Kïachtiye taal KL GOUDMIJNTJES Weekblad voor Venray en Omstreken ^cccien aan lo( caet Wentay Ie Jaargang na de bevrijding No. 31 Zaterdag 23 Juni 1945 (Vondel) Henseiiiusstraat 1 VENRAY 1-Vi]s per nummer 15 cent van onze Militaire Commissaris De loesiand ia Noord-Liraburg De Militaire Commissaris voor Noord-Limburg, kapt. C. Rece- veur, heeft onlangs een brief aan den voorzitter van den minister raad gericht, waaraan het vol gende ontleend is li heeft kunnen constateeren, dat een groot gedeelte van Noord Limburg grondig verwoest is. Een allertreurigst beeld vormen voornamelijk de plaatsen Venray. Venlo, Blerick, Arcen en Velden, Broekhuizen, Broekhuizenvorst. Bergen, Gennep, Middelaar,Mook Beesel en vele andere. Hier moet snel en afdoende hulp geboden worden. En dat is ook mogelijk. Limburg heeft grondstoffen (kolen, klei). Het heeft fabrieken die bouwmaterialen produces ren (pannen-- steenen-, buizerifabrie- ken cementfabrieken en hout zagerijen). Wat ontbreekt is een groot aantal van de nijvere ar beidskracht, welke zich nog in evacuatiegebied bevindt en een behoorlijk vervoersapparaat. Het mogelijke wordt onzerzijds ge daan, om hierin te voorzien, op dat spoedig afgewerkte produc ten voor het herstel en den op bouw aanwezig zijn. Noodig is dan evenwel, dat dit product niet overmatig naar elders wordt afgevoerd. En dat is gebeurd en geschiedt thans nog. Een groot deel van den voorraad en van wat momenteel geproduceerd wordt, wordt door de verschillende Rijksbureaux weggezonden. Een zelfde ver schijnsel doet zich voor. ten aan zien van de vervoersmiddelen, hetgeen des te funester is. nu de spoorwegen in 't mijndistrict niet functioneeren, geen enkele tele fooninstallatie intact is, en Noord Limburg door den vijand van practisch alle motorvoertuigen is ontdaan. Er schijnt materiaal (ik noem b.v. stroozakken, bedden, messen en vorken, gereedschappen voor herstelwerkzaamheden) te zijn. Formaliteiten en hureaucratie bij de diverse bureaux moeten echter wel oorzaak zijn, dat men door de boomen het bosch, of door de „ambtelijke papierwinkel" de nooden van Noord-Limburg niet schijnt te zien. Inplaats, dat men ons onmid dellijk geeft, waaraan wij behoefte hebben, moeten wij voor het verkrijgen van elke schroef, van e(k onderdeel of stukie nu'eriaal, als het ware een pleidooi richten toe de betreffende instantie, ter wijl men intusschen toch dient te weten, dat de inwoners uit mijn district voor een groot deel geworden zijn, een groep van armzalige en geplukte Nederlan ders, die genoodzaakt zijn, als be '.ïlaars langs den weg tesraan. Zoo valt er niet op te bouwen, noch te werken. Ik voel mij dan ook verplicht, met den meest mogelijken nadruk te waarschuwen, dat de ontstem ming over deze manier van be handelen in Limburg zoo ernstig groeiend Is, dat deze naar rnijn vaste overtuiging een groot ge vaar voor de eenheid van ons Vaderland inhoudt, indien men niet spoedig, maar dan ook zeer spoedig daadwerkelijken steun verschaft. De pers over het Venraysche gemeenscliapspel De vorige week gaven wij in een eigen beschouwing over het spel „De Mensch Ilioob" uitting van onze grote bewondering en waardeering voor de prestatie van ons Venraysche volk. Bij de laatste opvoering was ook aanwezig de bekende kunstcritieuslioe Maas, die tegenover ons toen al mon doling het prachtige spel der Ven rayers proes. Ziehier wat L. M o.m schreef in „De Gazet van Limburg" van Zaterdag jl., over het gemeen schapspel Do Venraysche bevolking yan elke jang en stand heeft dit stuk op een volkomen wijze tot leven gebracht.. Niet alleen door do good-goCnsoneerdo massascènes, niet alleen door oen prachtig decoratief en toch juist af gemeten gebruik van alle mogelijke soorten vee en landbouwwerktuigen, maar vooral door hot lovcrcn van enkelo monscben die, oud of jong, smid of onderwijzer, hun rol op oen bewonderenswaardige manier tot le ven brachten. "VVij waren niet van plan namen te noemen. Maar den naam Frans van Opbergen, die de Hioob-rol vervulde, kunnen we niet verzwijgen. Hij gaf een zoo beheerst, zoo sterk, zoo doorleefd en knap spel, dat men hem een ontdekking voor het Limb, toneel zou mogen noemen. Nog vers in ons geheugen ligt de gedachte aan die morgen, dat wij stonden dicht bij de graven van onze geallieerde soldaten. Vandaag wil ik even met LI teruggaan naar die plek, waar stilte heerst. U zult U die stoet herinneren van geestelijke en wereldlijke autoriteiten, van de Gemeenschap Oud Illegale Werkers, die tijdens de