Ook leverde hij tekstbijdragen aan het boek "Terug in de tijd...een greep uit de
geschiedenis van Leunen en Veulen" dat in 1993 werd uitgegeven ter gelegenheid van het
75-jarig bestaan van de Rabobank Leunen. In 'De Ruuper', het dorpsblad van Leunen en
Veulen, verzorgde hij in 1999 en 2000 een kroniek met daarin de ingedikte brieven die het
Veulens Thuisfront 50 jaar eerder aan "hun" jongens in Indië stuurden. In hetzelfde blad
verscheen de serie "Veulen van vroeger", een serie verhalen die Gerrit samen met zijn vader
(Reintjes Grad) samenstelde. Later zijn deze verhalen in boekvorm verschenen.
Dit jaar is het precies 25 jaar geleden dat Gerrit aantrad als secretaris van de Dorpsraad
Veulen. Mede door zijn inspanningen werd maar liefst 5 x het predikaat "Kern met pit"
toegekend aan het Veulen en wist men menigmaal subsidie's uit het zogenaamde
dorpenpotje van de gemeente te verkrijgen. Tijdens de Floriade in Zoetermeer in 1992 viel
Gerrit's oog op een apart kunstwerk: een Veulentje gegoten in brons. Jaren later werd er
voor Veulen een passend kunstwerk gezocht. Na een uitgebreide zoektocht wist hij het
kunstwerk alsnog te traceren met als uiteindelijk resultaat een vaste verblijfplaats tegenover
de kerk in Veulen. Ook verzorgt hij als secretaris van de Dorpsraad ai meer dan 10 jaar de
alom gewaardeerde Veulense telefoongids.
Ook aan het kerkelijk gebeuren heeft Gerrit zijn bijdrage geleverd. Vanaf de vierde klas
lagere school was hij misdienaar, daarna werd hij acoliet. Als lektor heeft hij enkele jaren een
bijdrage aan de kerkelijke diensten geleverd. Vanaf september 2003 is hij lid van het
zangkoor in Veulen.
Naast al dit vrijwilligerswerk heeft hij toch nog tijd voor hobby's. Hij volgt keyboardles,
organiseert en presenteert "Zin in zingen" in Venray en is een trouw bezoeker van de
"Liederentafel" in Gemert. Reeds jaren heeft Gerrit er een hobby van gemaakt om zich de
schrijfwijze van het Venrays dialect eigen te maken en te gebruiken. Voor velen is hij
daarvoor een vraagbaak geworden. Hij heeft ook enkele liedjes in het dialect geschreven,
o.a. 'Mien Vaöle' en 'Prinselieëd'.
