Dat is niet zo erg, want zich van binnen eens met zeep wassen is ook wei een goed, zeker zo kort voor Pasen! Het is Vastelaovesdinsdag, de dag waarop onze Gamavai met de voetbalwedstrijden zijn hoogtepunt bereikte. De eerste wedstrijd, die tussen de Zwieëtpuuet en de Koddekiekers, werd door laatstgenoemde met 4-0 gewonnen. Als scheidsrechter fungeerde dan Pierewiet (Harrie Thissen), die speciaal uit het Dagblad van Tante Bet was gestapt om deze titanenstrijd in 't Veulen als onpartijdig scheidsrechter te leiden. Hij was slechts gekleed in een korte onderbroek, de bakker z'n witte kiel en ook zijn muts. De tijd werd nauwkeurig bijgehouden door een grote wekker die hij op de pols gebonden had. Het geheel was gecomple menteerd met een scheidsrechtersfluit welke hij aan de bakker zijn kiel had hangen. Dit alles werd gedragen door twee spillebeentjes. Om te voorkomen dat hij weg zou waaien had hij zich een zware overjas aangetrokken. Hoewel de elftallen nog niet helemaal compleet waren, begonnen ze toch maar. Na ongeveer een kwartier gespeeld te hebben, kwam Harrie Hendriks in vliegende vaart aanfietsen, en voegde zich in een ijltempo bij zijn team 'de Zwieëtpuuet'. In het vuur van de strijd schoot Harrie onderuit midden in een plas water. Toen hij weer overeind kwam drupte hij van achter. De tweede wedstrijd, gespeeld door de Atoomsplitsers en de Zwieëtpuuet werd met 4-0 gewonnen door de Atoomsplitsers. Geen wonder, want dit elftal werd gevormd door de volgende profs: De Smid, Sjang Cox, Tienus Vennekens, Meester de Krijger, Thei Keysers, Jeu Gerrits, Den Bekker, Tontje Bovee, Lei Thissen, Frans van Ooi en Pietje Mulders. Zij werden de gelukkige bezitters van de uitgeloofde fles cognac. Tijdens deze wedstrijd patrouilleerden een rodekruiswagen over het veld. Deze was geladen met goede medicijnen, n.i. een fles cognac. Ais dokter/verpleger fungeerde Jac. Nijsen, de kleinste jongen van het Veulen. Wanneer een van de voetballers oververmoeid werd, was hij er direct bij om ze een hartversterkend middel toe te dienen. Met in de ene hand zijn fles medicijnen en in de andere het maatbekertje, waagde hij zich zonder angst zelfs in de vuurlinie. Vaak hadden de spelers meer aandacht voor hem dan voor de bal Zelfs de onomkoopbare scheidsrechter bleef in de buurt van de dokter, want ook hij voelde zich soms niet zo goed. Na de titanenstrijd ging het naar den Bekker om te zien of deze inmiddels de fles nog niet leeg had. Omdat Tienus Vennekens tijdens de wedstrijd tot het uiterste was gegaan, was hij zo vermoeid dat hij met de ambuiance-wagen (kinderwagen van Van Kempen), naar den Bekker getransporteerd moest worden. Volgende week het vijfde deel van de brief over februari 1950. Gerrit Reintjes

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 2000 | | pagina 17