Beste Jongens overzee, Thans vernemen wij via pers en radio dat er veel overzee is veranderd zodat wij gevoeglijk menen te mogen aannemen dat jullie binnen afzien bare tijd weer in ons midden zult zijn. Wij hopen het van harte want wij kunnen ons zeer goed voorstellen dat het vooral voor diegene, die het langste daar zijn zeer moeilijk kan zijn. Bijna 3 jaarisjangen in wat voor omstandigheden vaak. Ik hoop van harte en bid er God iédere dag om dat ge moed moogt houden, zoals het een soldaat van Christus past, - dat zijt ge toch immers door de genade van Uw Vormsel - dan weet ik dat "ALLES RECHT ZAL KOM". Hier zitten wij al flink in de winter. Van morgen (15 Nov.) toen wij naar de kerk gingen was de aarde met een wit kleed toegedekt en flikkerde het voor onze nog niet volkomen ont waakte ogen van de felle witheid. De natuur gaat nu weer zo langzaam aan sterven. Over enige dagen steken de bomen hun naakte takken weer krampachtig in de loodgrijze lucht en ziet men de mensen zich schuil houden in hun woningen bij weldoende knapperende haardvuren. Maar deze tijd gaat ook weer voorbij. Straks zal de natuur herrijzen in duizendvoudige bloemenpracht, van een nieuwe lente en zal het wee moedig gekra der kraaien over onze toegesneeuwde akkers omgetoverd worden in het welluidende gezang van nachtegaal, vink, leeuwerik en zovele vogels meer die in onze contreien de mens gezelschap houden. Dat ook gij U eens bij ons zo moogt aansluiten wanneer de nacht van de tropendienst voor U zal overgaan in de dag van de behouden thuis komst. Daarvoor bidden wij God iedere dag. Dus goeden moed houden. Uw gezichtskring is geweldig verruimd. Gij hebt vele landen en volken gezien. Het enge van het platteland is er af en gij zult tot grote dingen in staat zijn en dat kan ons volk zeer ten voordeel zijn. Niet alleen in zijn geheel nationaal maar ook regionaal en locaal in Uw eigen plaats. Ik hoop daarom ook dat straks als gij thuis zijt wij veel plezier van U zullen hebben. De kerk is wel klaar maar nu nog het verenigingsleven opbouwen waaraan wij als wij bevrijdt zijn van de ons steeds occuperende zorg van de nieuwbouw beter onze kracht zullen kunnen geven en dit ook met inzet van ai onze energie willen doen omdat zo het Veulen, ons Veulen moge uitgroeien tot een model parochie waarvoor de goede gemeenschapzin steeds nodig is. Met deze wens wil ik dan mijn preek maar eens eindigen want als een variant op het gezegde, zult gij wel meer houden van een lange sigaret dan van een lange preek. Nu dan jongens tot later. Uw steeds in zijn gebed indachtig zijnde Rector. Volgende week het eerste deel van de brief over november 1949. Gem't Reintjes

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 1999 | | pagina 17