Dat men zich toch zo vergist Terwijl men het toch beter wist* En al is het beginnend leven nog zo klein Het mondig vernietigen mag niet zijn* Want wanneer men in Nederland zo doorgaat Bedrijven we steeds een zware misdaad En wat is de wreedheid van de mensen groot Dat men het groeiend leven zo maar dood Laat. het toch mogelijk zijn in het leven Dat een geschapen leven geboorte wordt gegeven Hoe kan een vrouw toch zo wreed zijn Is ze bang voor de geboortepijn? Of- is ze bang dat ze van haar vrijheid wordt beroofd Dat alle menselijkheid in haar is gedoofd De moeilijkheden en strijd zijn soms groot Maar gelukkig de vrouw die weerstand bood En die haar kindje heeft aanvaard En haar zielenrust heeft bewaard* Het kindje zal haar zijn onschuldige glimlach tonen. En daardoor een beproefde moeder willen belonen* Want is het kindje eenmaal in haar armen gegeven Zal ze het met zorg omringen heel haar leven* En het zal haar ook weten te geven Blijdschap en voldoening in haar leven* In onze dagen vragen moeders de gunst hun eigen kinderen te doden* Dit is een slag in het gezicht van de Schepper* Volgens de officiële cijfers: 80*000 abortus-ingrepen per jaar in Nederland* Dat geeft te denken* Wat gaat onze Tweede Kamer in mei hierover beslissen? APPLAUS VOOR ONS JONGERENKOOR* Hoewel zaterdag j*l* nog verschillende leden van ons Jongerenkoor nog op vakantie waren of om rn andere reden verhinderd waren, heeft ons Jongerenkoor de jongeren- dienst van Zaterdag toch door laten gaan* En ik meen te mogen zeggen zeer verdienstelijk, zeer aantrekkelijk* Daarom is 'n applaus aan de dirigent Ad Haans, de koorle den en de instrumentalisten hier zeker op zijn plaats* Graag zou ik nog willen verwijzen naar het vorig nummer - 6 -

Oostrum's Weekblad | 1976 | | pagina 6