte zijn lichaam meer en meer uitputte en verzwakte en hem op het ziekbed kluisterde, was het de groote bezorgdheid om zijn eenig kind, die hem aan Herman Ilelmbusch herinnerde. Ilelmbusch alléfin was het, onder al zijne bekenden en vrienden, aan wien hij do zorg voor zijn kind kon overdragen. Hetgeen hy anders nooit zou gedaan hebben, jij de zorg van zijn vaderhart herinnerde hij zich aan de dankbaarheid van Herman, oo nam nu het besluit zijn verlangen aan hem iqede te /Joelen. Met angstige spanning berekende hij den tijd tot zijne mogelijke aankomstwant dat l/ij zou komen, daaraau tvyijtelde h'j "iet bet deren en over hun leedgevoel, wanneer de zwakke fundamenten der kaarten huisjes zoo plotseling ineen storten. Maar - hebben we allen niet reeds kaartenhuisjes gebouwd De een huwt eene rijke vrouw en meent daarmee den bouw van zijn levensgeluk onder dak gebracht te hebben na weinige jaren, soms nog wel eerder, komt hij tot de treurige overtuiging, dat zijn droom van rijkdom en geluk een kaartenhuis is geweest. Zijne vrouw heeft hem slechts ellendig niet eens rijk, laat staan gelukkig gemaakt. Ken ander jaagt naar eer en roem. Hij wil een man, een groot man worden, wiens naam ontsterfeiijk is, en aan het einde zijns levens moet hij bekennen, dat al zijne droomen van roem en onsterfelijkheid kaartenhuisjes waren. Een derde bouwi op do trouw van een vriend, van eene innig liefhebbende gade, op de schoonste verwachtingen van een beminden zoon of eener liefde volle dochter... ach! slechts kaar tenhuisjesniets dan kaartenhuisjes Een man, die zich door zijn rang en stand in de maatschappij ten taak had gesteld, om door opotfering van tijd, kracht en geld, de algemee- ne belangen te bevorderen, en werk zaam te zijn voor het geluk van anderen, komt eindelijk tot de over tuiging, dat zijne edele pogingen om het maatschappelijk kwaad, waartoe hij strijd voerde, uit te roeien, schip breuk leden en afstieten op de bijna geheimzinnige tegenwerking van ellen- digen, die zich tegen alles verzetten wat goed en edel is, omdat daarmee hun rampzalig bestaan vernietigd, hunne schandelijke daden aan het minste. Maar eene andere vrees maakte zich van hem meester eu deed hem de handen vol vertwijfeling ten hemel slaan, terwijl hij zuchtte: «God, Rechtvaardige, houd op en snijd den draad mijns levens met af, alvorens ik de toekomst van mijn kind verzekerd heb II. JNTa (Jen dag in de grootste werkzaamheid te hebben doorgebracht, verliet Ilelmbusch zijn kantoor, om den avond in den gezellige» kring zijner familie door te brengen, Het was een behagelïjk en gezellig vertrok, waar in wij allen hier vergaderd vinden een beeld van het zuiverste en vreedzaamste familie leven, zoo als men het kan aantreffen, daar, waar de christelijke grondbeginselen de steun vau het ware gefi/k uitmaken. Afgemat (foor do zorgen eu beslommeringen van den dag rust do vader vergenoegd ju den gemakkelijken leuningstoel uit eu bliki ter zijde naar zijne teedere eu steeds bloeiende echtgenoote, die, als naar gewoonte, de thee opdraagt, wanneer er geoue vreemde gasten tegenwoordig zijn. De twaalfjarige Max, een vroolijke ep drollige knaap, is ijverig bezig om deij toe luisterenden vft.der eene proeve van zijne kennis in de geschieden/s te geven, terwijl de kleine Carola zich liefkozend aan zij no zijde plaatst en hem met ernstige en opene oogen teederlijk aanstaart. Deze korte avond stonden zijn liet glanspunt van den geheelen dag, want nu behoort de bankier geheel en onverdeeld aan zijne dierbaren, terwijl bet pyerige gedeelte yan den dag meereiideels daglicht zouden gebracht worden. Is het wonder dat de man, die het zoo goed meende met do menschen, die zich zooveel om de goede zaak, die hij voorstond, getroost had, eindelijk, ja eindelijk bespeurde da* hij bezwijken moest, dat hij slechts kaartenhuisjes gebouwd had, die een kwaadwillige rnenschenhater, met een satanischen grijnslach omver trekt? Een braaf en oppassend huisvader, die door bijzondere omstandigheden uit zijn brood gostooten is, dingt naar een opengevallen betrekking. Toegerust met alle mogelijke be kwaamheden, die men slechts van den aspirant verwachten kan, richt hij zijn op zegel geschreven verzoek