Zondag 8.30 uur: Harm van Huet - Bram Linskens - Sander Martens - Bas Künen 10.00 uur: Ronald Hoex - Michel Ghielen - Willem Vollenberg - Ronny Reijnders AMEN UIT I Is dat nou wel zo? Amen uit? Dat kun je nu wel denken en we zeggen het ook wel eens als we ergens een punt achter willen zetten. Dan zeggen we heel resoluut: Amen Uit I! Die uitdrukking is natuurlijk afkomstig van het bidden en wel van mensen, die zich met een gebed tot God richten en hun gebed dan beëindigen met "Amen". Maar amen betekent niet: uit; ik stop er mee; ik ben er van af, hiermee heb ik het mijne gedaan en nu is het de beurt aan God. Dat zou gemakkelijk zijn, maar zo gaat het niet. God is geen computer waar je een gebedje met gegevens instopt en die vervol gens razendsnel voor ons aan het werk gaat om de oplossing aan onze voeten neer te leggen. Wat bidden dan wel is? Op de eerste plaats kontakt zoeken met de persoon van God. En omdat we Hem meestal opzoeken als we weer ergens mee zitten, zal bidden ver volgens ook nogal eens zijn: een soort werk-besprekingvragen of Hij Zijn licht ook eens wil laten schijnen over ons en ons werk. Wij mogen meewerken met Hem. Wij zijn Zijn medewerkers (niet Zijn werkgevers). We leven en werken samen met Hem. We doen zoveel mogelijk in gezamenlijk overleg met Hem. En daarom betekent amen niet: uit; of: nou stop ik ermee. Maar het bete kent: moge het zo zijn als we hebben afgesproken; zo moet het gebeuren. Ik ga nu doen waarover ik het had; en ik kom regelmatig terug voor verder overleg. Misschien moet ik dan wel het een of ander corrigeren. Maar we houden kontakt. En: Amen we gaan nu beginnen! OOK DIT IS CARITAS: Een vriendelijk gezicht in de eentonigheid van iedere dag. Een kleine dienst bewijzen aan degene, die onder ons staat. Geduldig praten met ongeduldige en lastige mensen. Laten merken, dat je het aanvoelt, dat iemand verdriet heeft. Een paar minuten voor iemand die afleiding nodig heeft. Eigen zwakheid bekennen. 6 J.

Oostrum's Weekblad | 1982 | | pagina 6