Bekende schaapskooien die her en der verspreid lagen, waren
de Densekooi, KoenderekooiOlvekooi, Loonenkooi, Volleberge-
kooi, Bommekooi en nog vele anderen.
's Winters vonden de schapen onderdak in de schaapskooien en
stallen die bij de boerderijen lagen.
De Peel met zijn vliezen en turfgaten was ook het gebied
van de wilde eendjes en waterhoentjes.
De jongelui van het Veulen hadden vroeger de gewoonte om
af en toe samen de Peel in te trekken. Gewoon om te genieten van
alles wat de Peel te bieden had.
Op een zomerse zondagmiddag in juni was het weer zover.
Met zo'n man of 15 trokken we te voet de Peel in, want fietsen
hadden we toen nog niet en fietspaden evenmin.
Sommige van ons hadden een geweer bij zich want men wou ook nog
wel een eendje of waterhoentje verschalken, als dat zo net voor
de loop kwam.
In die tijd had iedere boer een geweer, met of zonder ver
gunning. Men keek toen nog niet zo nauw. Het deed hoofdzakelijk
dienst in de lente wanneer de kloek mat kuikens op het erf rond
liep en de kraaien en eksters deze kuikens wilden stelen, of als
de kersen rijp waren, om de spreeuwen op een afstand te houden.
Maar goed, wij hadden de hele middag al door de Peel gedwaald
van vlies tot vlies maar er viel niets te schieten. De schletlust
werd echter steeds groter en naar huis gaan zonder een schot
gelost te hebben, dat was de schutters toch wel al te dol.
Op zeker moment zei Antoon Arts, die als knecht bij Rongen
Moeën (zie afl 8) woonde Ik durf te wedden dat jullie m'n
nieuwe hoed niet kunnen raken als ik die omhoog gooi
Er werd gewed met Reintjes Handrie, m'n broer dus. Antoon zou
z'n hoed de lucht ingooien en Handrie zou hem proberen te raken.
En zo gebeurde het ook. Tot grote verbazing van de hele club
schoot m'n broer echter RAAK en kwam de hoed in stukjes naar
beneden. Groot was de vreugde want er was toch nog wat geschoten
en de middag in de Peel was weer goed geweest I
Ps. Volgende week volgt nog het slot.
Grad Reintjes.