e—-1.~VA2.- in afwijking van mijn oorspronkelijk plan, wrlae ik nu toch neg met de geachte lezer even een zijsprongetje maken, om U te laten zien, hoe de mensen reeds eeuwen plannen hebben gemaakt om de grote onafzienbare veen-, moeras- en heidevelden door kanalisatie te ont sluiten, waardoor men de turf kon afvoeren en de drooggevallen gronden in cultuur brengen. Maar meestal door totaal gemis aan inzicht in de be staande situatie en het ontbreken van de middelen om dergelijke plannen ten uitvoer te brengen bleef de Peel tot ongeveer 1870 in haar oertoe stand bestaan. De volgende Peelkanaalpro'jecter. zijn mij bekend: 1. De Heer Walter, wethouder te Grave, had in de eerste helft van de vo rige eeuw een kaart met het volgende opschrift in zijn bezit. "Kaart van de oculaire insnectie van Grave en omstreken, ook van de geprojecteerde vaart uit de Peel (in 1617 door Jan Peterzonn Dou) bij Jan van Cell, uurwerkmaker, en landmeter te Nijmegen aano 1647. Het eigelijke doel dezer kaart was, blijkens ene aantekening op de zelve, geweest: "om te zien of men eene bequamen weg .mogt vinden, om uit Zijner Hoogheids Peel, den torf op de Maas door schuiten te voe ren. Bij de vrede van Munster, in 164-8 werd de Peel verdeeld. Een gedeelte kwam aan de Staten van Holland het andere (thans Limburgse gedeelte) bleef Spaans, maarrdat bij de vrede van Utrecht, in 1713 nadat het_ reeds ongeveer 10 jaar door de Pruisen was bezet gehouden nu offici eel tot Pruisis Gelre ging behoren. Hetgeen een der redenen kan zijn, waarom het ontworpen kanaal /anuit de omstreken van Grave niet gegra ven is geworden. 2.In het einde van 1?0n zijn er plannen geweest, om de rivier de Aa tot helmond bevaarbaar te maken en van Helmond over Bakel een kanaal naar de Peel te graven om de turf af te voeren. Ook dit ontwerp is niet tot uitvoering gekomen. 3.Van de hand van P.C. de la Court verscheen 20 September 1841: De Peel en bedenkingen Denzelver.. In dit werk wordt onder meer in overweging gegeven, of het niet mogelijk zou zijn om een arm van de Maas door de Peel te brengen en vlocivelden aan te leggen. De la Court heeft in zijn werk wel bijzonder veel aandacht op ie Peel gevestigd, in 1852 werd onder leiding van de hoofd- ingenieur van de waterstaat, H.G. Pijnje, aan de aspirant- ingenieur van de waterstaat, L.A. Reuven3, de opdracht gegever. om de Peel te verkennen en de midde len te ontwerpen, om tot hare ontginning te komen. De resultaten van deze verkenningen zijn onder meer gev/eest, dat het aanleggen van vloeiweiden met Maaswater te kostbaar zou worden, voor gesteld werd om een kanaal te graven vanuit de boezem van Sluis 8 der Zuid- Willemsvaart o-ver Bakel in Oostelijke richting tot de provinci ale grens Limburg- Noord Brabant en vervolgens in Zuidelijkerichting aansluitend aan de ontworpen Helenavaart. Ontraden werd om dit kanaal ook in noordelijke richting naar Grave door te leggen, daar de kosten voor dit gedeelte van het kanaal te groot waren, omdat de in dit ge deelte gelegen veengronden van tc geringe omvang waren, om dit werk lomend te doen zijn, in dit ontwerp vindt men weder de gedachte terug van het onder 2 genoemde plan. 4.In 1808 werd door Napoleon het Canal du Nord (Noordervaart) ontworpen, welk kanaal slechts gedeeltelijk gegraven is. Bij de aanleg in 1822 van de Zuid- Willemsvaart werd een gedeelte van het onvoltooide Canal du Nord voor dit kanaal gebruikt. In 1853 werd de onvoltooide Noordervaart voor de vervening der veen gronden onder Deurne en Liesse1 van regeringswege in orde gemaakt en werd het afwateringskanaal naar Neer gegraven. 5.In 1853 werden door de particulieren J. en W. van de Griendt en G.J. W. Carp van de gemeente Deurne 610 Ha. veengrond aangekocht en werd met de werkzaamheden van het graven van de Helenavaart begonnen, wel ke vaart zou kunnen aansluiten bij het onder 3 genoemde Peelkanaal. Uit dit particuliere ondernemen werd in 1858 de Mij. Helenaveen opge richt. In 1865 wilde men met de werkzaamheden beginnen om het Deurne- se kanaal te graven, vanuit de Noordervaart, mede ter verdere verve ning der Deurnese gemeente- veengronden. zie verder.

Ysselsteyns Nieuwsblad | 1971 | | pagina 3