Sinterklaas op weg naar Oostrum, 2003 (deel 2) m De zeekgBouters. J1 kmeer dan t-iointig jaar Coop ii{in de herfstvakantie (ik Ben dan aktijdeen weekje in Nederland, meestaCmet een paar andere (pieten) o-oer Bet Noordzeestrand aan de kust van Zeeuws Vlaanderen. Of alleen of met een aantak andere Pieten. Ik Ben nooit echt akkeen. JAktijd Ben f verge ze kd van mijn stok-, bVi echte zeestok die ikjrtdm twintig jaargekeden, op een winterse ncruemBeravond, in een van de 'NoordLimburgse Bossen gevonden heB. Pen stokj, die inmiddeks kan kezenschrijven, stenen de zee in kgn sCaan, aks speekgoedgeweer kgn dienen, en Bovenal met mij mee gaan (roer het strand. Onafscheidelijk Pn ekkje keer opnieuw maken mijn stokken ikjets Bijzonders mee. Zo ootjdie dag tijdens de herfstvakantie van 1995, nu 8 jaar gekeden. Nadat ikjde heke dag had rondgekuierd in het Zwin, een prachtig en fascinerend stukje strand op de grens van Nederkanden (België, koop ik vanuit het Zwin, terug naar (j roede. Pen afstand van ruim 10 kjkometer. Niets vermoedend koop ikjoan het ene strandvafj naar het andere. Soms rondkijkend, dan weer mijn voetstappen tekCend, even kater wadend door het water, woek ik, met mijn stok door het strandzand. Ikweet niet meer precies wat er gekeurde. Pkotskjaps Cig iklanguit op het strand. Cf ik Ben met mijn gelaarsde linkervoet ergens over gestruikeld of ikjuaakte met mijn stokjergens achter. Net doet er niet echt toe. Net is klip en klaar, mijn stokken ik,zijn geveld geveld door iets! Maar door wat? Ik, kraBBekovereind, loop een eindje terug en schuif, eerst met mijn stoldaarna met mijn gelaarsde voet en tot slot met mijn hand door het strandzand. If{,stuit op iets hards, iets kouds. Net kijkt van ijzer. Ik schuif nog wat meer zand aan de kant. JA Cs dooreen matras, dat al twee weken in een sloot ligt, getroffen voekiffmet mijn hand een ijzeren ring. Snel sta Hjop en Begin met mijn kaarzen het zand verder aan de kant de schuiven. De ijzeren ring zit vast aan een groot huik, Ikjvoeldat er iets Bijzonders, iets spannends staat te geBeuren Iffschuif mijn zees tok door de ijzeren ring en proBeer het kuiljomhoog te tikken. 'Jkeek langzaam komt er Beweging in. Hjzet mijn stoffkfem tussen het kuiken het strand zodat ikjnet mijn handen eronder kgn komen. Met moeite krijg ikfiet kuifjhekemaak omhoog. Ikkjap het om en leg het op de grond. Ik.kjjkin een diep gat, waarlangs de kant een trap omlaag voert. Zonder ookmaar één moment te aarzeken, zet ikjnijn voet op de eerste trede en schuif el voorzichtig omlaag, lkjek de treden; Bij trede 28 voelikdat ik pp de grond of op de vloer, net hoe je het noemen -unit, sta. Ik.kijkin een gang, half kicht, haf donder. Ilfkgn niet hekemaak rechtop kopen. Licht voorover ge Boren koop ik de gang in. Met in de ene handde stok waarmee ikde vkoer aftast en in de andere hand een kleine zaklamp, die iktoevaküg Bij me heB. I kweet niet hoe ver ikgekopen heB aks ikpkotseking niet meer verder kgn. Iksta vooreen wand van planken. JA an mijn rechterkant voekikhet zand van de wand met daarin een kleine nis, waarin een klein lantaarntje staat. Zo'n lantaarntje uit het Boekman (Piggelmee. JA an de linkerkant voekikeen knop. Pen knop van n kaag deurtje. JAks ik draai, piept het deurtje knarsend open. Ikmoel op mijn knieën, zo kaag wordt de gang. Langzaam kfuip ifverder. Vijf, tien, vijftien, misschien wek dertig minuten. Pot ikplots weer voor een volgende deur 'staIn het schjnsek van mijn zaklamp, zie ikeen naam op het deurtje staan: 'Naaientand, de zeekgBouter, drie maak kloppen'. Ik Bedenkme geen minuut, klop drie keer met mijn stok.op het deurtje en wacht af. Net enige wat ikfiooris het geklop van mijn hart. Mijn handen voelen nat van het zeewater. Cf is het klam zweet van de spanning. Dag jongens en meisjes, papa's en mama's, oma's en opa's of te wel dag allemaal in Oostrum en een beetje daarbuiten, Meester Fernando zou over de zeekabouters vertellen, over de zeekabouters vertellen. Sinterklaas wist niet zo goed wat hij ervan moest denken. 'De zeekabouters, de zeekabouters, heb ik daar ooit eerder van gehoord', mijmerde 1 f Sinterklaas, terwijl hij naar buiten keek. De zon verdween achter de horizon, alweer een dag bijna voorbij, weer een dag dichter bij de bootreis naar Nederland. ~'v-De volgende morgen was Pareira in alle vroegte wakker, de wekker gaf 5 uur aan. 'Sinterklaas, kan ik al naar school, meester Fernando gaat vandaag over de zeekabouters vertellen, ik heb me al aangekleed'. Sinterklaas keek op zijn wekker, zag hij dat goed, 5 uur in de ochtend, 5 uur in de ochtend, 5 uur 'Pareira, wat doe jij hier op deze onmogelijke tijd'. 'Meester Fernando gaat over de zeekabouters verte En weg was Pareira weer, hij sliep al weer. In het bed van Sinterklaas, met zijn kleren aan, zijn muts en zijn kanarie geel, super modern brilletje op. Die ochtend, het was tien uur, de reken- en leesles zaten erop, alle leerling Pieten zaten in de startblokken, Pareira helemaal vooraan, begon meest Fernando zijn verhaal over de zeekabouters.

Oostrum's Weekblad | 2003 | | pagina 4