Hoofdstuk 3: In de eigen parochiekerk voelde men zich
thuis* Van de pastoor verwacht men verzorging van de li
turgie naast menselijk contact* Men meende aan de liturgie
mee te kunnen werken* In de praktijk is hieruit voortgeko
men de werkgroep voor jongerendienstenwelke in overleg
met de pastoor een jongerendienst verzorgd*
Hoofdstuk 4: Door de doop hoorde men bij de kerkgemeenschap*
Bijna allen zoudefi hun kind zeker laten dopen, dit was zinvol.*
Hoofdstuk 5t Dopen wilden 16 ondervraagden in de kerk, 3 in
het eigen gezin en 6 met andere gezinnen in de kerk* Een
afspraak over dag en uur werd veelal als genoeg erfaren*
Sommigen wilden er meer bij betrokken zijn door gebed lied*
Hoofdstuk 6: De persoon van Christus werd gezien als:
- een inspirerende, konsekwente figuur, levend onder de
mensen
- een soort macht, bjven menselijke begrippen uitgaande*
-,eèn niet te definieëren persoon*
80 van.de ondervraagden waren het eens met de volgende
stellinegn: a) Christus is rods Zo®n, die mij nu nog iets "te
zeggen heeft; b) hij heeft nu ook nog betekenis.
Hoofdstuk 7: Zonde en zondevergeving.
De helft van de ondervraagden was van mening dat het begrip
zonde hen nsg wel iets zei terwijl een derde het niet meer
zag* Zonde werd gezien als een onjuist handelen t.u.v^ een
ander of de gemeenschap, waarbij vooral het geweten een rol
speelt* De biecht en de biechtcelebratie werden ook bekeken*
De biecht zei de meesten niet veel meer, - terwijl de biecht
celebratie prettiger mooier, zinvoller en gemakkelijker
was, omdat het gezamenlijk gebeurde*
Het begrip erfzonde had voor drie/vierde van de ondervraag—
den haar betekenis verloren* genoemd*
Hoofdstuk 8: De samenwerking tussen pastores urerd zinvol
Als voortzetting op de enquête werden o l#v. kap. Latten
uit Venray met de enquêteurs(trices) uit Geysteren 6 ge
sprekken gevoerd* Dit zou ook in kleinere groepen in de
parochie kunnen gebeuren met als onderwerp delen van de
enquête of nader te bepalen onderwerpen* Belangstellenden
voor een gespreksgroep kunnen zich melden op de pastcrie*