MISDIENAARS: za 19.00 Roel Litjens en Tom Bos
zo 10.00 Hgtn Nanette van den Berg en Kim Berkers
11.15 Inge Smits en Marleen Sonnenberg
ma t/m vr 19.00 Rick Cremers en René Timmermans
LECTOREN: za 19.00 Mevr Gonny Weijs
zo 11.15 Mevr Annie Reintjès
IS DE ZONDAG EEN DAG VAN VRIJHEID
OF EEN DAG,DIE JE VRIJHEID AAN BANDEN LEGT
Het ging over kinderen,die zeven dagen per week naar school moesten.
Dus: zeven dag van half negeii tot half vier binnen zitten,zeven dagen
huiswerk, zeven dagen niets anders dan stilzitten, luisteren, leren,
gehoorzamen.
Maar niemand wist beter. Zo hoorde het nu eenmaal.
Toen kwam er een minister,die hart had voor kinderen. Hij zei: zo kan het
niet langer J Jullie zouden denken,dat je alleen maar scholier was en
geen mens. Jullie 2onden denkendat het leven leren is en niet leven.
En hij vaardigde een wet uit ëën dag in de -week—geen schoolBan hoeft-
niemand meer iets, dan mag iedereen fijne dingen doen.
Wat een enthousiasme onder de leerlingen. En wat een populariteit voor
de minister. Iedereen zei: zondag, z6Tn dag
Maar het verhaal kreeg een merkwaardige wending. Na een aantal jaren
(niemand wist meer hoe dat kwam en wie er begonnen was) ontstonden er
verhitte discussies. Op de scholen, in de gezinnen, in de Tweede Kamer
zelfs. Iedereen bemoeide zich ermee.
Er werd gezegd: op die éne dag mógen we niet naar school, mpgen we niet
leren en werken. De minister heeft het verboden. Maar wat mogen we dan
nog wel Waar houdt leren en werken op Mag je een boek lezen Nee,
dat is taal. Een eind wandelen Nee,dat is gymnastiek. Knutselen
Nee,dat is handenarbeid. Puzzelen Nee,dat is wiskunde.
Maar wat mag je dan nog wel Je mag niets Je mag eigenlijk nooit wat
Hooglopende ruzies. Sommigen zeiden: die minister met zijn vrije dag is
een-dictator. Hij tast onze vrijheid aan. Laten we nu maar doen alsof die
zondag een. hele gewone dag is. De minister kan ons nog meer vertellen
Maar anderen zeiden: Pas op,wees voorzichtig, je kon er wel eens zwaar
gestraft worden
En de minister Hij schudde zijn hoofd. En op de vrije dag ging hij fijn in
zijn tuin werken,want dat was zijn lust en zijn leven.
Maar dê voorbijgangers ergerden zich dood; hij is een slechte minister,
hij houdt zich niet eens aan zjjn eigen wetten.