en alle mensen klagen. O wat een heks, wat een akelige heks, hoe lang moet dat nog duren? Wie wil de heks van Sierkonfleks voorgoed het bos in sturen? x De tweede week werken we over één specifiek sprookje nl "Klein duimpje". o Sprookjes kunnen nogal wat gevoelens bij kinderen losmaken. Het verhaal is vaak spannend en sommige kinderen hebben nog moeite met het verschil tussen fantasie en werkelijkheid. Om voor de kinderen alles duidelijker te maken vertellen we op school het sprookje verschillende keren. Misschien kunt u thuis het sprookje ook eens vertellen. Er zijn nogal wat verschillende versies van het sprookje "Klein Duimpje". Het lijkt ons beter om op school en (e.v.) thuis hetzelfde verhaal te vertellen. Daarom kunnen belangstellende ouders bij de leerkracht van hun kind een stencil halen waarop het sprookje van "Klein "Duimpje" staat. o Woorden en begrippen die bij het specifiek gedeelte aan de orde komen: -groot - klein -arm - rijk -veel - weinig -goed - kwaad -geluk -verdwalen o Versje dat we aanleren. Tien vingers Heb je die kleime mannetjes gezien? doe maar eens mee en tel tot 10 De eerste is verschrikkelijk klein De tweede wil altijd de mooiste zijn De derde, 0 die is zo lang De vierde brutaal en ook wat bang De vijfde is klein en ook nogal rond De zesde stop je wel eens in je mond De zevende wijst sliep, sliep uit De achtste steekt overal bovenuit De negende dat is een ringeling En de tiende is weer zo'n klein ding. Hiep hiep hoera het versje is uit. 6

Oostrum's Weekblad | 1987 | | pagina 6