Het media is al ruime tijd druk met het millennium jaar. Mij werd verschillende keren gevraagd om hier aandacht aan te besteden in "de ruuperIk zal het dan ook proberen. Ons blik is vast gericht op het groot geheim van de Menswording van Gods Zoon, 2000 jaar geleden. Allereerst is er plaats voor een lof- en danklied, dat God de mensheid met de velen zegeningen heeft bijgestaan. Want in Hem heeft Jezus ons uitverkoren tot Zijn kinderen en tot erfgenamen van het Rijk Gods. De Evangelist Jo hannes zegt; in Hem hebben wij allen genade op genade ontvangen" Zo is de geboorte van Jezus in Bethlehem geen gebeurtenis die men alleen maar naar het verleden kan verschuiven. Want heel de mens heidsgeschiedenis is op Hem betrokken; het heden en de toekomst ontlenen hun zin aan Zijn tegenwoordigheid. Hij is het die was, die is, en die komt, zo zegt de Bijbel ons. Door de ontmoeting met ders en zusters van de kerk van Christus, uitdrukkelijk laten zien en heel concreet elkaar in het geloof bemoedigen, beleven en bevestigen. Hij of zij, is van onze kerk, zegt men in de praktijk. Bovendien is de Parochie - of deze nu groot of klein is - niet voornamelijk een struc tuur of een gebied, maar allereerst "het gezin van God", als een broederlijk en met de H. Geest bezielde gemeenschap. Een plek waar mensen, broederlijk en "gastvrij" elkaar elkaar kunnen dragen en helpen. Maar bovenal is de parochie gegrondvest op een theologische werkelijkheid. Want zij is een eucharistische gemeenschap. Vandaar dat een echt r.k. gelovige ook niet zonder een kerk kan. Al denkt en zegt men dit vaak. Aan het hoofd van een parochie staat de pastoor, die de diocesane bisschoD vertegenwoordigt en zo de hiërarchische Vanuit deze grondgedachten zuil praten en werken aan de opbouw De volgende keer over de verschille dj openlijk en eerlijk kunnen een viatale parochiegemeensch vormen van samenwerkingen met AAA WEG NAAR 19 In de parochie. Daar waar mensen leven, wonen en werken vanuit hun gelovig leven. Een parochie is immers, de plek, waar de broe-

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 1999 | | pagina 20