Als het kind van jongsaf opgroeit in een gelovige sfeer,
kent het ook op de meest ontvankelijke leeftijd tot
besef, dat het Christus toebehoort,op God mag vertrou
wen, met de gelovigen mee mag bidden,gaan deelnemen aan
de Eucharistie,kortom dat het als gelovige mens mag
xeven. Gelijk de eerste levensjaren van een mens een
grote invloed hebben op zijn goede verhoudingen tot de
mensen,zo ook op zijn verhouding tot God;als deze rela
tie met God in de eerste levensjaren is meegegroeid, is
zij voor heel het leven dieper, spontaner en standvasti
ger. -
En als de ouders zelf'niets doen aan het geloof
Ja,dan kunnen ze het gevoel hebben,dat zij door de doop
hun kind iets vreemds opdringen en inbreukmaken op zijn
vrijheid;inderdaad kunnen ze,als ze werkelijk zonder
geloof zijn,niet verantwoord vragen om de doop van hun
kind;ze kunnen ook niet voorgaan in geloof en christe
lijk leven.Maar op zich genomen is de kinderdoop geen
inbreuk op de vrijheid; integendeel, hij brengt het
kind op de weg naar de waarachtige vrijheid.Dit heeft
de doop gemeen met al wat goed,gezond of waar is; de
ouders geven, en leren dit aan hun kind juist met het oog
op geluk en vrijheid.Gehoorzamen aan Gods woord is het
meest bevrijdende wat een mens kan doen. -
Sn de bewering dat het kind het later zelf maar moet uit
zoeken J
De gedachte komt niet voort uit een goede opvatting van
christelijk geloof;want dat is niet een geloof dat een
mens zomaar door zelf-nadenken vind;het wordt verkregen
door een bereidwillig luisteren naar de boodschap van
Christus;het is'een openbaringsgeloofdaarom spreekt het
vanzelf dat de ouders hun geloof aan de kinderen doorge-
ven;en allen tezamen - ouders en kinderen - ontvangen- ze
het'van Christus door Zijn Kerk.
Gelovige christenen voelen dit aan;zij willen hun kina.
aan Gods bescherming toevertrouwen en ze zijn blij,dat
het mag opgroeien tot een volwassen mens,die leeft in
Christus1 licht
WIE OMHOOG WIL, MOET BALLAST AFWERPEN; (Kard.Faulhaber