tegenstanders. Deze laatsten hadden echter buiten de waard gerekend.
Het Veulen had zijn grootste troef, iemand met handen als schepbatsen
en voeten waarmede hij rustig over de Maas kon lopen zónder te zinken,
nog niet uitgespeeld. Schoppenboer had zich tot dusverre buiten het
offensief gehouden en met een ogenschijnlijke ijzige kalmte overzag hij
het strijdtoneel. Ons tweetal dat zich met leeuwenmoed teweer stelde
zou gedwongen zijn geweest te distantiëren ware het niet dat dit voor
schoppenboer een aantasting vormde van de Veuiense superioriteit.
Nog vers en volkomen fit denderde hij plotseling als een bulldozer met
de schepbatsen in de aanslag naar de voorste linie en voor men goed
en wel wist wat er aan de hand was klemde zich de schepbatsen vast in
het hoofdhaar der aanvoerder van de partizanen. Eerst maakte deze
vijand een sierlijke zwaai door het luchtruim en kwam vervolgens met
een harde smak in het Lorbaanse karspoor terecht. Briesend van woede
richtte de hoofdman zich overeind tot de tegenaanval maar
schoppenboer plaatste onzacht een van zijn rijnaakjes in de maagstreek
van de opstandeling en deze wist niet beters te doen dan hartstochtelijk
de aarde te kussen. Nog strijdlustiger rees de verwoede tegenstander
op maar en passant kwam de schoenmaat 55 van schoppenboer voor
de tweede maal in dezelfde streek terecht nu met een dusdanige
formidabele kracht dat de amokmaker dubbel vouwde en letterlijk en
figuurlijk in het zand beet. Dit machtsvertoon van het Veuiense zwaar
materieel maakte op de peloppers zo'n geweldige indruk dat zij hun
stelling prijsgaven en tot achter de demarcatielijn terugtrokken. Het
Veuiense trio had het terrein gezuiverd en verder ongemoeid werd de
tocht naar het Veulen voortgezet. Min of meer door een toeval kwam
onder andere een van dit drietal Dinsdag d.o.v. weer op Americaanse
kermis terecht en dus in het hol van de leeuw. Na afloop werden zij
merkbaar bespied en zij maakten zich dan ook zo vlug mogelijk uit de
voeten. Halverwege de Lorbaan werden zij door een Americaanse
patrouille ingehaald. Met zware mokerslagen werden deze jongens
zonder dat zij ook maar het minste terug konden doen door een tweetal
vakmensen bewerkt. Geen wonder dat zij 'merdeka' en 'staakt het vuren'
begonnen te roepen. Onderwijl had de ene Veulenaar zijn ene oog
ergens aan de binnenkant van zijn hoofd zitten terwijl de andere een
gezicht had of dit binnenstebuiten gekeerd was. De Americanen kenden
zich blijkbaar het recht van represaillemaatregelen toe. Al met al
kwamen onze reizigers van een koude kermis thuis. De Veuiense
jongens die zich volledig solidair voelden met hun afgepreugelde
kameraden beraamden Zondag d.o.v. een sluiptocht naar America. Het
zwaar geschut ging voorop. De middengewichten dekten de flank en de
lichtere eenheden bezetten de uitkijkposten en verrichtten