15 strijd om de hoogste plaatsen. Na een verbluffend begin, begonnen spoedig echter de oude kwalen weer van zich te spreken. Ook bleken er ondef onze gelederen personen te zijn die tekenen vertoonden van inname van een flink aantal zenuwpillen. Het resultaat was dan ook niet zo daverend (154 punten). Met de 10e Prijs moesten zij zich dan ook tevreden stellen. Wie echter dacht dat de Eendracht er nu wel genoeg van zou hebben en met de stille trom zou afdruipen, had het finaal mis. Integendeel. Weldra hadden ze zich weer verenigd en werd een grootscheepse aanvai ondernomen op de Grauwe Hengst uit Schiedam, die boven in de buffetkast prijkte. Na enige tijd begon deze bij sommige reeds heftige weerstand te bieden. Het werd dan ook tijd dat er andere middelen aangewend werden om voldoende paraat te blijven. Een der Veulense Zakenmensen die als commissaris gefungeerd had was op een reuze idee gekomen. Deze had een aanzienlijke hoeveelheid eieren laten aanrukken, 't Aanzienlijke was er echter gauw genoeg af om de doodeenvoudige reden dat er niet heel veel van over bleef. Maar daar zijn eieren tenslotte voor. Na de prijsuitreiking werd er nog flink gefeest op het succes van Sjeng en Frans. Het was ondertussen met al die vreterij en zuiperij en wat er zoal bijhoort op elven aangegaan en al zongen we nog zo hard van 'we gaan nog niet naar huis' we werden er dan toch maar zo stilletjes aan uitgewerkt door Tienus Cuypers die overigens niet van de kwaadste bleek te zijn. Na veel gezoek en geval, 't zal wel een doosje of wat lucifers gekost hebben, had iedereen zo ongeveer dan toch zijn fiets te pakken, 'n Paar liepen er tussen ons die bij gemis van 't sleuteltje toch nog niet verder konden, maar geen nood, men draaide 't zaakje een halve slag om en klaar was keesf). Eindelijk stond men dan startklaar en iedereen trachtte zo goed mogelijk vooruit te komen. Na wat heen en weer gezwaai zat de hele troep toch nog behoorlijk in het zadel en kon men van alles zien en belevenNa veel geschravel doemden uit de dikke duisternis de gedoofde lichten van de nog niet geplaatste Veulense straatverlichting op en kreeg men in de gaten dat men nog vroeg in de dag thuiskwam. Men wenste elkaar voor zover nog beschikbaar een goede nachtrust toe en zo kwam 't einde van deze spannende dag die wat schutterscapaciteiten betreft wel niet zo daverend was maar anderzijds toch hoopvol was voor de toekomst. De fietssloten van die tijd waren nog van verbluffende eenvoud. Het slot dat aan één kant op de voorvork gemonteerd was, kon met weinig moeite dusdanig verdraaid worden dat het wiel weer vrij rond kon draaien. Volgende week het eerste deel van de brief over oktober 1949 Gerrit Reintjes

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 1999 | | pagina 16