oorlog in stilce en verlegen heid goed en onbaatzuchtig werk hebben verricht. Daar achter volgde een massa mensen, om de plechtigheid bij cc wonen. Er is bij de graven gebeden en gezongen. Door verscheidene mensen is daar gesproken en gespeecht. De fanfare heefr. haar treurmarsen geblazen, salvo-scho ten hebben geklonken als laatste eresaluut. Wellicht zal toen bij U over heerst hebben een stemming van oprechte dankbaarheid. Al is het misschien slechts eventjes ge weest, toch zult U zeker gedacht hebben aan die mannen, die uit liefde voor hun vaderland, uit liefde voor Europa, uit liefde voor heel het mensdom hebben ge vochten. Zij streden niet om persoonlijke roem te verwerven, noch om met onderscheidingen van allerlei klassen naar huis terug te keren, neen dit alles was niet hec motief van hun daden. Zij allen kenden de éne plicht: Europa te bevrijden van den gehaten bezetter en de jnensheid te verlossen van hun verderfelijke duivelse ideeën. Dit was hun ideaal en daarvoor voch ten zij nu eens hier, dan weer daar. Met bitterheid was hun hart gevuld, omdat zij het on recht van vier jaren tyrannie hadden vernomen. De bevrijding van Venray ging gepaard met onstuimig oorlogs geweld en dit eiste slachtoffers Als Lot gemeeuschapspol van Pator Suhronrs loefde, (dal dood hei), dan is dat voor een niet goring deel t.o dunken aan dezen spelor. Ook do vrouw des huizes, de notaris, polichi nel en de eeïsle bode wisten hun rol heel aannemelijk le maken, terwijl Ss-dun zelfs goed was. Eu Let slotkoor was gewoonweg eeu manifestatie, 'n welluidende manifestatie van Let ge hele stadje. ,,De Mensch ilioob" werd een ge tuigenis van de kracht, den sterken geest en van tiet onwrikbare toe komst-vertrouwen van geheel de Venraysche bevolking, die toch maan denlang zoo schrikkelijk leed, wier huizen vewoest of beschadigd, wier akkers door den oorlog omgewoeld werden. Hier vonden we een stukje Limburg-op-zijn-best en (als men het dan toch beeft ovor Herrijzond Neder land) een stuk Herrijzend Nederland als maar weinigen het zich kunnen voorstellen. onder hen. De een werd verrast door een aansuizende granaat, de ander werd getroffen door een. argeloze kogel, een derde werd verminkt door een mijn. die ver borgen lag in de onnozele grond. Hier liggen zij nu begraven in een klein dorp, ver van hun vaderland en ver van hun dier baren. Zij, die hier nu liggen, heb ben hec einde, de overwinning niet mogen meemaken, zij heb ben zelfs het geluk van een blij en dankbaar volk niet mogen smaken. En toch hebben zij mee gewerkt aan de bevrijding van ons dorp. Daarom is het plan, dat op het kerkhof werd uitge sproken n.l. om een monument op te richten tot blijvende ge dachtenis, zeer toe te Juichen. Dat is tevens een bewijs van onze eerbied en dankbaarheid. Nu na ruim één maand zijn er enkele luttele giften binnen gekomen. Moet men dan tot de conclusie komen, dat al dat ge- speech en gepraat slechts een kwestie van formaliteit is, omdat 't zo hoort, of moet men zich afvragen, dat Venray zijnhelpers en bevrijders niet wil eren 1 Tussen haakjes zij hier opge merkt, dat de fanfare op de te rugtocht van 't kerkhof een vrolijke marsch begon te blazen. Ik weet niet, of dit typisch Lim burgs is het is mij namelijk de laatste tijd meermalen opge vallen maar hec maakt in ieder geval een gekke indruk. Ik heb mij dan afgevraagd, waarom er' geen giften binnen komen, maar ik kan het niet achterhalen. Allen zullen het wel merend met me eens zijn. dat de bevrijding van Venray, waar naar zo lang vurig werd verlangd, een zegening was ondanks de puin en de rouw, die hec mee zich meebracht. Ik geloof niet, dat het volk van Venray zo klein zielig is, dat zij kwaad zijn over de plundering tijdens de evacu atie, nog minder, omdat de ge allieerden niets meer geven. En al was dit het geval, dan hebben nog deze gevallenen er part noch deel aan gehad. Zij zijn onze hel pers en bevrijders geweest en het is onze plicht hen in ere te hou den. Moge dit kleine stukje er toe bijdragen, dat wij ons weer be wust worden, dat wij iets ver schuldigd zijn aan onze vrienden. Laten wij nu al het mogelijke doen, om deze nalatigheid goed te maken. Anders is die plech tigheid op die gedenkdag slechts een toneeltje geweest, een drama met happy end, louter comedie. „EL DORADO." Al leit er veel ver woest en wil daarvan nier ijzen, het zal met qrooter qlans uit as en stof herrijzen. Administratieadres Uitgever en Verant woordelijke redactie: A.W.A.

De Zwijger | 1945 | | pagina 1