Het jaar spoedt heen - een kille wind
blaast troostloos over tuin en velden:
de bomen naakt, de kassen blind,
geen vogelkeel die vreugd komt melden®
In ft winters huis, waar daglicht kwijnt
trekt nu de zwoeger zijn balansen:
hij denkt aan welvaart die verdwijnt
en aan zijn al te smalle kansen;
hij peinst op 't loerende gevaar
en hoe hij rt tegen-tij moet keren:
de grond wordt zilt, de lucht onklaar®
inflatie®ec neergang ooc kosten meren»
Mjïi schrijnt ook niet dat wranger kwaad
dat woekert in het tanend leven:
de zoon, die wreed zijn vader slaat
en 't Erfdeel, roek'loos prijs-gegeven?
Wees stil, wees stil - voor jaar en dag
werd u en mij een Kind geboren:
Zijn schouders schorën rt hoog gezag
wie m Hém leeft, loopt nooit verloren ®c
GabriëlGorris