19.40.2 MISDIENAARS: ma t/m vr 19.00 Fred Lltjens en Erik Direks (ma), Maarten Delieën (dl), Giel van Glabbeek(wo)Paul de Klein (do), en Dennis Goumans (vr). LECTOREN: za 19.00 Mevr Weijs zo 11.00 MeJ G Reintjes HUWELIJKSAFK: Hans Kunen uit Oirlo en Germien Martens uit onze parochie (3e roep) Henri Cornellssen uit onze parochie en Karin VerhelJen üit Oostrum (3e roep) ANDEREN GELUKKIG MAKEN IS GELUKKIG ZIJN "Niemand leeft voor zichzelf alleen",zingt een kerklied. Nee, niemand kan alléén gelukkig worden, we vinden pas ons geluk in de kommunikatie met medemensen. Vlij moeten eens en vooral een eind maken aan een oude liberale op vatting "ieder voor zich en God voor ons allen", want dit is een overbeklemtonlng van het eigen ik. Ik kan nl. alleen maar mezelf worden door de anderen. Nu kan men hier op twee manleren in tekort schietendoor een teveel en door een te weinig. Ik kan me teveel met de ander bemoeien, hin derlijk met hem bezig zijn. Er zijn mensen die Je nooit vrij laten, Je voelt Je a.h.w. gekontroleerd, zelfs hier en daar bespioneerd. Je bent nooit vrij bij hen, niet geborgen, al menen ze het nog zo goed. Deze mensen vertrouwen Je niet, maar zitten te loeren of Je niets verkeerds zegt of uithaalt. Hier is geen kommunikatie en ook geen geluk. Maar men kan deze kommunikatie ook op een andere manier ver breken door zich te weinig met de ander te bemoeien. Door onder het mom van de ander vrij te laten, hem Juist links te laten liggen. Je leeft dan langs elkaar heen, er is geen echte belangstelling vóór Je over en weer, Je laat de ander vallen. Dat kan om velerlei redenen het geval zijn de ander ligt Jou niet, Je vindt het een vervelend iemand, hij spreekt Jouw taal niet, hy is niet van Jouw dorp (of stad), hij ia Jouw soort niet. In zulke situaties is de liefde niet, dus ook bet geluk niet,want geluk is de prijs die men ontvangt als men zichzelf aan anderen geschpnken heeft. Pastoor P.Ewals "Men moet wél geluk smeden, maar niet anderen daartoe als aambeeld gebruiken". C.J.Wijnaendts-Francken

Dorpsblad Leunen-Veulen-Heide | 1987 | | pagina 3