11
Herdenking gedeporteerden WO
lil oktober en november 1944 werden vlak voor de bevrijding van onze regio in
Noord- en Midden-Limburg ongeveer 3000 jongens en mannen door de Duitse
bezetter opgepakt en gedeporteerd, om te gaan werken in de Duitse oorlogsindustrie
Met bruut geweld werden deze jongens van soms pas 15 jaar oud en mannen tot een
leeftijd van 60 jaar oud uit hun gezinnen weggerukt, hun familieleden wanhopig en
geheel ontredderd achterlatend. In stinkende goederen- en veewagons werden ze
naar Duitsland getransporteerd, waar ze onder de meest erbarmelijke
omstandigheden tewerkgesteld werden. Knagende honger, bittere kou, slechte
hygiënische omstandigheden en zwaar werk werd hun lot. Daarbij kwam de grote
onzekerheid over hun eigen leven en dat van hun gezinsleden. Meer dan 120 gedeporteerden
overleefden de tragedie niet. De razzia's, de deportatie en haar gevolgen vormden een traumatische
ervaring voor de gedeporteerden én de achterblijvers, die bij de meesten niet of nauwelijks verwerkt
kon worden. Op psychische hulp konden deze oorlogsslachtoffers niet rekenen en de gevolgen zijn
tot op heden merkbaar. De helse pijn van de dwangarbeid zit bij de meesten zo diep, dat ze er nooit
helemaal overheen zullen groeien. Velen van hen zijn inmiddels overleden en hebben de pijn
meegenomen in het graf.
Samen met alle andere oorlogsellende vormen de razzia's en deportaties door de nazi's de grootste
ramp uit de Noord- en Midden-Limburgse geschiedenis. Een ramp waar pas de laatste jaren echt
aandacht aan geschonken is. Nog slechts enkele honderden ex-dwangarbeiders zijn in leven en hun
tragische geschiedenis dreigt in de vergetelheid te geraken.
Het is eind dit jaar precies 60 jaar geleden dat deze tragedie zich voltrok en de Stichting Deportatie
Oktober 1944 Noord- en Midden-Limburg wil dit aangrijpende stuk geschiedenis voor altijd in
herinnering houden. Aanvankelijk wilde men dit onder meer doen door het oprichten van een reeks
van identieke monumenten in de 50 getroffen dorpen in onze regio, zodat er één groot regionaal
monument zou ontstaan. Dit idee wordt echter niet haalbaar geacht en het voorstel is nu, om in elk
getroffen dorp roestvrijstalen plaquettes te plaatsen met daarop de namen van de gedeporteerden en
de contouren van het oorspronkelijke monument gelaserd.
Op woensdag 3 maart werd het nieuwe plan in een bijeenkomst in het gemeenschapshuis te Kessel
besproken. Van dit overleg was bij het drukken van dit blad nog niets bekend.
In de gemeente Venray werden in de dorpen Castenray, Heide, Leunen, Oirlo, Oostrum en Veulen
jongens en mannen gedeporteerd.
Op initiatief van het Lokaal Historisch Platform Venray is een gemeentelijke werkgroep opgericht,
die zich gaat bezighouden met het projectplan. Voorzitter van de werkgroep is Jan Strijbos uit
Castenray, terwijl Twan van Els uit Venray het secretariaat op zich heeft genomen. Tweede
secretaris is Liny Rutten uit Heide en Venraynaar Eduard Messemaeckers fungeert als
penningmeester. De overige leden van de werkgroep komen uit de dorpsraden en de historische
groeperingen van de zes dorpen.
Volgens onze informatie werden in Leunen en Veulen in 1944 de volgende mensen opgepakt:
Leunen
Jac Asselberghs
Martin de Bruyni
Handrie Cornelissen Sjefvan Cuijck
Theo Asselberghs Gerrit Bouten
Grad Bomm
Helm de Bruyni
Mathijs de Bruyni Petran de Bruyni Ben Buyssen Harrie Claessens
Jean Holtackers
Helm Jenniskens
Jos Koenen
Piet Martens
Jac v. Osch
Hendrik Seykens
Grad Willemse
Martin Jacobs
Piet Jenniskens
W.M.Kusters
M.Dirckx
Jac Janssen *k
Jan Ewals
Ben Geurts
Bert Jenniskens Bert Jenniskens
Sjang Jenniskens Sjeng Jenniskens Jan Koenen
Simon Manassa *d Mathijs Marcellis Antoon Martens
Martinus v. Meijel Theo Meijers
Martin Michels Ant. de Munck *d
Marrus Peeters *e Hendrik Philipsen Harrie v. Rooy Koos v. Rooy
Frans Verkoeyen
Guus Zuidervaart *d
Harrie Vullings Petran Weys
Wim Weys