14 wed. van Meyel werd het vehikel gèschilderd, een plukladder opgezocht en toen ging het richting de smid. Aldaar aangekomen werd de ladder tegen het plat dak geplaatst en werd door Jan Reintjes en Harry Janssen plus kinderwagen de reis naar hogere sferen aanvaard. Jan voorop, dan de kinderwagen, daarachter Harry. Op het plat dak aangekomen zagen zij tot hun ontsteltenis dat er binnenshuis het licht aangedraaid werd. Het overige personeel van het Rode Kruis stond beneden het hele gebeuren gade te slaan. Behoudens dat het hele huis werd verlicht gebeurde er niets. Om de aandacht af te leiden ging men met veel kabaal naar het raam, waarachter de smid zijn roes lag uit te slapen. Men tilde de rolluiken omhoog en zag in het licht dat de smid rustig sliep. Door het lawaai werd hij echter wakker. Hij wreef zich bijna de ogen uit en keek alsof hij het in Keulen hoorde donderen. Terwijl zij de smid aan de praat hielden konden Jan en Harry hun plannen ten uitvoer brengen. De ladder werd opgehaald op het platte dak en daarna tegen het dak van het huis geplaatst. Het was een lastig karwei en toen Jan dan ook bijna met zijn last boven was, schoof de ladder weg. Door tegenwoordigheid van geest greep hij zich aan het dak vast en wist hierdoor erger te voorkomen. De smid zijn vrouw welke gestommel hoorde ging af en ioe eens even door de achterdeur kijken. Op een gegeven moment dat zij weer nieuwsgierig naar buiten keek, kwam Wim van Meyel juist de hoek om, om te zien of de baan nog veilig was. Zij zag de gestalte van Wim, wilde met een ruk de deur dichttrekken maar bleef met haar nachtjapon aan de klink van de deur hangen. Het gevolg was dat deze dwars open scheurde. Daarmee was haar nieuwsgierig heid bevredigd. Intussen werd er gebuurt met de smid en gewerkt op het dak. Het was voor de twee een heel karwei dat vehikel op de plaats van bestemming te krijgen. Eindelijk lukte het hun om de Rode Kruiswagen ondersteboven en met het opschrift naar de wegzijde toe, bij de smid op de schoorsteen te plaatsen. De landingsplaats voor de ooievaar was gereed en hij kon dus maar komen. De ladder werd naar beneden gehaald en de zwoegers konden naar hun uitgangsbasis terugkeren. Intussen wenste men de smid een rustige morgen want de nacht was verreweg om. De smid was erg verrast toen hij 's morgens op het dak de landingsplaats voor de ooievaar ontdekte. Hij ging het nieuws direct aan zijn vrouw vertellen, maar deze wist van niks. Hoe hij er over dacht is niet bekend maar de landingsplaats heeft langer dan een week bij de smid op de schoorsteen gestaan. Van beschuit met muisjes hebben we nog niks gehoord dus mogen we aannemen dat ook de smid de ooievaar niet tot landen heeft kunnen dwingen. Volgende week het eerste deel van de brief over maart 1950. Gerrit Reintjes

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 2000 | | pagina 15