Vijfde deel van de brief over februari 1950 van het Veulens Thuisfront
aan onze jongens in Indië.
Zoals we vorige week eindigden, was Tienus Vennekens, uitgeteld,
liggend in een kinderwagen op weg naar den bekker.
De dokter duwde zelf de wagen en Harrie Hendriks hing op
sleeptouw, in het café aangeland moest de baby uit de wagen gehaald
worden, maar dit was een lastig karwei. Hij zat met zijn achterwerk
dusdanig bekneld dat de dokter zich genoodzaakt zag, om de wagen te
kiepen. De wagen met inhoud maakte een halve cirkel en onze baby lag
onder de wagen in plaats van erin. Het was dan ook een hele conster
natie toen de kleine begon te schreeuwen. Maar de dokter gewoon om
met kleine en grote kinderen om te gaan vroeg aan van Gassel de fles
om de kleine zoet te krijgen. En jawel hoor, bij het zien van de fles
klaarde de lucht op en begon hij spoedig tegen papa te lachen. Gezien
de dokter zijn drukke practijk niet zo erg lang alleen kon laten, had zijn
vrouw hem dan ook gezegd dat hij spoedig na afloop van de wedstrijd
naar huis moest komen. Dat was Jac ook vast van plan, maar het
ledigen van menig klein glaasje en de opperbeste stemming zorgden
ervoor dat dit voornemen al spoedig vergeten was. De smid was dé
eerste die zich niet erg lekker begon te voelen. Hij had met z'n vrouw
afgesproken dat hij haar om half acht zou komen halen, maar nog voor
die tijd was hij al door een paar sterke armen naar huis gebracht en in
z'n bed gelegd. Omdat hij er niet helemaal zeker van was of hij ook zijn
rechtmatig deel van de gewonnen fles cognac had gekregen, ging hij het
zelf nog nameten. Het bleek echter dat hij zelfs meer dan zijn portie had
gehad en zijn eega moest dan ook ijlings met een dweil naar de slaap
kamer. inmiddels hadden Thei Keysers en Harry Thissen een ander
kanweitje op te knappen want ook Tontje Bovee was het met zichzelf niet
eens en moest naar huis getransporteerd worden. Het scheen dat de
buitenlucht hem goed deed want hoe dichter hij bij de Johanne-hoeve
kwam, hoe beter hij zijn benen weer kon gebruiken. De weg naar
Johanna bleek nuchterend te hebben gewerkt. Na zich van costuum te
hebben verwisseld en de nodige koffie te hebben gedronken, ging. het
gezelschap weer terug naar den Bekker. Daar heerste intussen een
goede Carnavalsstemming en waren zij weer spoedig in de vrienden
kring opgenomen. Onder de vrolijke tonen van het orkest uit Hojthees
werden de benen van de vloer gelicht en dansten de oude knikkers met
hun oude benen de samba op de moderne manier. Nijsen hield echter
niet van die nieuwerwetse dansen. Wanneer er een oude wals gespeeld
Toen het Veulen nog een 'vulleke' was (37) 19