van de ruzie afc De tienden konden ook verkocht en verpand uorden, als de grote heren geld nodig hadden* Haar de opperheer hief bij overgang van da tienden van de ene op de andere toch ueer een kleine heffing, een penning. In 1460 op Elisabethsdag beleende hertog Arnoud van Gelre een Roermonds burger Oordens met de O^rlose tienden i*p«v0 Gert van Beeck0 Maar deze bleef ze ueer niet houden, want in 1481 verklaarde Herten van Polham, stad houder voor de Aartshertog van Oostenrijk, gouverneur van Grave, dat Oordsns de tienden van Oirlo ueer teruggegeven had aan de Ksnunniken van Roermond met het Hioronymusklooster overdroeg. Het moet voor de Cirlosen cok uel vervelend zijn geueest, dat zij een tiende hunner vruchten moesten afstaan aan vreemden, die ze niet kenden.. Gelukkig is die tiende afgeschaft, echter pas in onze dagen. De Oirlonaren moesten toch al behoorlijk bijdragen in de landskosten, die op het ambt Kessel gelegd usrden. 't Was in 1574 usl niet veel, 7 gulden, maar het geld uas raar. Geyste- ren gaf 3 gulden; Tienray 2; Heerlo 7; Blittersuijek 6. Haar kort daarop kuamen de grote oorlogen en vocht men vooral in Limburg om da heerschappij der Nederlanden0 En dat uaren slech te jaren voer buitengemeenten als Oirlo* In de registers der Placita absentine van 1400 uordt Oirlo al vermeld; evenals in 1485 en in 15580 De visitaties of onderzoeksberichten der parochie van 17 oktober 1668 geven meer licht. De kerk uas geuijd aan de heilige Gertrudis. Degever der pastoorsplaats uas de heer van Geysteren, Vincent van Schellart. De grote tienden uerden door do pastoor van Geysteren en het Roermondse kapittel ingebeurd. Het hoogaltaar uerd ge uijd en aande Evangeliekant uerd een zilveren monstrans met koperen voet beuaard. Er uas toen geen Godslam0 Pastoor uas toen Cornelis üanssens van Blerick. Er uas é£n mis 's maands gesticht door esn priester van Hegeisume Het paatoreelhuis met tuin lag op het kerkhof en er uaren 200 communicantenDe doopvont had een metalen deksel. Het doopboek is in 1612 begonnen. De kerk- en armmeesters uerden door de pastoor benoemd. Aan de Evangeliekant sb ond het St. Antoniusaltaar ten dele bekostigd door het gilds van St. Antonius. Aan de Epistel kant stond het altaar van St. Anna en St. Catherina. Het kerk hof. uas afgesloten met hekken en heggen. De koster Soannes Gerards hield school. In 1694 uas Petrus Barberen pastoor. VERVOLG DEEL 2 VOLGENDE WEEK)

Oirlo's dorpsblad 't Krèntje | 1975 | | pagina 7