nemen en te-en hen sereen, hhad ii^qor en te-en hen so,.-
Geno II: had honger en gij hebt mij laten eten, ik had
dorst en gij hebt mij laten eten, ik had geen kleren, maar
i j hebt oi j gekleed De reehtvaardigen zuilen dan zeggen:
Heer wij hebben no .wit gezien dat U honger had Ik zal
dan zeggen: Gij hebt Uw medemens v/el in nood gezien en
gij hebt hen geholpen. Ik zal u belonen alsóf U mij hebt
geholpen. Vervolgens zal ik mijn hoofd omwenden en tegen
de zondaars zeggen: Ik was in nood en gij hebt mij niet
geholpeno Ook zij zullen dan zeggen: Heer, wij hebben U
nooit in nood gezien. Maar ik zal zeggen: Gij hebt uw
medemens wel eens in nood gezien en je niet over hem
bekommerd. Ik zal u lonen alsof u mij in mijn nood niet
geholpen heeft. 'I-Iet was donderdag voor Pasen. Jezus zei,
ga naar de stad. Daar zie je een man met een waterkruik
op zijn lioofd o Loop hem achterna tot hij een huis binnen-
gaat. Klop op de deur en vraag om de lieer des Huizes.
Vraag dan on de zaal voor de Heer, waar hij met zijn
leerlingen komt eten. Johannes en Petrus gingen naar de
stado ïoon ze een paar straten gelopen hadden, zagen ze
een man met een waterkruik op zijn hoofd. Ze lienen hem
achterna. Toen hij een huis binnen ging, klonten ze op de
deur en vroegen cm de Heer Des Huizes. Toen vroegen ze
naar de zaal precies zoals Jezus gezegd had. Zonder een
ogenblik na te denken zei de man: Ga maar mee naar boven,
de benodigdheden halen. De leerlingen wilden allemaal de
besee plaats hebben. Jezus toonde hen zijn nederigheid door
zijn oppermantel af te doen en hen do voeten te wassen.
Petrus wilde dit echter niet. Toen brak Jezus een stuk
brood en zei: Dit is mijn lichaam. Zo nam Hij ook de kelk
en zei: Dit is mijn bloed. Toen zei hij bedroefd: Eén van
jullie twaalf zal me vermaden. Ik toch niet Heer? zeiden
een paar leerlingen. Die ik dit stuk brood geef, is het.
Hij gaf het aan Judas. Judas ging weg, de apostelen dachten
dat hij boodschappen ging doen, maar hij haastte zich
naar de zaal van de hogeraac!Daar nam hij dertig zilver
lingen in ontvangst. Hij zou Jezus kussen, zodat de sol
daten zeker wisten dat het Jezus was. 5 s Avonds ging Je zus
met zijn leerlingen naar de hof van do olijfberg. Hij zette
Johannes, Petrus en Jacobus op wacht, dan zou Hij gaan'
bidden. Maar toen Hij terugkwam, sliep r ze alle drie.
Hij maakte hen wakker en ging weer bidden. Toen hij ■eer
tijdje later weer terugkwam, sliepen- ze wéér. Hij maakte
ze weer wakker en ging weer verder met bidden. Nauwelijks
toen hij ze voor de derde keer wakker maakte, of de bende
die hem gevangen moest nomen naderde.