schrift, begeleid van de meest vleiende getuigschriften en aanbevolingen, tot de bevoegde autoriteit, die over do keuze te beslissen heeft^Ten overvloe de legt hij by dc 1 personen bezoeken af, om persoon lijk zijne belangen voor to dragon en hunne gewaardeerde protectie te verzoeken. Sommigen vindt hij niet t'huis, anderen geven zich niet t'huis weder anderen belovon hem op de moest stellige wijze hunne stem en voorspraak, en in eene vroolijke, opgewonden gemoedsstemming, spoedt zich de sollicitant, zdo spoedig zijne beenen dit veroorloven, tot zijne vrouw en kinderen, die reeck belangstellend zijne tehuiskomst verbeiden. De vroo lijke lach die om zijne lippen speelt bewijst reeds genoeg, dat hij met vrij groote zekerheid op zijne aanstelling rekent, want de oveiigroote meerder heid der bestuurleden had hem de verzekering gegeven, hunne stemmen door de veelvuldige handelszaken ingenomen wordt. Ouders en kinderen hebben rondom do tafel plaats genomen en jzijn juist gereed om aan den geurigen d ran li met het lokkend bijbehooren, deel te nemen, als een extra pust met een expresse-brief binnen komt. Voor der. bankier was het, wel is waar, niets buitengewoons, want zulks gebeurde meerma len doch toen hij het korto bericht van Sa muel Nathanson gelezen had, verbleekte hij en de hand, waarin hij den brief hield, beefde merkbaar. De man, aan wien hij zooveel dauk verschuldigd wns, lag dus op sterven en verlangde hem te spreken. Zonder uitstel zou hij aan dat verlangen voldoen, aanstonds moest hij afreizen. Nathanson zou niet te vergeefs op zijne dankbaarheid rekenen. Maar wat zou de rijke, wonderbare maij, ten be hoeve van zijn kind, vau hem verlangen? Een vjocd van allerlei gedachten stroomde door zijn geest. Hij reikte zijne vrouw den brief over en nadat deze hem gelezen had, was het ook hare meening dat hij onverwijld naar Frank fort moest reizen, mogolijk, dat hem nu de gelegenheid openstond om eindelijk den heili gen plicht van dankbaarheid te vervullen. Spoedig bracht Helmbijsch al het noodige voor eene afwezigheid van enkele dagen in orde en na verloop van een uur spoorde hij met den sneltrein naar Frankfort. Iutusschen telde de zieke Nathanson tie uren, die hem als eene eeuwigheid schenen wijl het licht zijns levens liet tanen nabij was. Eindelijk, daar trad de zoo lang ver heide het vertrek hipnen. Een nieuw Jeveu op hem te zullen uitbrengen. O! welk eene blijde toekomst zou hij tegemoet gaanwat zou hij zich inspannen om met ijver en vlijt zijne krachten te wijden aan eene betrek king, waarvoor hij de eenige aan gewezen persoon was. wat betreft zijne bekwaamheid en zijne beproefde eerlijkheid en trouw. Nu zou hij weer in de behoeften van zijn talrijk gezin kunnen voorzien, nu zou hij ook zijn schuldeischcrs kunnen betalen, die hij reeds op zijn toe komstig geluk gewezen had. Heer lijk denkbeeld, 't welk hem tegen lacht De dag der benoeming nadert. Wel is waar vernam onze vriend dat er zich meer dan 20 sollicitan ten hadden aangemeld, doch wat nood! Men had hem immers hier en daar de plechtige verzekering gege ven, dat hij de meeste kans zou heliten, dat zjjue be^rio^miiig g- .1 ais zeker was. Met eeuo koortsachtige gejaagdheid doet hij den volgenden dag onderzoek naar den afloop der stemming en ver neemtdat niet hijmaar...een domme, rijke neef van den voorzitter, met bijna algemeene stemmen benoemd is. Verpletterende tijding! Hij had slechts ééne, zegge ééne stem op zich vereenigd! Weg waren alle illusion weg alle droombeelden, weg het ver trouwen op menschel ij ke beloften en toezeggingen! De ongelukkige had kaaidenhuisjes gebouwd. De bode, bij wien hij voor een goede fooi informaties had ingewonnen, had hem in vertrouwen meegedeeld dat het niets waardige neefje van den voorzitter reeds lang voor de opengevallen be scheen den zieke te bezielen, toen hij hem zag. «Geloofd zij de Heer, die u nog te gelege ner ure tot mij zendt, klunk hei met een zucht vad ziju bleeke lippen, terwijl hij Uelmbusch de hand toestak, welke deze met beide handen omvatte en diep bewogen op den zieken man neerzag want hij kon niet tot de overtuiging komen, dal de levenstijd van den goeden man het einde nabij was. Hetzelfde