16 Bankhal Rabobank in het teken van de kippen-, schapen- en varkenshouderij. Zoals u wellicht al gezien heeft is de inrichting van onze bankhal inmiddels weer gewijzigd. Hieronder volgt een uitleg van hetgeen momenteel te zien is. Kippehhouderij Als de kuikentjes nog klein zijn hebben ze nog veel warmte nodig, dit werd verzorgd door de kunstmoeder(1), een kachel met een grote ronde kap er overheen. Deze kap was nodig om de warmte vast te houden. De kachel werd gestookt met turf, kolen, of briketten. De hennen (kippen) werden in een ochtendvoerbak(2) gevoerd met ochtendvoer dat veelal uit maïs bestond. Het leggen van eieren gebeurde in een legnest(3). Overdag was de legnest een paar uren dicht omdat de hennen er anders mest in maakte. 'S morgens werden de eieren geraapt in een eiermandje(4) en bracht men de eieren naar een centrale plaats, het eierlokaal. In het eierlokaal werden de eieren op dikte gesorteerd met een sorteerraam(5). Ook werd gecontroleerd of er zich in de eieren bloed of vruchten bevonden. Voor de slacht werd de hen met behulp van een vanghaak gevangen, daarna hakte men iet een bijltje(6) de kop eraf. Schapenhouderij Schapen werden gehouden voor het vlees en voor de wol. In de voorzomer werd de wol met een wolschaar(7) afgeknipt. Daarna moest de wol nog uitpluisd worden zodat men deze beter kon gebruiken voor het spinnen op het spinnewiel(8). Als het garen gesponnen was, spoelde met het in zoutwater schoon. Varkenshouderij Als de biggen 8 tot 10 weken oud waren gingen ze de moeder verlaten, de biggen moesten dan zelf vast voer opnemen uit de biggenbakf9). Op latere leeftijd kregen ze gekookte aardappelen. Deze werden in een ketel gekookt, die met; schanse(lO) gestookt werd. Daarna gingen de gekookte aardappelen door een varkensioien(ll) de kuip in en werden zo gevoerd. De mest van de dieren werd met een zeikschepper(12) uit de put gehaald. Bij een gewicht van 120kg werden de varkens geslacht. Het een schietapparaat(13) werden ze gedood, waarna men een slagader doorstak. Het bloed werd opgevangen voor het maken van bloedworst en balkenbrei. Het kokend water en een krabber (14) werden de haren van het varken af gekrabt en het varken werd met behulp van een hanghout(15) opgehangen. De buik werd opengesneden.met een ies(16) en de ingewanden werden verwijderd. De darmen werden schoon gewassen voor het maken van worst. Als er een mes bot was werd deze scherp gemaakt met een staal(17). Bij het slagersgereedschap behoorde ook een bijl(18) en een zaag(19). Het behulp van een worstenmolen(20) maalde men het vlees voor gehakt en braadworst. Het de bezem(21) werd alles schoon gehouden. Rabobank. Aangenaam.

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 1993 | | pagina 17