Samen werking in en tussen parochies. Lemen - Veulen en Heide CLUSTER; MET EEN DUIDELIJKE GRONDSLAG .V Uit het voorgaande blijkt duidelijk, dat ons clusterproces een duidelijke grondslag en visie beoogd. Hierbij springen drie onderdelen overduidelijk naar voren; 1Het rekening houden met de "EIGENHEID" of identiteit van iedere afzonderlijke parochie en deze zoveel mogelijk in stand proberen te houden. 2. Iedere parochie met haar eigen dorpskerk, als centrum voor de plaatselijke geloofsvieringen. Waarbij voor op staat, in iedere weekend een heilige Eucharistie. Aan het hoofd van ons cluster komt de cluster pastoor, die wellicht (net als nu in Leunen woonachtig zal zijn. Dit alles is van enorm belang, omdat het geloofsleven, meer en meer los gemaakt wordt van de PERSOONLIJKE GOD en van CHRISTUS' KERK. De praktijk wijst uit, dat steeds meer mensen blijven zitten met vragen rondom de zingeving en doelstelling van ons menselijk leven. In onze onderzoekfase is ook duidelijk naar voren gekomen, dat de diepste oorzaak van de geestelijke crisis in onze tijd is, dat mensen zich van God en de Kerk los maken. Daarom moet de plaatselijk kerk in alle drie de plaatsen het centrum blij ven van onze geloofsbeleving en geloofsviering. De wetenschap dat God van ieder van ons houd, mag nooit een vrijblijvende privé aangelegenheid worden, maar legt de basis voor onze GEMEENSCHAP MET GOD EN MET ELKAAR. Dat is immers Kerk.dat is de betekenis van onze parochie.; Leunen, Veulen en Heide. Zo zal het cluster een extra uitdaging zijn tot een bredere liefdes relatie met Christus en met elkaar. Voor enkele klinkt dit misschien vroom, maar het gaat wel om onze kerk en parochie. Naast de geloofsvervlakking bestaat er onmiskenbaar veel goede wil, veel spontane edelmoedigheid, een streven naar gemeenschapsgezindheid, naar respekt voor de waardigheid van de individuele mens, openheid voor iedere authentieke getuigenis, bereidheid tot het goede. Hierop en op het gevoel van medeverantwoordelijkheid willen wij als cluster in spelea Diaken.

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 1999 | | pagina 7