I Kon je bij de inbraak nog denken: wij zijn wel wat spullen kwijt 19.43.3 die voor ons naast de materiale waarde ook nog emotionele waarde hebben, maar de dief die inmiddels door de politie gepakt is, is wellicht veel meer kwijt, nl. zijn vrijheid en zijn levensrichting: hij weet blijkbaar niet meer, dat je niets mag nemen wat je niet toebehoort; hij beleeft blijkbaar niet meer dat leven alleen mogelijk is als je respekt hebt voor wat een ander toebehoort. Maar nu bij het kijken naar de zes kapotte glas-in-loodramen van de oude kerk, weet je niet meer wat je daarvan moet denken. Je vraagt je af wie doet nu zoiets Wie gooit er zomaar met stenen door ramen Waarom En wat hebben ze er aan Er komt by my alleen maar één woord naar boven en dat is: zinloosheid. Het moedwillig vernielen van andermans goed is een grote zinloosheid. En nu kan een inbraakverzekering wel het een en ander vergoeden, maar by vandalisme zit je alleen maar met de schade te kijken en sta je voor het feit, dat alles wat Jeapot gemaakt is, toch weer hersteld moet worden. En dat vind ik altyd jammeriyke uitgaven. Het zou te hopen zyn, dat de politie, wiens werk ik in deze zeer waardeer, nu ook de dader(s) te pakken krijgt. In de twee jaar dat ik als pastoor in Leunen ben, is dit de derde keer, dat ik de hulp van de politie nodig heb gehad door vandalisme. Twee keer was zy succesvol en konden de daders worden gepakt mede door goede tipgevers uit onze gemeenschap. Wie weet lukt het hen deze keer ook weer. Intussen moeten wy allen toch tegen de toenemende stroom van vandalisme en diefstal biyven ijveren voor een gezonde mentali teit by jong en oud, waardoor wy respekt biyven hebben voor elkaar en voor ieders eigen goed. wy zyn alleen maar gebaat by een gezond leefklimaat. Pastoor P.Ewals. |13| |35|4li [62! 1: B7| |14|28| 4558 7288 A.s. vrydag 23 oktober grote KIENAVOND in het Gemeenschapshuis te Leunen ten bate van de Limburgse InvalidenBond Venray en de Invaliden Sportclub. V Aanvang 20.00 uur. Iedereen is welkom Prachtige pryzen!

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 1987 | | pagina 4