scheen Nathanson ook te gevoe len met alle moeite en inspanning richtte hij zich van zijn bed op en sprak met eene heescho stem -Het einde mijner dagen is nabij, zonder klacht ging ik tot myn vaderen, maar ik moet Sara, mijn kind, het kleinood mijns harten achterlaten iu eene wereld, vol arglist en bedrog." Een aauval van hoest onderbrak zijne rede. Uelmbusch trachtte hem moed in te spreken, doch Nathan-on schudde afwijzend met lief hoofd en ging daarna op smeekenden toon voort: Ik buzi' geene bloedverwanten, zelfs niemand aau wien ik do zorg over mijn kind met oen gerust gemoed kan toevertrouwen, toen dacht ik aan u en benoemde u door de Rechtbank ajs voogd over mijne Sara en tgvens als beheerscher vau mijn vermogen, tot zij meerderjarig is. Gij zelf zijt vader en kunt daarom de angsten eu zorgen eens stervenden vaders ura zijn kind beseffen. Ik twijfelde niet aan uwe bereid witiigheid om mijne wenscheu te vervullen en daarom heb ben reeds alle ren Ut er 1 ij ke formaliteiten plaats gehad. Nu blijft mij niets meer over, dan dat gij in mijne handen de belofte aflegt om trekking bestemd was en dat de oproe ping van sollicitanten, in de dagbladen, slechts eenwassen neus was, om daarmee na an den vorm van de wette voldoen. En zóó, zóó gaan wij maar altijd voort kaartenhuisjes te bouwen, waar over wo ons als kinderen bedroeven, wanneer die met zooveel zorg en moeite opgerichte gebouwtjes plotseling ineen storten, terwijl anderen, die er bij staan, zelfs geen poging aanwenden om ons een hart onder den riem te steken, wanneer we op 't punt zijn in tranen uit te barsten over 't leed en 't verdriet, 't welk ons door anderen be rokkend en aangedaan wordt. Terecht zong eenmaal onze onverge telijke Tollens: «Wie maken moog\ en breken moog' En timm'rcn raoog' aan luchtkasteeteiïi ij slaan niet eens een brekend oug Naar al die kinderspelen Neen! naar al die kinderspelen ver waardigt men zichviiauwolyk n blik te -n tan en toch.alujd maar kuar- tenfiuisjes, nieuwe kaartenhuisje Ouzo phantasie houdt nooit op telkens weer andere op te richten, wanneer de eerste tot gruis vermorseid zijn, doch juist aan deze bouwlustige kunstenares heb ben wo het te danken dat ons het leven, trots al die teleurstellingen, al die ont goochelingen onzer droornerijen en het plotseling in 't niet verzinken der door ons gebouwde luchtkastcelen, lief en dierbaar blijft, ja, aan haar hebben we het te danken, dat wij met vertrou wen op het ons aan 't einde onzer le vensbaan wachtend graf heen blikken, in de hoop dat onze laatste woning, het Huis des Vaders in 't Hcmelsch Vader land, geen kaartenhuis zal zijn! Nicsbl. v. tL. v. ff. de plaats als vader voor mijne Sara te zullen innemen; de rechtvaardigo God zal het, zoo niet aan u. dan toch aan uwe kindoren ver goeden, hetgeen gij voor een verlaten kind gedaan fcebt." llelmhusch aarzelde tc ant woorden. Zeker, hij was gaarne bereid, om het liart oens ster venden vaders te bevredigen; immers hij was een oprecht Christen en daarom steeds bereid, een werk van barmhartigheid te doen, en hier gebood hem dc plicht tier dankbaarheid bovendien om het uitgedrukte verlangen te bevredigen, doch als een reusachtige toren vertoonden zich ook voor zijnen geest di> moeielykhedeu, waarmede de voogdij zou gepaard gaan. Hoe zou hij een IsruëÜetisch kind eene passende opvoeding kunnen ver schaffen to midden zijner eigen kinderen? Eu Erna, zijne vrouw, zou hij zonder hare toe stemming zoo jets durven <»p zich nemen Dc eigenaardige, scherpe bi ik van den stervenden Nathanson had de gedachten, die den geest van ilelmbusch bestormde» gera den en daarom voegde hij cr bij«Wees mijne- Sara een vader, liet zal u niet do minste moeielykhedeu veroorzaken. Het kind, alhoe wel nog jong, is zeer wel iu onze heilige beginselen onderwezen, daarom vrees er niet voor het tot u te nemen, /ij telt thans tien jaren, tot haar veertiende jaar kan zij go- schikt bij uwe familie haar -tehuis" vinden eu gedurende dien tijd eene private Isijaëiie- tische school bezoeken, immers bet is maar du hoofdzaak, dal de kleine in dc warmo lucht der liefde naar geest eu lichaam ont wikkelt. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1888 | | pagina 1